Vitamines zijn onmisbaar voor het menselijk lichaam. Zo worden vitamines gebruikt om te groeien, te herstellen bij ziekten of aandoeningen en om ervoor te zorgen dat het lichaam over het algemeen goed functioneert. Omdat het lichaam zelf niet of onvoldoende vitamines aanmaakt, is het belangrijk om voedingsmiddelen of vitaminesupplementen te nuttigen om toch vitaminen binnen te krijgen. Omdat vitamines natuurlijk voorkomen in onze voeding, is vooral het eten van voedingsmiddelen met vitamines belangrijk om goed te kunnen functioneren.
13 verschillende vitamines
In totaal zijn er dertien verschillende vitamines. Vier van deze vitamines zijn zogeheten vetoplosbare vitamines en neven van deze vitamines worden ook wel wateroplosbare vitamines genoemd. De vetoplosbare vitamines vind je voornamelijk in het vet van voedingsmiddelen en worden na het nuttigen in de weefsels van het lichaam opgeslagen. Dit in tegenstelling tot wateroplosbare vitamines, want deze vitamines zitten in hte vocht dat in voedingsmiddelen zit. Omdat je lichaam deze wateroplosebare vitamines niet goed op kan slaan, wordt het teveel aan vitamines het lichaam weer uitgestuurd via de urine.
De vetoplosbare vitamines
De vier vetoplosbare vitamines zijn vitamine A, vitamine D, vitamine E en vitamine K. Vitamine A wordt ook wel retinol genoemd, vitamine D staat ook wel bekend onder de naam cholecalciferol en vitamine E wordt ook wel tocoferol genoemd. Vitamine K heeft geen alternatieve naam en wordt door sommigen niet tot de echte vitamines gerekend.
De wateroplosbare vitamines
Onder de wateroplosbare vitamines vallen vitamine B1 (thiamine), vitamine B2 (riboflavine), vitamine B3 (niacine), vitamine B5 (pantotheenzuur), vitamine B6 (pyrydoxine), vitamine B8 (biotine), vitamine B11 (foliumzuur), vitamine B12 (cyanocobalamine) en vitamine C (ascorbinezuur).
De verschillen tussen vitamines en mineralen
Vitamines en mineralen worden vaak in één adem genoemd en dit is niet voor niets. Vitaminen en mineralen zijn namelijk beide onmisbaar voor het menselijk lichaam en worden beide genomen om goed te kunnen functioneren. Toch is er een belangrijk verschil tussen mineralen en vitaminen. Dit betreft namelijk het feit dat vitaminen en mineralen van elkaar verschillen op scheikundig gebied. Zo komen vitaminen uit de levende natuur, waar deze door sommige planten of dieren zelf gemaakt worden. Dit in tegenstelling tot mineralen, die uit de dode natuur voortkomen. Dit wil zeggen dat mineralen niet door dieren of planten gemaakt worden, maar door planten opgenomen dienen te worden uit de aarde en door dieren uit voeding en/of water.
De belangrijkste mineralen, zijn de volgende: calcium, chroom, chloride, fosfor, ijzer, jodium, kalium, koper, magnesium, mangaan, molybdeen, natrium, seleen, zink en fluoride. Niet al deze mineralen zijn essentieel voor het functioneren van het menselijk lichaam. Mineralen die in ieder geval aangewezen kunnen worden als essentiële mineralen (na onderzoek door wetenschappers), zijn de mineralen calcium, magnesium, kalium, natrium, chrolide en fosfor.
