Er zijn volwassen mensen die kleiner zijn dan één meter. Dit zijn mensen die lijden aan dwerggroei. Mensen die lijden aan deze aandoening zijn echter niet alleen kleiner dan veel anderen, ook hebben zij in de regel ook nog een aantal andere, grote en minder grote, gebreken.
Verschillende vormen van dwerggroei
Er kan een verschil worden gemaakt tussen primordiale- en gewone dwerggroei. In verhouding hebben mensen met een gewone dwerggroei korte ledenmaten met een normaal hoofd en romp. Bij primordiale dwerggroei zijn deze verhoudingen tussen het hoofd, de romp en de ledenmaten wel kloppend, alleen heeft alles een kleiner formaat. De laatste vorm is een variant die maar sporadisch voorkomt (ongeveer honderd mensen ter wereld). De mensen die lijden aan primordiale dwerggroei lijden worden in de regel niet ouder dan ongeveer dertig jaar.
Een ander verschil dat duidelijk kan worden waargenomen tussen gewone- en primordiale dwerggroei is de lichaamslengte. Zo wordt je met gewone dwerggroei bijvoorbeeld niet groter dan 1,45 meter en als je lijdt aan primordiale dwerggroei dan zal je lichaamslengte zelfs niet boven de 1 meter uitkomen.
Het stellen van de diagnose
Of je lijdt aan primordiale dwerggroei kan pas na je derde levensjaar worden vastgesteld. Voor die tijd si je lichaam immers nog te klein. Bovendien zal er eerder vanuit worden gegaan dat er andere oorzaak de basis vormt voor de slechte groei van een kind. Hierbij kun je onder andere denken aan te weinig of slechte voeding maar ook aandoeningen aan de darmen zodat er niet voldoende voeding opgenomen kan worden door het lichaam.
Symptomen van dwerggroei
Het is niet zo dat mensen met dwerggroei alleen maar kleiner zijn dan de meeste anderen. Er spelen namelijk meer factoren een belangrijke rol bij dwerggroei. Bij primordiale dwerggroei zitten bijvoorbeeld de heupen dikwijls niet op de juiste plaats omdat het komvormige gewricht te veel is afgeplat en daardoor het bekken niet goed op zijn plaats kan houden.
Tijdens de zwangerschap kan er bij de foetus al een groeivertraging ontstaan. De basis van primordiale dwerggroei wordt dus al voor de geboorte gelegd. Een baby met dwerggroei zal in de regel ook rond de vijfendertigste zwangerschapsweek ter wereld komen. De lengte van de pasgeborene is dan ongeveer 16 centimeter, in plaats van de gemiddeld 50 centimeter. Het gewicht ligt bedraagt ongeveer 1,4 kilogram, in plaats van de drie kilogram die een gemiddelde pasgeboren baby weegt.
Na de geboorte zal het kindje eveneens slecht groeien. Dit kun je zowel merken bij het meten van de lengte als bij het wegen. Het hooft van de baby vertoont eveneens een tragere groeit dan de rest van het lichaampje. De botten van de benen en armen zullen ook niet de normale lengte bereiken. Bepaalde kinderen die lijden aan dwerggroei hebben te maken met een kromme wervelkolom en een ontbrekende knieschijf. Daarnaast kunnen zij de gewrichten van hun heupen en ellebogen goed te bewegen.
Iemand met dwerggroei kan verder vaak gemakkelijk worden herkend aan de kenmerkende gelaatstrekken. Er is sprake van een klein hooft met een hellend voorhoofd, een relatief grote neus, kleine kaak en ogen die meer dan normaal uit de kassen puilen.
