Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Drugsverslaving

Een drugsverslaving is een toestand waarin je lichamelijk en/of geestelijk van een stof afhankelijk bent. Deze afhankelijkheid is zodanig dat je de betreffende stof niet, of erg lastig, kunt laten staan. Je gedrag is vooral gericht op het verkrijgen en het gebruiken van de drugs. Dit gedrag gaat vaak ten koste van het gros van alle andere dagelijkse activiteiten. Op het moment dat je lichaam de drugs moet missen dan kunnen er zich ernstige ontwenningsverschijnselen manifesteren.

Een drugsverslaving wordt ook wel een middelenverslaving genoemd en is een verslaving die door het gebruik van een bepaalde drug in stand worden gehouden. Drugs zijn op zichzelf verslavende middelen die een rechtstreekse invloed hebben op het functioneren van je hersenen. Om die reden worden drugs ook wel aangeduid als psychoactieve middelen.

Verschillende soorten drugs

Grofweg kan er een onderscheid worden gemaakt tussen een drietal drugscategorieën, te weten:

  • Stimulerende middelen zoals:
    • amfetamine,
    • cocaïne,
  • Verdovende middelen, zoals:
    • opium,
    • GHB,
    • heroïne.
  • Bewustzijnsveranderende (geestverruimende) middelen, zoals:
    • THC (de werkzame stof die voorkomt in marihuana),
    • LSD.

Fysieke- of mentale verslaving

Binnen de drugsverslaving kan er eveneens een onderscheid worden gemaakt tussen een fysieke- en een geestelijke verslaving. Een fysieke verslaving betekent dat je lichaam gewend is geraakt aan de drugs die op een intensieve manier worden gebruikt, en zich aan heeft gepast aan die verslavende stof. Indien er in een dergelijk geval het gebruik van de drugs wordt gestaakt dan treden er ziekteverschijnselen op zoals:

  • een verhoogde lichaamstemperatuur (koorts),
  • overgeven,
  • slapeloosheid.

Dergelijke verschijnselen worden ook vaak onthoudingsverschijnselen genoemd. Het telkens meer nodig hebben van een bepaalde drug om een gelijk effect te bereiken wordt aangeduid met de term tolerantie. Tolerantie zal bijna altijd voorkomen bij een verslaving aan drugs.

Mentale verslaving wil zeggen dat je een bepaalde drug nodig denkt te hebben of lekker denkt te vinden. Ook denk je dat je niet meer zonder het gebruik van deze drugs kan. Deze vorm van drugsverslaving kan van persoon tot persoon verschillend zijn omdat niet iedereen hetzelfde lekker vindt. Bij een mentale verslaving kun je zodanig naar drugs verlangen dat alle gedachten om het gebruiken en verkrijgen ervan zullen draaien. De geestelijke verslaving kan het chemisch evenwicht in je hersenen verstoren en als gevolg daarvan eveneens een fysieke invloed uitoefenen.

Wanneer spreek je van een drugsverslaving?

Om te kunnen spreken van een drugsverslaving dien je echter aan een aantal criteria te voldoen. Hierbij kun je onder andere denken aan:

  • het patroon van het drugsgebruik leidt duidelijk tot klinische beperkingen wat zich manifesteert in één of meerdere van de onderstaande kenmerken in een tijdsbestek van een jaar:
    • Terugkerend gebruik van drugs waardoor je niet langer kunt voldoen aan de eisen die gesteld worden op je werk, je school of in je thuissituatie.
    • Terugkerend gebruik van drugs in situaties waarin een lichamelijk gevaar op de loer ligt.
    • Terugkerend gebruik van drugs en de daaraan gerelateerde legale problemen.
    • Doorgaan met het gebruik van drugs ondanks de terugkerende sociale problemen of problemen met andere mensen die hierdoor zijn veroorzaakt of erdoor erger zijn geworden.
  • De symptomen die zich manifesteren voldoen niet aan de criteria van een drugsverslaving voor een bepaalde deze drug.

Drugsverslaving kan worden gediagnosticeerd op het moment dat er minstens drie van de volgende symptomen zich op hetzelfde moment voordoen in een tijdsbestek van een jaar:

  • Er ontstaat een tolerantie, dit betekent dat je steeds meer van de drug nodig hebt voor het bereiken van het gewenste effect of dat het effect steeds minder wordt bij het gebruiken van een gelijke hoeveelheid van een bepaalde drug.
  • Er ontstaan ontwenningsverschijnselen die kenmerkend zijn voor de bepaalde drug, of je neemt vergelijkbare middelen om dit effect de baas te worden.
  • De betreffende drug ga je in steeds grotere hoeveelheden gebruiken en voor een langere periode dan aanvankelijk de bedoeling was.
  • Je hebt een drang om te stoppen met het gebruik van de drugs, diverse (mislukte) stoppogingen gedaan of geprobeerd het gebruik te verminderen.
  • Je besteed een groot deel van je tijd aan het verkrijgen van drugs en/of aan het gebruik ervan.
  • Sociale activiteiten, die voorheen belangrijk voor je waren, zoals werk en/of vrijetijdsbestedingen worden minder of geef je volledig op voor je drugsgebruik.
  • Ondanks dat je weet dat de drugs een slechte invloed hebben op je lichaam en geest, ga je toch door met het gebruik ervan.