Vandaag start de vijfde editie van Tournée Minerale. Deelnemers gaan de uitdaging aan om gedurende een maand geen druppel alcohol te drinken. Maar hoeveel kwaad kan een glas bier, wit, rood of iets sterkers nu écht? Wij gingen te rade bij toxicoloog Jan Tytgat en De Druglijn-coördinator Tom Evenepoel.
Alcohol, in scheikundige kringen bekend als ethanol of C₂H₅OH, ontstaat doordat suikers beginnen te gisten die van nature in granen en fruit aanwezig zijn. Die suikers worden dan door gistcellen omgezet in alcohol. De eerste glazen werden 9.000 jaar geleden al gedronken, en ontstonden vermoedelijk puur toevallig doordat honing en water op een broeierige plek met gist in aanraking kwamen. De oude Egyptenaren zetten al recepten voor wijn op papyrus in 3.500 voor Christus. De Grieken en Romeinen hadden elk hun god van de wijn, respectievelijk Dionysus en Bacchus, waarmee ze duidelijk het belang van deze ‘godendrank’ onderstreepten.
Het delen van een goed glas in dito gezelschap is een eeuwenoude traditie die we maar wat graag in ere houden. Maar wat doet het met ons lijf, wat is een gezonde limiet en wanneer zijn we aan het overdrijven? Toxicoloog Jan Tytgat (KU Leuven) schenkt klare wijn – zij het met een scherpe afdronk. ‘Er bestaat niet zoiets als een honderd procent veilige ondergrens voor alcohol’, klinkt Tytgats eerste nuchtere vaststelling. ‘Het consumeren van alcoholische dranken kan niet zonder enig risico. We weten al langer uit studies dat de kans op onder meer bepaalde types kanker en hart- en vaatziekten verhoogt door het drinken van alcohol. Maar de nuance is: je kunt dat risico niet op individueel niveau definiëren. Er zijn ontelbare voorbeelden van Fransen en Italianen die veel vette kazen en wijn geconsumeerd hebben tijdens hun leven, maar toch heel oud geworden zijn. Ik formuleer het daarom liever zo: te veel alcohol schaadt zeker weten de gezondheid, en het risico op nadelige effecten neemt stelselmatig toe met de gebruikte hoeveelheid.’
Tien glazen per week
Een grootschalige studie naar alcoholgebruik van Cambridge University uit 2018, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet, giet die gebruikte hoeveelheid in concrete cijfers. Ook hun hoofdconclusie luidt dat ‘gezond drinken’ niet bestaat, maar ze stellen verder vast dat consumptie tot maximaal 100 gram alcohol per week – het equivalent van tien glazen – geen verhoogde kans op overlijden geeft. Een maatstaf die ook het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) sinds 2016 hanteert, en die later door de Hoge Gezondheidsraad overgenomen werd. Zij adviseren om niet meer dan tien standaardglazen per week te drinken, je gebruik te spreiden over de week en ook regelmatig een paar dagen niet te drinken. Eén standaardglas bevat volgens die som 10 gram ‘pure alcohol’ en stemt overeen met het equivalent van een pintje (250 ml), een glas wijn (10 cl) of een aperitief zoals porto (5 cl). Zware bieren (33 cl) tellen mee voor 1,7 tot 2,5 eenheden, afhankelijk van de sterkte. ‘Vóór 2016 hanteerden we de richtlijn van 14 consumpties voor vrouwen en 21 voor mannen, maar die is bijgesteld naar één maatstaf voor iedereen’, verklaart Tom Evenepoel, coördinator van De DrugLijn, een deelwerking van het VAD. ‘Enerzijds omdat we door de jaren heen meer te weten kwamen over de risico’s van alcohol, maar ook om één duidelijke, heldere richtlijn naar iedereen te kunnen communiceren en verwarring te vermijden. Het is ook geen exacte berekening; de norm is niet precies met een weegschaal wetenschappelijk afgemeten. Maar hij is wel duidelijk en behapbaar.’
‘Een fles wijn van 3 euro? Dat is vragen om een kater’
Evenepoel wil benadrukken dat de limiet van tien een preventieve richtlijn is. ‘We leggen niemand iets op. Maar we voelden een groeiende nood aan een bevattelijke houvast. De laatste jaren staan mensen kritischer tegenover alcohol en zijn ze bewuster bezig met een gezonde levensstijl – denk bijvoorbeeld aan het groeiende succes van de alcoholvrije maand Tournée Minérale.
Er is ook een duidelijk verschil als je kijkt naar de late twintigers en dertigers in vergelijking met de zestigplussers. Die laatsten zijn opgegroeid in een periode waarin veel drinken de norm was en je achter het stuur kroop met enkele glazen op. Zij houden nu vaker nog vast aan dagelijks een glas, terwijl de generaties daarna er een stuk bewuster mee omgaan.’
