Het is ontzettend belangrijk om een blaar goed te behandelen. Als je een blaar niet goed behandeld dan kan er een infectie ontstaan. Door het ontstaan van een infectie raakt een blaar ontstoken en ben je vaak een stuk verder van huis. Het behandelen van een blaar dien je dus zeer professioneel aan te pakken. Hierbij is een stukje hygiëne en ontsmetting ontzettend belangrijk. Je kan zo proberen te voorkomen dat een blaar last krijgt van een infectie. De stappen om een blaar juist te behandelen hebben we voor je op een rijtje gezet.
De behandeling van een dichte blaar
Het is belangrijk dat je een blaar ten eerste bijna nooit doorsteekt. Je steekt een blaar alleen door als je er veel last van hebt en deze op een lastige plek zit. Als de blaar in principe niet op een lastige plek zit dan is het verstandig deze niet door te steken. Het enige wat je doet is de blaar afdekken en eromheen voorzien van Betadine. In sommige winkels worden speciale blarenpleisters verkocht die je kan gebruiken voor het afdekken van de blaar. Het is belangrijk dat je tijdens de behandeling van een blaar de hygiëne in acht neemt. Wissel dus minimaal één keer per dag van pleister en vervang indien nodig de Betadine. Als de bruine kleur van de Betadine veranderd is in geel dan is het tijd om deze te vervangen.
Een blaar doorprikken
Als de blaar op een zeer vervelende plek zit of omdat je er heel veel last van hebt dan kan je besluiten de blaar door te prikken. Als nog wordt dit nog steeds afgeraden, maar als het niet anders kan dan kan je hiervoor besluiten. Als eerste dien je rondom de blaar jodium aan te brengen. Vervolgens is het belangrijk om een steriele naald te gebruiken. Eventueel kan je dit met wat vuur steriel maken, maar zorg er niet voor dat de punt zwart wordt. Als de punt zwart is dan kan je de naald weggooien. Prik nu met de naald de blaar door en laat het vocht weglopen.
Haal het overtollige vocht weg met een steriel en schoon waterstaafje. Laat de gesprongen huid of blaar wel gewoon op het wondje zitten. Dit bevorderd namelijk de genezing van de huid. Het is nu belangrijk om Betadine aan te brengen en de blaar af te dekken met een pleister of blarenpleister.
De behandeling van een blaar na het openprikken
Als je een blaar hebt opengeprikt of als deze is opengesprongen dan is de behandeling na afloop zeer belangrijk. Het is bepalend of je wel of niet een infectie oploopt aan de plek. Het is belangrijk om iedere dag de hygiëne regels in acht te nemen. Laat een pleister dus nooit langer dan één dag zitten en controleer of de Betadine nog werkzaam is. Het wordt aangeraden om iedere dag de Betadine en pleister te vervangen. Als de Betadine nog bruin is dan kan je deze gewoon laten zitten.
Controleer het wondje ook of het aan het genezen is en vooral of er geen pus uitloopt. Het is belangrijk dat de plek niet roder gaat worden of meer pijn gaat doen. Dit kan namelijk aanduiden dat er toch een ontsteking zit. Mocht je er de tijd voor hebben dan kan je de pleister het beste twee keer per dag vervangen. Eventueel kan je ook een speciale blarenpleister gebruiken.
Stappen bij het behandelen van een blaar
- Laat een dichte blaar het liefste dicht zitten.
- Als een blaar op een vervelende plek zit dan kan je hem pas doorprikken.
- Ontsmet de blaar voor het doorprikken met Betadine.
- Gebruik altijd een steriële naald voor het doorprikken.
- Laat na afloop de resterende huid van de blaar zitten voor de genezing.
- Plaats over het wondje of blaar een pleister of blarenpleister.
- Verwissel iedere dag de pleister.
- Breng iedere dag Betadine aan om een ontsteking te voorkomen.
