Ben je opgegroeid in een drukke, bruisende stad? Dan hoefde je waarschijnlijk geen kilometers naar school te fietsen en woonden je vriendinnen dicht bij je in de buurt. Sommigen zijn echter opgegroeid in een dorp. Iets dat ook veel voordelen heeft. Als je bent opgegroeid in een boerendorp, zijn deze voordelen je vast herkenbaar.
Veel speelruimte
In je dorp was het altijd lekker rustig. Je had de ruimte om overal te spelen, te fietsen, hutten te bouwen en tikkertje te doen. Dit kon gewoon op straat of op het veld. Iets dat in een drukke stad heel anders is. Hier kon je alleen maar spelen op het daarvoor bestemde pleintje.
Altijd natuur om je heen
Als je bent opgegroeid in een boerengat, heb je veel meer oog voor de natuur. In je dorp rook het altijd heerlijk, naar lekker vers gras, bloembollen en natte bladeren. Alles was er groen; de tuinen, parken en velden. Heel anders dus dan in de stad, waar je meer de geur van uitlaatgassen inhaleert en waar groen iets bijzonders is.
Je hebt geleerd om voor anderen klaar te staan
In een dorp is het heel normaal om voor een ander klaar te staan. Dat doet iedereen. Zo werd je naar school gebracht door de buurvrouw en bijna heel het dorp kwam langs om je te feliciteren als je jarig was. Als er iets in huis gemaakt moest worden, kwam er gelijk een dorpsbewoner om dit probleem te verhelpen. Hierdoor heb je dus geleerd om behulpzaam te zijn en sta je sneller voor anderen klaar.
Je bent nuchter
In de stad lopen veel verschillende types. Je komt hier dus nogal wat tegen, zoals een vrouw met tien neuspiercings en drie verschillende kleuren haar of een man met een getatoeëerd gezicht. Verder hoor je uitspraken, “als hotte patta’s heb je aan, flexe shit”. Wat niets meer betekent dan leuke schoenen heb je aan. Jij denkt dan weer; gebruik gewoon normale taal. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Als dorpsmeisje ben je dus lekker nuchter gebleven.