Verslik je je in je aperitief bij het horen van de limiet van tien standaardglazen per week? Volgens Evenepoel zegt dat meer over jouw eigen drankgebruik of dat rondom jou dan over de realiteit. ‘Uit de Belgische gezondheidsenquête van 2018 blijkt dat volwassen Vlamingen die wekelijks drinken, gemiddeld negen glazen per week consumeren. In 2013 waren dat er nog tien.
We weten allemaal dat er tijdens weekends vaak meer gedronken wordt dan tijdens de werkweek. Samen zorgt dat ervoor dat veel mensen rond de som van tien glazen zitten.’
Glaasje rood a day keeps the doctor away?
Wat dan met de vaakgehoorde claim dat een glas rode wijn per dag gezond zou zijn, dankzij antioxidanten zoals resveratrol die de kans op hart-en vaatziekten net zouden inperken? We moeten de rodewijnliefhebber helaas teleurstellen. Toxicoloog Tytgat: ‘Die stelling is intussen allang achterhaald door de wetenschap. Je kunt vandaag niet meer beweren dat af en toe een glas helpt om bepaalde gezondheidsvoordelen te halen.’
Een recente studie van Harvard University geeft een mogelijke verklaring voor dit ‘misverstand’. Het gezondheidsvoordeel dat in bepaalde studies aan rodewijndrinkers toegeschreven wordt, komt mogelijk naar voren doordat dit type drinkers er over het algemeen een gezondere levensstijl op na houdt. Het argument wordt ook weleens aangehaald in de context van de Franse paradox, het vraagstuk waarom het aantal hart- en vaatziekten zo laag ligt in Frankrijk, terwijl ‘vin, pain et Boursin’ zelden geschuwd worden van het Franse menu. Een mogelijke verklaring is de gematigde consumptie van onze zuiderburen in combinatie met een gezonde levensstijl, waardoor ze het binnen gezonde perken kunnen houden.
‘Als je vier pintjes drinkt, heeft je lijf zes uur nodig om die te verwerken’
Het legt meteen ook een pijnpunt bloot in studies rond voeding- en drankconsumptie: je kunt onmogelijk met alle individuele randfactoren van de ondervraagden rekening houden. Wat de verklaring ook moge zijn: objectief gezien heeft gematigde consumptie van rode wijn voor je gezondheid geen streepje voor op bier of sterkedrank, concluderen de onderzoekers van Harvard.
Vier pintjes drinken, zes uur verwerken
Het klassieke moment waarop pijnlijk duidelijk wordt dat alcohol niet thuishoort in de gezonde voedingsdriehoek, is na een nachtje doorzakken. Barstende hoofdpijn, misselijk, warm en koud tegelijk: de kater. ‘Dat ellendige gevoel wordt veroorzaakt door een aantal parameters’, legt Tytgat uit. ‘De belangrijkste dooddoener is een molecule die we zelf aanmaken in de lever wanneer alcohol afgebroken wordt: aceetaldehyde. De grote aanwezigheid van die stof zorgt voor de hoofdpijn, misselijkheid, een warmtegevoel … Maar anderzijds heeft alcohol ook een diuretisch effect. Je moet vaker plassen en gaat uitdrogen. Als je dat niet compenseert door de avond zelf veel water te drinken tussen de alcoholische consumpties door, beginnen je hersenen uit te drogen. Ook dat geeft nog eens extra hoofdpijn.’
Een ander neveneffect is misselijkheid. ‘Alcohol irriteert de maagwand’, verklaart Tytgat. ‘In sommige gevallen zo ernstig dat je moet braken. Dat kan ook liggen aan de combinatie met bepaalde voedingsmiddelen. Zo zijn er mensen die niet zo’n fan zijn van een kaas-en-wijnavond, omdat de optelsom van bepaalde stoffen uit kaas met sulfieten uit wijn een ergere kater veroorzaken. De combinatie van componenten uit rood vlees met wijn is nog zo’n klassieker.’
De enige remedie tegen een kater is de avond zelf voldoende niet-alcoholische dranken drinken, waardoor je hydrateert en langere pauzes inlast tussen je alcoholconsumptie door, benadrukt Tytgat. ‘Drink na twee alcoholische drankjes steeds twee eenheden die geen alcohol bevatten. Je lichaam heeft nu eenmaal veel tijd nodig om te ontgiften van alcohol. Een eenvoudig voorbeeld: als je vier pintjes drinkt, heeft je lijf zes uur tijd nodig om die te verwerken en de alcohol uit je lichaam te jagen. Gedurende de eerste vier uur kun je ongeveer drie pintjes verwerken. In de twee uur daarna nog eens eentje. Dus als je na een avondje op café om twee uur in bed gekropen bent, neem dan zeker niet om zeven uur al plaats achter het stuur, want je zult nog positief blazen bij een alcoholtest.’
