Om je oog in alle richtingen te kunnen laten bewegen zijn er zes zenuwen nodig. Hoewel elke oogspier hierbij zijn eigen taak heeft, zijn er slechts drie hersenzenuwen verantwoordelijk voor de aansturing van deze spieren. Op het moment dat echter één van de hersenzenuwen minder, of helemaal geen, informatie doorgeeft aan één of meerdere oogspieren dan zal dit de beweeglijkheid en de stand van je ogen beïnvloeden.
De derde hersenzenuw
De derde hersenzenuw is verantwoordelijk voor het aansturen van zeven spieren in elk oog. Deze spieren hebben verschillende functies, waarvan het uitvoeren van verschillende bewegingen van het oog tot de meest belangrijke behoren.
Symptomen van een derde hersenzenuwverlamming
Als gevolg van een verlamming van de derde hersenzenuw kunnen er klachten ontstaan aan één of allebei je ogen. Bovendien kan de derde hersenzenuw geheel, of slechts deels, verlamd zijn. De meest kenmerkende symptomen van een derde hersenzenuwverlamming zijn:
- een ooglid gaat omlaag hangen,
- je oogstand is afwijken,
- je gaat dubbelzien,
- je oog kan minder goed bewegen,
- je pupil is verwijd,
- je zicht kan zijn verslechterd.
Wanneer de volledige derde hersenzenuw is verlamd zal je ooglid gaan hangen maar omdat je zicht, met het betreffende oog is verslechterd, zullen andere symptomen soms niet worden opgemerkt. Bij een derde hersenzenuwverlamming zal je oog in de regel naar buiten, en wat naar beneden, gaan staan. In gevallen waarbij het ooglid niet over de pupil hangt, zal er sprake zijn van dubbelzien. De mate van dubbelzien is van persoon tot persoon verschillend en is afhankelijk van een heleboel uiteenlopende factoren.
Je oog is, door een derde hersenzenuwverlamming, minder goed of helemaal niet meer in staat om naar je neus te draaien. Maar ook zal het omhoog en omlaag kijken voor problemen zorgen. Om deze reden zal het dubbelzien variëren van de richting waarin je kijkt. Bij een derde hersenzenuwverlamming zullen de spieren, die je pupil moeten laten vernauwen, niet meer optimaal functioneren. Je pupil zal niet meer reageren op licht. Als gevolg daarvan kun je gevoelig zijn voor licht en, vooral op korte afstand, een wazig zicht hebben.
Oorzaken van een derde hersenzenuwverlamming
Slechts in sporadische gevallen zal een derde hersenzenuwverlamming aangeboren zijn. Bij de meeste mensen zal deze dus in de loop van hun leven ontstaan. Een verlamming van de derde hersenzenuw is in veel gevallen het gevolg van:
- diabetes,
- een te hoge bloeddruk,
- een virale infectie,
- doorbloedingproblemen,
- trauma.
Een combinatie van deze oorzaken kan ook verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van een derde hersenzenuwverlamming. In zeer zeldzame gevallen kan een hersenbloeding of een hersentumor aan worden gewezen als de oorzaak van een verlamming van de derde hersenzenuw. In een heleboel gevallen wordt, ondanks gedegen uitgevoerd onderzoek, geen duidelijke oorzaak gevonden.
De prognose van een derde hersenzenuwverlamming
De oorzaak van de verlamming van de derde hersenzenuw is voor een belangrijk deel bepalen voor de prognose. Zo kan er bijvoorbeeld volledig herstel plaatsvinden (in de regel binnen een half jaar) en kunnen de spieren van je oog dus weer als van ouds functioneren.
In andere gevallen zal er echter sprake zijn van een gedeeltelijk, of helemaal geen herstel, van de oogspierfuncties. Op het moment dat deze functie wel weer herstelt, zal eveneens het dubbelzien afnemen of zelfes geheel verdwijnen. Indien een derde hersenzenuwverlamming aangeboren is dan is herstel helaas niet mogelijk.
Het behandelen van een derde oogzenuwverlamming
Indien je veel last hebt van het dubbelzien, de afwijkende stand je oog of het hangend ooglid voor hinder zorgt dan kan een speciale prismabril en/of een operatieve ingreep aan de oogspieren een uitkomst zijn.
Een prisma is een speciaal brillenglas dat ervoor zorgt dat het beeld wordt verplaatst en de dubbele beelden over elkaar worden geschoven zodat er één beeld ontstaat. Er zijn verschillende prisma’s verkrijgbaar en daarom zal van persoon tot persoon bekeken moeten worden welke het meest geschikt is. Als de afwijking van de oogstand stabiel of klein is dan kan er een prismacorrectie in het brillenglas verwerkt worden.
Een operatie van de oogspieren zal alleen uit worden gevoerd als een prismacorrectie niet mogelijk is. Bovendien zal er minstens een half jaar worden gewacht met opereren omdat er soms spontaan herstel optreedt. Daarnaast zal er sprake moeten zijn van een stabiele afwijking. Door middel van de operatieve ingreep zal de afwijkende oogstand minder te maken, het evenwicht tussen de oogspieren te verbeteren en het dubbelzien.
Na een operatie van de oogspieren kan de beweeglijkheid van je oog echter ook wat minder blijven waardoor toch nog wat dubbel kan blijven zien. Soms kan een prismacorrectie de situatie echter nog wat verbeteren. In ernstige gevallen, als je ogen erg slecht samenwerken, zal er helaas altijd een dubbelbeeld aanwezig blijven. Indien de derde hersenzenuwverlamming aangeboren is dan kan een oogspieroperatie de stand van het oog verbeterd worden. Cosmetisch gezien zal het oog dan in een betere stand staan.