It looks like JavaScript is disabled. Please enable it in order for this website to work properly.

Schildklierproblemen: de behandeling

Jaro Broeklander
5 min read

Schildklierproblemen is een van de meest voorkomende situaties, miljoenen mensen over heel de wereld zijn hiermee geconfronteerd. Het kan dan gaan over bijvoorbeeld een aandoening als een:

  • vergrote schildklier (struma),
  • goed- of kwaadaardige schildklierknobbels of een
  • overactieve schildklier.

De schildklier is een vlindervormig orgaan wat zich net aan de voorkant van de hals bevind, in principe net voor de luchtpijp. De beide helften van de schildklier worden met elkaar verbonden door een dun stukje weefsel. De zenuwen die nodig zijn om de stembanden aan te sturen, liggen net  achter de schildklier.

Onder normale omstandigheden zal je de schildklier niet snel voelen, een opgezette schildklier is echter duidelijk zichtbaar, er ontstaat dan een zwelling in de hals. Deze zwelling is beter bekend onder de naam ‘struma’ of ‘krop’.

De schildklier heeft een niet te onderschatten functie in ons lichaam. Zo produceert het een drietal hormonen die essentieel zijn voor ons hele functioneren. Dit zijn de schildklierhormonen T4 (thyroxine of tetrajoodthyroxine) en T3 (trijoodthyroxine). De schildklier produceert daarnaast ook calcitonine. Deze laatstgenoemde is met name voor opgroeiende kinderen van belang omdat het mede verantwoordelijk is voor het reguleren van de botopbouw en dus de stevigheid van het skelet. Calcitonine verlaagt namelijk het calciumgehalte in het bloed door dit op te slaan in de botten. Hierdoor verstevigt de structuur van het skelet. Voor volwassenen is de werking van calcitonine gering.

De T3 & T4 hormonen die de schildklier produceert zijn weer van belang bij het regelen van het metabolisme in het lichaam, het bepaalt de mate waarin er energie uit de voeding wordt gehaald. Een niet goed functionerende schildklier heeft dus direct invloed op ons functioneren.

Een niet goed functionerende schildklier noemen we een hypothyroïdisme. Met deze aandoening kan je last krijgen van een aantal typische klachten waaronder overgewicht, vermoeidheid en gevoeligheid voor lage temperaturen. Bij een te actieve schildklier, hyperthyroïdisme, wanneer er dus te veel hormonen door de schildklier worden aangemaakt, leidt tot gewichtsverlies, verhoging van de hartslag en gevoeligheid voor warmte.

Behandelingsopties

Een niet goed functionerende schildklier heeft een behoorlijk aantal negatieve effecten waardoor medisch ingrijpen noodzakelijk is. Gelukkig is het niet in alle gevallen noodzakelijk om een operatie te overwegen, in veel gevallen is er medicatie voorhanden om schilklierklachten te behandelen.

  • Medicatie

Als er sprake is van een overactieve schildklier (hyperthyroïdisme) kan er gekozen worden voor een behandeling met geneesmiddelen om de overproductie van schildklierhormonen af te remmen. Om dit te bereiken wordt er veelal gebruik gemaakt van een schildklierremmer of radioactief jodium. Voorbeelden van schildklierremmers zijn Strumazol (thiamazol) en Carbimazol. Beide geneesmiddelen vertragen dus de afgifte van de hormonen waardoor er een mogelijkheid bestaat dat een te actieve schildklier weer te langzaam gaat werken met alle gevolgen van dien. Het is dus van belang dat de effecten van de medicatie goed worden opgevolgd. In zeldzame gevallen (bij 0.1% van de gebruikers) kan inname van schildklierremmers leiden tot agranulocytose. Hierbij daalt het gehalte van granulocyten (een bepaald type witte bloedlichamen) tot een bijzonder laag niveau waardoor het immuunsysteem ernstig kan verzwakken. In dergelijke gevallen is een regelmatig bloedonderzoek noodzakelijk.

Een te langzaam werkende schildklier (hypothyroïdisme) kan worden behandeld met hormoonvervangende medicatie. De geneesmiddelen die hiervoor worden gebruikt worden ook vaak ingezet bij de behandeling van schildklierkanker en andere schildklierklachten.

  • Operatie

Als behandeling met medicatie niet voldoende effect zou hebben is het mogelijk om te kiezen voor een operatie. Zo kan er voor gekozen worden om operatief een deel van de schilklier te verwijderen. In de volgende gevallen is een operatie een goed alternatief:

  • Bij een sterk vergrote schildklier, een struma of knobbel op de schildklier die hinder veroorzaakt. Hiervan is sprake als de schildklier of struma op de luchtpijp drukt of door de omvang andere klachten veroorzaakt.
  • Bij ongewenste bijwerkingen bij schildkliermedicatie.
  • Als er bezwaren bestaan tegen een behandeling met radioactief jodium.
  • Als er sprake is van kwaadaardige schildklierknobbels. Ook als het niet uitgesloten is dat er sprake is van schildklierkanker of indien de knobbel ondanks medicatie blijft groeien.

Als een operatie de beste kans op genezing heeft zijn er verschillende operaties mogelijk:

  • biopsie of lumpectomie – Een klein deel van de schildklier wordt dan chirurgisch verwijderd;
  • lobectomie – De helft van de schildklier wordt verwijderd;
  • subtotale thyroïdectomie – Na de operatie blijft slechts een klein deel van het schildklierweefsel achter;
  • bijna-totale thyroïdectomie – Na de operatie aan één zijde van de schildklier blijft slechts een miniscuul deel van het oorspronkelijke schildklierweefsel over;
  • totale thyroïdectomie – het gehele schildklierweefsel wordt verwijderd.

 

Door Jaro Broeklander