Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Laparoscopie

Bij een laparoscopische operatie (ook wel sleutelgatchirurgie genoemd) wordt er een kijkonderzoek verricht in de buikholte. Allereerst wordt er een kleine snee van ongeveer een centimeter groot gemaakt zodat de laparoscoop (een lange kijkbuis met daaraan een camera verbonden) kan worden ingebracht. Er zijn twee verschillende soorten laparoscopie. De eerste is een gynaecologische variant, waarbij een gynaecoloog de baarmoeder, eierstokken en eileiders bekijkt, en de tweede is een chirurgische variant, waarbij de chirurg de darmen en andere organen bekijkt in de buikholte.

De voordelen van een laparoscopie

Een laparoscopie dient niet alleen om te kijken, maar er kan ook meteen een kijkoperatie worden uitgevoerd. Zo kunnen verklevingen worden weggehaald, kan een blindedarmoperatie worden uitgevoerd of kan een orgaan verwijderd worden. Dit gebeurt door andere kleine sneetjes te maken in de buik. Zo’n kijkoperatie heeft vele voordelen ten opzichte van een normale buikoperatie. Zo zijn de littekens en wondjes veel kleiner en is het herstel dan ook een stuk sneller. Daarnaast is de kans op littekenweefsel in de buikholte tevens kleiner. Wel duurt de operatie een stuk langer en moet je dus langer onder narcose.

Wanneer wordt gekozen voor een laparoscopie?

Een laparoscopie is uitermate geschikt om littekenweefsel of ontstekingen in de buik te onderzoeken. De meeste laparoscopieën zijn diagnostisch van aard, wat inhoudt dat wat weefsel wordt weggenomen om naar een lab op te sturen voor verder onderzoek. Ook is er therapeutische laparoscopie, waarbij een arts gaat opereren. In de volgende gevallen wordt er gekozen voor therapeutische laparoscopie:

  • Er moet een orgaan worden weggehaald, zoals de blindedarm of galblaas.
  • Buikwandbreuken moeten worden hersteld, zoals een navelbreuk of liesbreuk.
  • Organen zoals de dikke darm, lever of milt moeten worden geopereerd.
  • Bij vrouwen: sterilisatie, het verwijderen van vleesbomen of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.

Een laparoscopie is niet voor iedereen geschikt. Het wordt afgeraden als je hartproblemen hebt, of als je overgewicht hebt.

De voorbereiding op een laparoscopie

Om je een beetje een beeld te geven wat je allemaal kunt verwachten bij een laparoscopie, vertellen we in dit stukje hoe de voorbereiding op een laparoscopie verloopt. Hoe lang je in het ziekenhuis moet blijven, verschilt per geval, maar de meeste mensen mogen na een dag het ziekenhuis alweer verlaten. Als je eenmaal weer thuis bent, ben je redelijk snel weer op de been en in staat broodjes te smeren of iets dergelijks. Voordat het onderzoek plaatsvindt, wordt er vaak bloed afgenomen en een algemeen lichamelijk onderzoek afgelegd.

De anesthesioloog vertelt je in een voorbereidend gesprek hoe de narcose verloopt en welke medicijnen je bijvoorbeeld mag of moet innemen. Soms komt er ook een elektrocardiogram of een longfunctieonderzoek om de hoek kijken. Je mag voor de laparoscopie niet hebben gerookt, gedronken of gegeten.

Tijdens de laparoscopie

Een verpleger of verpleegster brengt met een naald de narcose in en je valt in slaapt. Bij minder ernstige ingrepen is het ook goed mogelijk dat slechts voor plaatselijke verdoving wordt gekozen. Via een naald woord koolzuurgas in de buikholte gebracht, waardoor er genoeg ruimte ontstaat om de organen goed te kunnen zien. Op dat moment wordt de laparoscoop ingebracht en wordt deze op het beeldscherm gevolgd. Om te opereren worden meerdere sneetjes gemaakt waarin instrumenten kunnen worden ingebracht. Na de laproscopie worden de sneetjes gehecht.

Na de laparoscopie

Je wordt na de laparoscopie naar de uitslaapkamer gebracht, waar je via een infuus voldoende vocht krijgt toegediend. Dit infuus blijft zitten totdat je zelf weer in staat bent te drinken. Het kan mogelijk zijn dat na een operatie ook een katheder is ingebracht. In dat geval moet de katheder, om de urine af te voeren, nog een of twee dagen blijven zitten. Eenmaal thuis, is het mogelijk dat je nog wat klachten ondervindt ten gevolge van de operatie of laparoscopie. Ten eerste is dat je wat pijn kan voelen, waar je medicijnen voor mee krijgt van het ziekenhuis.

Ten tweede is dat misselijkheid, wat kan leiden tot overgeven. Verder kan je je vermoeid voelen door de narcose, wat een paar dagen kan aanhouden. Ook kun je pijn in je schouder voelen, wat een overblijfsel is van het koolzuurgas dat in de buikholte is gespoten. Je hoeft je echter verder geen zorgen te maken over dit koolzuurgas, omdat je lichaam dit vanuit zichzelf opruimt. Vrouwen kunnen na een gynaecologische laparoscopie last hebben van bloedverlies uit de vagina. Ook dit is binnen een paar dagen verholpen. Je kunt meestal een week na de operatie bij de huisarts terecht om de hechtingen te laten verwijderen. Normaal gesproken ben je binnen twee weken volledig van de laparoscopie hersteld.

Niets gevonden