Ben je werkzaam in de horeca? Dan heb je ongetwijfeld reeds te maken gehad met deze 11 zaken.
1. Hollen of stilstaan
Wanneer je in de horeca werkt is het hollen of stilstaan. Iedere werkdag hoop je dat het niet te druk wordt. Al evenmin zit je te wachten op een dag dat je alleen maar kunt nagelbijten. Op momenten dat je het niet meer verwacht, of dat het je het minst goed uitkomt, kan het opeens enorm druk worden. Zodra je echter extra personeel hebt geregeld, is de zaak zo goed als leeg.
2. Geen 9 tot 5 werkdag
Voor mensen die werken in de horeca begint een werkdag in de regel niet om 9 uur en eindigt deze om 5 uur ‘s middags. Het komt dan ook vaker voor dat je werkt van 11 tot 2. Ook vrije weekends zijn voor horecapersoneel niet zo vanzelfsprekend en eerder een uitzondering dan vaste regel. Op zaterdag en zondag moet je immers gewoon present zijn op je werk.
3. Klant is koning
In de horeca merk je extra goed dat de klant altijd koning is. Je bereikt dan ook meer met een vriendelijk woord of gebaar, dan met een discussie met een klant. Klanten komen immers naar je zaak om een goede tijd te hebben en te genieten van de service die hen wordt geboden. Elk gebaar van vriendelijkheid zal dan ook zeker worden gewaardeerd. Zelfs het bakje water voor de hond wordt door klanten doorgaans als erg attent beschouwd.
4. Serveren is een kunst
Door in de horeca te werken, leer je al snel om drie, of soms zelfs vier, warme en volle borden ineens te dragen. Aan het einde van een drukke werkdag zal je geplette pink je dit echter niet in dank afnemen. Meerdere borden tegelijk dragen bespaart echter tijd. Bovendien willen de meeste klanten aan één tafel op hetzelfde moment met hun maaltijd kunnen beginnen.
Arme, geplette pink. Ook voor het dragen van een overvol dienblad met glazen draai je je hand niet meer om. De drankjes voor meerdere tafels neem je dan ook zonder problemen in één keer mee.
5. Knoeien over klanten
Vrijwel iedereen die in de horeca werkt, is het weleens overkomen: het knoeien van eten of drinken over een klant. Je doet dit uiteraard niet met opzet. Toch kun je je behoorlijk opgelaten voelen als er een glas rode wijn, of een bord spaghetti, over het witte kleedje van een klant kiepert. Het lijkt erop dat hoe meer je je best doet om dergelijke knoeipartijen te voorkomen, hoe vaker het je zal overkomen.
6. Etensgeuren komen je neus uit
Al na een paar dagen werken in de horeca kun je de geur van bepaalde gerechten niet meer verdragen. Denk maar eens aan de geur van frieten die in je huid, karen en kleding lijkt te gaan zitten. Maar ook de indringende geur van mosselen zul je niet voortdurend om je heen willen hebben. Maar hoe vaak je jezelf en je kleding ook wast, bepaalde geuren lijken maar niet te willen verdwijnen.
7. Vriendelijke klanten
Hoewel het gros van de klanten echt vriendelijk zijn, zijn er ook mensen waarbij je absoluut geen goed kunt doen. Zelfs niet als een bestelling helemaal correct wordt geserveerd. Bij deze klanten lijkt er altijd iets niet in orde te zijn. Het vlees is te gaar, of juist te rauw. Op het moment dat je, met het schaamrood op je kaken, een foutieve bestelling serveert dan breekt werkelijk de hel los. In het meest erge geval lopen klanten dan zelfs boos de zaak uit.
8. Flirterige klanten
Van tijd tot tijd komt er wel een klant langs die je probeert te versieren. Als je in de horeca werkt is dit vrijwel niet te vermijden. Er zijn zelfs klanten die speciaal voor jou in de zaak komen, en in het ergste geval zelfs naar je vragen als je een dagje vrij hebt. Gelukkig weten je collega’s wat het betekent om in een dergelijke positie te verkeren. Zij hebben dergelijke ervaringen met klanten immers ook al meerdere keren achter de rug.
9. Smartphones aan tafel
De verslavende werking van Smartphones wordt je pas echt duidelijk als je een poosje in de horeca werkzaam bent. Mensen blijven met dit apparaat in hun handen zitten zelfs als je een bestelling op wilt nemen. Maar ook als een bestelling wordt geserveerd, liggen Smartphones vaak enorm in de weg. Toch wordt er van jou verwacht dat je de juiste bestelling, zonder te morsen op tafel zet. De Smartphones blijven daarbij een permanente plaats innemen en van elke gang dient eerst een foto genomen te worden.
10. Hulp tijdens het afruimen
Er zijn altijd van die vriendelijke, of overijverige, klanten die je willen helpen' bij het afruimen van de tafel. Hierbij vergeten ze echter dat je een bepaalde manier van afruimen is aangeleerd. Het opstapelen van borden, schalen en glazen door de gedienstige klant werkt dan ook vaak averechts. Dikwijls betekent dit namelijk dat je vaker tussen de keuken en de betreffende tafel heen en weer moet lopen om deze af te ruimen. Je blijft echter vriendelijk lachen en je dank uitspreken voor deze vriendelijke geste van de klant. Volgende keer bij voorkeur de waardering dan maar uiten in de vorm van een leuke fooi?
11. Voedselverspilling
Het werk in de horeca opent al snel je ogen als het gaat om de verspilling van voedsel. Elke dag worden er immers grote hoeveelheden voedsel in de vuilnisbak gekieperd. De nog bruikbare voedselresten van het ene bord overhevelen naar een nieuwe bestelling is immers niet toegestaan. Ook ongebruikte bakjes met sauzen kun je niet bij een volgende bestelling plaatsen, deze dienen eveneens rechtstreeks in de vuilnisbak te verdwijnen.
