Je leest tegenwoordig heel veel over narcisme, maar toch bestaan er ook nog heel wat misverstanden over de persoonlijkheidsstoornis. Narcismecoach Nelly De Keye legt haarfijn uit wat narcisme juist is en hoe je ermee kunt omgaan. Tot op een bepaald niveau, tenminste.
De Griekse halfgod Narcissus was een jager. Toen hij op een dag even uitrustte aan een kristalheldere
vijver, zag hij zijn weerspiegeling in het water. Hij dacht dat het een mooie geest was en werd
verliefd op zijn eigen spiegelbeeld. Nog steeds leeft Narcissus verder in het woord narcisme. Volgens
het woordenboek Van Dale betekent narcisme ‘ziekelijke liefde voor zichzelf’. Al is narcismecoach
Nelly De Keye het daar niet helemaal mee eens. ‘Men denkt soms dat narcisten zichzelf heel graag
zien, maar dat klopt niet. Ze kunnen niet liefhebben. Ook zichzelf niet. Integendeel, ze hebben
vaak zelfs een minderwaardigheidscomplex. En hun narcistische gedrag is puur uiterlijke schijn.’
Stoornis versus gedrag
‘Narcisme is het ontkennen van je eigen persoonlijkheid ten voordele van een zelf gefabriceerd
imago. Of eenvoudiger gezegd: narcisten doen zich anders voor dan dat ze eigenlijk zijn’, begint Nelly
De Keye. ‘Wat maakt van een narcist nu een narcist? Dan moeten we al meteen het onderscheid
maken tussen narcisme als persoonlijkheidsstoornis en narcistisch gedrag. De narcistische
persoonlijkheidsstoornis ontstaat altijd in de kindertijd. De stoornis is niet aangeboren, maar je ziet ze wel
vaker verschijnen in dezelfde families. Dat komt niet zozeer omdat het erfelijk bepaald is, maar wel
omdat er in die families anders wordt omgegaan met het doorgeven van liefde. Als een kind opgroeit
zonder liefde of een hechte band met moeder, vader of een andere verzorger, dan is dat
traumatisch. Het kind vlucht dan naar een droomwereld, waarin het van zichzelf een ideaalbeeld
maakt. Het maakt geen onderscheid meer tussen wie het echt is en het beeld dat het geschapen
heeft. Het kind blijft ook later in de droomwereld leven waarin het de ster is. Maar achter die façade
die ze aan de buitenwereld tonen, zit een klein, zielig, onzeker kind.’
Gevoelens versus emoties
‘Zoals ik al zei ontstaat de narcistische stoornis door een trauma in de kindertijd. Door dat trauma op
jonge leeftijd sluiten narcisten zich af voor hun diepere gevoelens. Dat is dramatisch, want
daardoor hebben ze geen diepgaande gevoelens meer en kunnen ze dus niet écht liefhebben.
Belangrijk hierbij is het verschil tussen gevoelens en emoties. Gevoelens komen vanuit je
persoonlijke kern. Emoties zijn reacties van ons lichaam op een impuls. Het zijn golven die komen en
gaan. Waarom benadruk ik het verschil zo sterk? Omdat het heel moeilijk is om die twee van elkaar
te onderscheiden. Narcisten hebben geen diepgaande gevoelens, maar wél emoties. Voor de buitenwereld is het soms moeilijk om narcisten te herkennen, omdat ze wel boos, verdrietig of blij kunnen zijn.’
‘Personen met een narcistische stoornis kunnen geen diepgaande liefdesrelatie hebben. Als je
langere tijd samen bent met een narcist, dan ondervind je dat de relatie altijd oppervlakkig blijft. Het
lijkt daarom in het begin op een gezonde relatie, maar narcisten laten naar de buitenwereld enkel hun
masker zien. Ze zijn altijd op zoek naar bevestiging. Niet naar bevestiging van wie ze echt zijn,
maar naar bevestiging van hun masker. Zolang ze die bevestiging krijgen dat ze de liefste, de beste,
de charmantste zijn, dan is alles oké. In het begin van een relatie, wanneer je zo’n dingen vaak
benadrukt, heb je dan ook een vrolijke partner. Je merkt een narcistische stoornis pas later op, bijvoorbeeld wanneer je gaat samenwonen. Dan zeg je niet meer alle dagen tegen je partner dat hij de allerbeste is, waardoor de narcist gefrustreerd raakt. Narcisten zullen zelf nooit het probleem zien, want ze kunnen niet op een kritische manier naar zichzelf kijken. Per definitie is alles wat fout loopt, de schuld van iemand anders en dat is ook typisch in een narcistische relatie. Het gevolg? De andere krijgt een schuldgevoel. Narcisten draaien alles om en beschuldigen anderen immers van het gedrag dat ze zelf vertonen.’
Omgaan met een narcist
‘Als je te maken hebt met narcisme, is het belangrijk om grenzen te stellen. Hoogsensitieve
personen hebben heel veel empathie, ze voelen wat iemand nodig heeft en ze hebben een hoog
verantwoordelijkheidsgevoel, maar ze stellen niet gemakkelijk hun grenzen. Daarom zijn ze de ideale
en vaak eerste prooi van een narcist. Iemand met een voldoende, gezonde vorm van zelfvertrouwen
zal weinig last hebben van narcisten. Narcisme ketst namelijk af op eigenwaarde en zelfvertrouwen.
Stel, je hebt een groep met tien personen waarvan er één narcist is. Niet iedereen van die groep zal
dat merken. Het is enkel de persoon die onvoldoende eigenwaarde heeft of hoogsensitief is die ten
prooi zal vallen aan de narcist. Dat maakt het vooral moeilijk omdat de prooi ook moeilijk geloofd wordt. In het gezelschap van anderen, zal de narcist ook zijn of haar narcistische gedrag niet per se vertonen, dat gebeurt op een verborgen manier.’
‘Narcisten geven jou het gevoel dat je zelf niet goed genoeg bent, ze halen je eigenwaarde en
zelfvertrouwen omlaag en slorpen energie. Maar ze geven jou daar ook altijd de schuld van.
Wil je omgaan met narcisme? Dan moet je het niet alleen herkennen, maar je ook kunnen
verplaatsen in het hoofd van een narcist. Dat wil zeggen dat je eigenlijk een soort empathie aan de
dag moet brengen voor een narcist. Eens je ziet wat een zielig figuur hij of zij is, dan stop je ook met
vingerwijzen en de schuld bij hem of haar te leggen. En dan verdwijnt ook de angst, want een narcist
houdt zijn of haar prooi in zijn macht door die persoon angst aan te jagen. Ik vind het belangrijk om daar een evenwicht in te vinden. Als je over narcisten leest, lees je meestal over de verschrikkelijke dingen die
ze veroorzaken. En dat klopt ook, ze verwoesten echt levens. Maar je kan het pas aanpakken als je
beseft waar het vandaan komt. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je er in mee moet gaan of het moet verdragen. Als je alle schuld op de narcist schuift, dan doe je eigenlijk hetzelfde als wat zij doen. Als het er op aan komt is iedereen nog altijd verantwoordelijk voor zijn eigen leven.’
Wil je meer te weten komen over narcisme en leren hoe om te gaan met een narcist in je omgeving? Je vindt het boek Narcisme van Nelly De Keye vanaf vandaag in de winkels.