1. Beslagen brillenglazen
Beslagen brillenglazen worden vaak als erg hinderlijk ervaren. Tijdens het koken of het drinken van een warme drank lijkt het alsof je in een mistbank bent beland. Maar ook tijdens een wandeling in de regen kan je zicht als brildrager behoorlijk belemmeren. Verder kunnen beslagen brillenglazen worden veroorzaakt door temperatuurswisselingen en door intensief sporten. Je dient dan ook de glazen van een bril regelmatig schoon te maken. Doordat naderen beslagen brillenglazen als hilarisch beschouwen, voel je je juist bijzonder opgelaten.
2. Passen van je bril
Als brildrager heb je het soms zwaar te verduren. Zeker als er voortdurend iemand je bril wil passen. Na het passen volgt er, bijna standaard, de opmerking dat je wel erg slecht moet zien. Maar ook kreten over het irritante karakter van brillen en hun vreselijke uiterlijk kun je haast wel dromen. Je weet immers zelf maar al te goed welke ongemakken het dragen van een bril met zich meebrengt.
3. Zwemmen met een bril
Met een bril gaan zwemmen is absoluut niet prettig. Als brildrager kun je dan ook kiezen uit twee opties: je zet je bril af tijdens het zwemmen en vervolgens niets zien, of toch je bril blijven dragen en niets meer zien door de druppels die op de glazen terechtkomen. Uiteraard is het ook mogelijk om een duikbril op sterkte aan te schaffen. De meeste brildragers vinden een dergelijke aankoop echter overbodig en vaak veel te duur.
4. Je bril is zoek
Op het ogenblik dat een brildrager zijn, of haar, bril laat vallen of ergens heeft achtergelaten, dan zal er in de regel een ware zoektocht gestart worden. Het valt namelijk niet mee om een voorwerp te vinden als je zicht beperkt is. Zelfs als je je bril niet voortdurend draagt, zul je dit hulpmiddel nog regelmatig kwijt zijn. Steeds weer leg je je bril namelijk op een andere plek neer om vervolgens te vergeten waar dit precies was.
5. Onherkenbaar zonder je bril
Indien je altijd een bril draagt dan zal het voor andere mensen vaak lastig zijn om je te herkennen als je deze een keer niet draagt. Vaak kun je jezelf nog maar amper herkennen wanneer je in de spiegel kijkt. Niet enkel omdat je wazig ziet, maar ook omdat je niet anders gewend bent. Daarnaast krijg je regelmatig te horen dat iemand je knapper vindt met je bril. Natuurlijk speelt hierbij gewenning aan de bril een belangrijke rol.
6. Contactlenzen
Veel brildragers krijgen de vraag waarom zij geen overstap maken naar het dragen van contactlenzen. Daarbij wordt vaak vergeten dat niet iedereen contactlenzen kan verdagen. Maar ook kan je oogaandoening ervoor zorgen dat je geen lezen kunt dragen. Of misschien wil je gewoon geen contactlenzen gebruiken. Wanneer dit wel mogelijk en wenselijk was geweest dan had je je bril toch allang ingeruild voor lenzen.
7. De zon is niet altijd je vriend
Wanneer je een bril draagt dan kan de zon het soms aardig moeilijk maken. Zodra de zon namelijk schijnt, dien je constant te switchen tussen een tweetal brillen: je gewone- en je zonnebril. Dit wordt echter wat gemakkelijker als je een zonnebril op sterkte hebt laten maken of je brillenglazen zich aanpassen aan de hoeveelheid licht of je klepjes overwegen. In alle gevallen zullen er ontsierende ringen op je gezicht zichtbaar worden als je langere tijd met je bril in de zon hebt gezeten.
