Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Bacteriële infecties

Bacteriën zijn minuscule, met het blote oog niet zichtbare, micro-organismen die alleen maar bestaan uit één enkele cel. Overal in de natuur, zowel binnen als buiten de lichamen van mensen en dieren, bevinden zich bacteriën. Deze bacteriën kunnen zich op verschillende manieren verspreiden, zoals via contact van:

  • mens naar mens,
  • dier naar mens,
  • dier naar dier,
  • besmet voedsel naar mens of dier,
  • besmet water naar mens of dier,
  • besmet afval naar mens of dier,
  • besmette objecten naar mens of dier.

Wat is een infectie?

Er is sprake van een infectie op het moment dat een bacterie, een virus of een ander micro-organisme of parasiet zich toegang heeft weten te verschaffen tot het lichaam van een levend organisme en zich daar is gaan vermeerderen. Dit is een proces dat overigens niet in alle gevallen schadelijk hoeft te zijn. Als de ongewenste indringer echter zoveel schade aan heeft weten te richten in het lichaam, dat dit niet langer meer normaal kan functioneren, kan er pas worden gesproken van ziekte. In het meest erge geval heeft een infectie voor de gastheer zelfs een fatale afloop.

Op het ogenblik dat een ziektekiem zich nog niet heeft weten te vermeerderen in het lichaam van zijn gastheer, of wanneer deze door het immuunsysteem herkend en geëlimineerd worden dan mag er niet worden gesproken van een infectie maar enkel van een besmetting. Een infectie veroorzaakt dikwijls een ontsteking omdat de ziekteverwekkers zich door het lichaam verspreiden en het immuunsysteem antistoffen aan gaat maken. Deze afweerstoffen kunnen bij onderzoek duidelijk maken door welke ziekteverwekker het lichaam is geïnfecteerd is.

Wat doen bacteriën?

Bacteriën kunnen zich door middel van een ongeslachtelijk celdeling vermenigvuldigen. De aanwezigheid van bacteriën wil echter niet altijd zeggen dat je een ziekteverwekker bij je draagt. In je darmen bijvoorbeeld spelen zogenaamde commensale bacteriën, in de volksmond ook vaak de darmflora genoemd, een essentiële rol bij de spijsvertering. Bacteriën die je wel ziek kunnen maken, kunnen onder normale omstandigheden je lichaam niet binnendringen. Je natuurlijke afweersysteem zal hen dan immers aanvallen en elimineren.

Een heleboel bacteriesoorten zijn overal aanwezig. Sommige soorten zullen nooit voor problemen zorgen en zijn zelfs nuttig. Andere bacteriesoorten daarentegen kunnen bij personen die sterk verzwakt zijn, of onder speciale omstandigheden wel aanleiding geven tot ziekte. Weer andere bacteriesoorten zullen meer frequent ziekteverschijnselen veroorzaken. Er treden dan bijvoorbeeld ziektes op, zoals:

  • de pest,
  • cholera,
  • legionella,
  • botulisme,
  • tetanus.

Er zijn een heleboel bacteriën die normaal gesproken niet in, of op, het lichaam van een mens voorkomen en bij contact dikwijls, of zelfs in alle gevallen, tot ziekteverschijnselen zullen leiden. Erg problematisch hierbij is het feit dat bacteriën vaak in staat zijn zichzelf ongemerkt te verspreiden, bijvoorbeeld via dragers die zelf geen hinder ondervinden van deze ziekteverwekkers. Zij kunnen de bacteriën dan wel doorgeven door middel van hun:

  • urine,
  • wondvocht,
  • bloed,
  • speeksel,
  • ontlasting.

Symptomen van een bacteriële infectie

Indien het afweersysteem van je lichaam niet voldoende werkt, of niet in staat is om bacteriële afdoende te lijf te gaan, dan kan er een zogenaamde bacteriële infectie ontstaan. Een infectie die veroorzaakt is door bacteriën kun je over het algemeen herkennen aan symptomen zoals:

  • de aangedane plaatsen (bijvoorbeeld je huid, slijmvliezen, organen, gewrichten of weefsels) zijn:
    • warm,
    • rood,
    • pijnlijk,
    • gezwollen,
  • verder ervaar je in het algemeen:
    • pijn,
    • zwakte,
    • malaise,
    • koortsig.

Deze symptomen zijn op de eerste plaats het gevolg van de toxines (giftige afvalstoffen) die door de bacteriën worden gevormd. Vervolgens zal het afweersysteem verzwakken en kunnen de bacteriën de rest van het lichaam steeds meer inlijven.

Behandelingen van een bacteriële infectie

Om een bacteriële infectie de baas te worden kunnen een aantal verschillende behandelingen in gang worden gezet. Hierbij kun je onder andere denken aan:

  • het wegnemen van de infectiehaard, zoals het verwijderen van een abces,
  • het gebruik van geneesmiddelen, in de meeste gevallen zal er een ontstekingsremmer of een antibioticum in worden gezet.

Wat is een antibioticum?

In het verleden sprak men over een antibioticum als het een organische stof betrof die ziekteverwekkers (vooral bacteriën) in het lichaam kan bestrijden. Vandaag de dag wordt er gesproken van een antibioticum bij alle stoffen die toegediend kunnen worden om bacteriële infecties te lijf te gaan.

Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen twee groepen antibiotica:

  • de bactericide-, ofwel bacteriedodende antibiotica,
  • de bacteriostatische- ofwel bacterieremmende antibiotica, die de groei voorkomen.

Voor een bacteriedodende werking, zoals het geval is bij penicillinen, is de groei van de ziekteverwekkers soms nodig. Dit soort middelen kan, tenminste in theorie, bij voorkeur niet samen met een antibioticum uit de bacterieremmende groep, zoals doxycycline, worden gebruikt.