Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Paniekstoornis

Raak je de laatste tijd zomaar in paniek, zonder dat hier een aanleiding voor is? En ben je bang om opnieuw zo’n aanval te krijgen? Dan heb je last van een paniekstoornis. Deze aandoening kan een heel groot effect hebben op je leven en je dagelijkse bezigheden.

Een paniekstoornis staat ook wel bekend als hyperventilatie. Deze aandoening kan een aantal jaren duren en wordt afgewisseld met perioden van veel of weinig klachten. Als je vaak en langdurig last hebt van paniekaanvallen, dan word je angstig en onzeker, waardoor je vrijheid zeer beperkt wordt. Je durft nergens meer naar toe te gaan, omdat je bang bent om weer een aanval te krijgen. Je dagelijkse leven lijdt hier dus onder. Zo durf je niet meer goed naar je werk, familie, vrienden of de sportclub te gaan. Je wereld wordt erg klein en hierdoor kan je je lusteloos en somber gaan voelen.

Symptomen paniekstoornis

Bij een paniekaanval word je ineens ‘onwel’, zonder dat daar een aantoonbare reden voor is. Je beleeft dan een intense angst, die gepaard gaat met een aantal symptomen, zoals:

Als je voor het eerst een paniekaanval krijgt, dan denk je in eerste instantie dat je een hartaanval krijgt, doodgaat of gek wordt. Hierdoor raak je nog meer in paniek en wordt de aanval alleen maar erger. Er zijn mensen die verdovende middelen gaan gebruiken, om de angst minder te voelen. Dit zijn middelen als drugs, kalmeringsmiddelen of alcohol. Dit is natuurlijk ontzettend slecht, want zo kom je nog meer in een vicieuze cirkel terecht.

Redenen & Oorzaken van een paniekaanval

Het lijkt er vaak op dat een paniekaanval helemaal uit het niets komt. Toch is er vaak een reden voor. Verschillende factoren zijn van invloed op het wel of niet krijgen van een paniekaanval:

  • Stress: bij sommige mensen kan veel stress omslaan in hyperventilatie
  • Erfelijkheid: in de ene familie komen angststoornissen vaker voor, dan in de andere familie. Erfelijkheid speelt dus een rol
  • Gevoeligheid: de ene persoon is gevoeliger en kwetsbaarder dan de ander
  • Omgang met angst: de manier waarop een persoon met angst omgaat, is ook van invloed op het wel of niet krijgen van een paniekstoornis
  • Opwekkende stoffen: cafeïne kan de lichamelijke klachten alleen maar verergeren. Dit kan weer leiden tot een paniekaanval
  • Neurotransmitters: stoffen als neurotransmitters kunnen ook invloed hebben op je gevoeligheid voor paniek of angst. Deze stoffen zitten bij ieder mens in het bloed en het zenuwstelsel.

Eigenlijk kan ieder mens last krijgen van een paniekstoornis. Ongeveer vier procent van de Nederlandse bevolking heeft te maken met angst- en paniekklachten. Iedereen kan hier dus last van krijgen. Het maakt dus niet uit of je een man of vrouw bent, jong of oud of laag- of hooggeschoold bent. Iedereen kan een paniekaanval krijgen. Wel is uit onderzoek gebleken dat intelligentere mensen die emotioneel zijn, hier vaker mee te maken krijgen.

Behandeling ondergaan

Natuurlijk wil je graag van je klachten afkomen. Gelukkig kun je hier zelf al veel aan doen. Iets dat bij veel mensen met een paniekstoornis helpt, is het bijhouden van een dagboek. Schijf hierin op wat je voelt en denkt op het moment dat je een aanval hebt en hoe je reageert. Analyseer je gedachten ook kritisch en ga na of ze kloppen en of er nu ook echt een reden is voor paniek. Bedenk ook hoe je deze negatieve gedachten kunt omzetten in een positieve gedachte. Denk aan iets leuks, zoals je laatste vakantie of die gezellige familiedag. Door dit te doen, focus je je op iets anders. Je voorkomt dan dat de angst blijft heersen.

Breng je vrienden en familie op de hoogte van je klachten. Vertel ze waar je last van hebt. Ze begrijpen je dan beter en snappen ook waarom je ze nu wat minder vaak ziet. Vergeet ook niet dat de angst na een aantal minuten vanzelf weer minder wordt. Dit kan je moed geven. Je weet dan immers dat het niet voor eeuwig is.

Iets dat ook goed helpt, is om de aandacht af te leiden naar andere bezigheden. Zo helpt sporten erg goed. Dit vermindert en voorkomt klachten. Ga bijvoorbeeld een stukje hardlopen of fietsen als je een aanval voelt opkomen of zet harde muziek op en zing keihard mee.

Antidepressiva

Als je veel last hebt van de paniekstoornis en er zelf niet uitkomt, dan kun je de hulp van een arts inschakelen. Deze kan je dan antidepressiva voorschrijven. Na ongeveer zes weken begin je te merken dat de antidepressiva zijn werk doet. De eerste weken kun je last hebben van een aantal bijwerkingen, zoals:

  • Een droge mond
  • Meer angst
  • Maagdarmklachten
  • Zweten
  • Moeheid of slapeloosheid
  • Verminderd libido

Als je bent gestart met antidepressiva en de angst neemt juist toe, dan kun je om kalmeringsmiddelen vragen. Aangezien deze middelen verslavend werken, mag je ze maximaal 1 tot 2 weken gebruiken.