Drink water, voor het te laat is
Heb je de goede raad van Tytgat in al je enthousiasme in de wind geslagen en lig je knock-out in de zetel? Dan is er volgens de toxicoloog maar één oplossing: geduld hebben. ‘Een frisse neus halen, een koude douche, omelet met spek, een sterke kop koffie, of allerlei gekke antikatermiddeltjes: ze helpen allemaal niet – tenzij puur psychologisch. De enige manier om erbovenop te komen, is wachten tot je lichaam de alcohol verwerkt heeft. En dat kan, zoals ik net zei, enkele uren duren.’
Veel water drinken de dag daarna kan zeker geen kwaad om je vochtniveau weer op peil te krijgen en alvast de hoofdpijn door uitdroging te bestrijden. Maar voor het algemene katergevoel door de aceetaldehyde – die zoals gezegd ook hoofdpijn veroorzaakt – zet het volgens Tytgat weinig zoden aan de dijk. ‘Zelfs vlak voor je gaat slapen nog enkele glazen water drinken, helpt niet meer. Als het promillegehalte in je bloed eenmaal hoog is, is het daarvoor te laat. Het helpt alleen om de avond zelf alcohol af te wisselen met bruiswater, cola, melk … eender welke vorm van niet-alcoholisch vocht.’
Nog een extra tip: wees niet te gierig bij de selectie van je drankkeuze. ‘Als ik wijnen in de supermarkt zie van drie à vier euro, dan stel ik me daar vragen bij. Hoe weten we zeker dat die naast het wettelijk toegelaten sulfiet ook niet nog andere ‘chemische rommel’ zoals andere bewaarmiddelen of aroma’s bevatten, waardoor je een kater krijgt?’ Al kun je hetzelfde fenomeen ervaren bij een degelijke, erg oude wijn, omdat er door langdurige omzettingsprocessen ook meer bijproducten vrijgekomen kunnen zijn die ons lichaam liever niet heeft.
Aziaten versus basketballers
Waarom de ene na drie glazen wijn met een houten hoofd wakker wordt, terwijl de ander vrolijk uit bed springt met een halve bak bier achter de kiezen, heeft volgens Tytgat dan weer met onze genencocktail te maken. ‘Hoe je alcohol verwerkt, heeft te maken met bepaalde enzymen die meer aan- of afwezig zijn in je lichaam. Dat is genetisch bepaald. Kijk bijvoorbeeld naar Aziaten, van wie geweten is dat ze niet goed tegen alcohol kunnen. Ze kunnen een kater hebben van één pintje. Dat komt doordat bepaalde enzymen té actief zijn en alcohol heel snel in aceetaldehyde omzetten. Ze krijgen binnen een halfuur na het drinken van een glas soms al hoofdpijn.’
‘Aziaten kunnen al hoofdpijn krijgen na één drankje’
Los van de genensamenstelling spelen nog andere factoren. ‘Wie kan iedereen zogezegd ‘onder tafel drinken’? Dat is een basketbalspeler van meer dan twee meter groot met veel spieren. Hij heeft een groter distributievolume om alcohol uit zijn bloed en dus ook uit de hersenen verwijderd te houden. Vrouwen hebben bijvoorbeeld een kleiner distributievolume, waardoor ze sneller aan die limiet van 0,5 promille in hun bloed zullen komen met een lagere alcoholconsumptie dan een man.’
Met de (pap)fles ingegoten
Het is feest, dus mogen onze kinderen ook al eens nippen van dat glaasje champagne, toch? Tytgat raadt aan om toch voorzichtig te zijn. ‘Kinderen onder zestien hebben nog een erg klein distributievolume, waardoor ze alcohol minder makkelijk uit hun bloed kunnen houden. Ze zullen veel sneller dronken worden dan volwassenen. Bovendien zijn hun organen nog in volle ontwikkeling. Als je hen al van jongs af aan regelmatig laat meedrinken, zal dat invloed hebben op de organen die nog moeten groeien, zoals de lever, het hart, maar ook het immuunsysteem. Er is geen enkele studie die zegt dat het niét nadelig is om alcohol aan kinderen te schenken.’
Of er een veilige leeftijd is wanneer het wel kan? Daar is volgens Tytgat geen pasklaar antwoord op, en het is voer voor een wereldwijd debat dat al langer wordt gevoerd. ‘In Amerika ligt de ondergrens op eenentwintig, de meeste Europese landen kiezen voor achttien jaar. Bij ons is het zestien voor een pintje, en achttien voor sterkedrank. Natuurlijk kan de ene zestienjarige heel bewust rustig een glaasje drinken – waarom niet? – terwijl de andere aan het bingedrinken slaat. Die laatste categorie moet echt beschermd worden. Daarom zou ik argumenteren om de limiet op achttien te zetten. Maar hoger is zeker niet raadzaam. Hoe meer je de leeftijdsgrens opschuift, hoe meer je heimelijk drinken stimuleert.’
Tom Evenepoel van De DrugLijn gelooft niet helemaal in de visie dat je kinderen beter thuis kunt ‘leren’ drinken omdat je anders de verboden vrucht aanlokkelijker