“Vijf minuten mag je standaard te laat komen, dat weet toch iedereen?” Als je deze zin herkenbaar vindt of juist irritant, dan ben je of een laatkomer of iemand die ermee moet zien om te gaan. Als laatkomer ben je overal en altijd te laat. Dingen missen, excuses bedenken en lopen. Het leven van een laatkomer bestaat niet uit rozen.
1. Het begin van activiteiten missen
Als laatkomer ben je vaak te laat. Dat klinkt logisch, toch? Een nadeel is dat je bij activiteiten, zoals een les of een film in de cinema, steevast het begin mist. “Ik snap het nog niet, wie is die man met die S op zijn borst?”
2. Een meester zijn in het bedenken van excuses
“Mijn hond moest opeens naar de dierenarts, sorry!” of “Ik bleef met mijn veter achter een stoeptegel hangen, waardoor ik op de grond viel en mijn telefoon een grote barst opliep. Daardoor kon ik niet zien in welke ruimte we de vergadering hadden, sorry!” als laatkomer beschik je over een grote fantasie en laat je geen detail liggen om je verhaal zo uitgebreid en geloofwaardig mogelijk over te laten komen.
3. Je buigt de regels van tijd
Als laatkomer weet jij eigenhandig de perceptie van afspraken en tijd te verbuigen. Je mag namelijk altijd vijf minuten te laat komen, toch? Dat weet iedereen.
4. Altijd aan het rennen, vliegen en opstaan
Als laatkomer kun je niet goed inschatten hoeveel tijd je hebt. Hierdoor moet je altijd rennen en je haasten om niet té laat te zijn. “Houd de lift vast!”
4. Treuzelen tot je te laat bent
Als laatkomer kun je treuzelen precies tot op het moment dat je bijna te laat bent. Je hebt immers wel een reputatie om hoog te houden.
5. Je krijgt een reputatie
Op een gegeven moment gaat iedereen om je heen zich aanpassen aan jouw perceptie van tijd. Een negatieve typering van jouw gedrag is een bijkomend gevolg. Als vrienden met je afspreken, gaan ze vijf minuten later van huis weg om zo niet te hoeven wachten.
6. Je zet meerdere wekkers
Je kent jezelf, dus je weet dat je in ieder geval drie wekkers nodig hebt om nog maar een beetje op tijd op te kunnen staan. Waarom lig je ’s ochtends toch altijd lekkerder dan ’s avonds?
7. Je knuffelt de sluimerstand op je wekker
“Nog even omdraaien. Ah, nog tien minuutjes liggen. Ik sla het douchen wel over.” Het lijkt onmogelijk om bij de eerste wekker eruit te gaan, je hebt die sluimerstand toch niet voor niets?
8. Je kent jezelf
Als laatkomer weet je in ieder geval wie je bent. Meerdere wekkers, latere afspraken en alles klaarleggen voordat je gaat slapen; het laat zelfkennis zien. En dat siert je, want de rest van de eigenschappen kunnen je omgeving irriteren.