Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Wanneer spreken we van een trauma en hoe kunnen we ermee omgaan? De psychiater legt uit

Lynn Guillaume
10 min read

Trauma’s vallen moeilijk onder woorden te brengen. Ze raken aan je psychisch functioneren en de connectie met de wereld om je heen. In ‘Leven met trauma’ schetst psychiater Marc Van Steenkiste hoe mensen omgaan met traumatische gebeurtenissen. Zijn boek is geen zelfhulp boek waarmee je je zelf kunt ‘genezen’ – daar is trauma te complex voor – maar probeert een hulp te zijn, door woorden aan te reiken voor wat niet gezegd kan worden.

De dood van een dierbare, een pijnlijke relatiebreuk, een zwaar verkeersongeval… Niemand blijft in z’n leven van miserie gespaard. Hoewel zulke ingrijpende gebeurtenissen je leven compleet door elkaar kunnen schudden, zijn ze niet allemaal traumatisch te noemen. ‘De laatste jaren is er veel meer aandacht voor trauma’, zegt psychiater Marc Van Steenkiste in zijn boek ‘Leven met trauma’. ‘Voor hulpverleners zijn er steeds meer opleidingen en literatuur op de markt en de laatste twintig jaar is de kennis over trauma aangevuld met belangrijke inzichten uit neurobiologisch onderzoek.’ Een goede zaak, maar tegelijkertijd dreigt een nieuw gevaar: een inflatie van het begrip trauma. ‘In de populaire pers en op sociale media zie ik mensen iets te makkelijk verklaren dat ze getraumatiseerd zijn. Alsof ze daarmee de ernst van wat hen is overkomen willen onderlijnen. Denk aan mensen die beweren die zich getraumatiseerd te voelen na een beledigende opmerking, wat uiteraard iets heel anders is dan dan de ernstige mishandelingen die ik in de klinische praktijk tegenkom. Het lijkt mij ook niet wenselijk om elke pijnlijke verliessituatie gelijk te stellen met een traumatische ervaring. Het woord ’trauma’ wordt gemakkelijk in de mond genomen en dat doet onrecht aan de slachtoffers van zware traumatische ervaringen.

Woordeloos

Wanneer spreken we van een traumatische gebeurtenis? ‘De kern van een trauma bestaat erin volledig te zijn overgeleverd aan het noodlot of aan de boosaardige willekeur van een ander, zonder dat je daarop ook maar enige impact hebt’, zegt Van Steenkiste. ‘Die totale machteloosheid veroorzaakt een existentiële angst die zeer moeilijk in woorden te vatten valt. Misschien kun je de feiten en omstandigheden beschrijven, maar de traumatische ervaring zelf is nauwelijks over te brengen, zeker aan iemand die geen lotgenoot is.’ En die onverwoordbaarheid op zich is een grote bron van lijden. ‘Ernstig getraumatiseerde mensen blijven vaak lang gehuld in een waas van stilzwijgen. Dat verklaart misschien ook waarom hun zoektocht naar erkenning of begrip zo moeilijk is. De banalisering van het woord trauma kan het spreken nog moeilijker maken. Traumaslachtoffers willen anderen, die zich wel gemakkelijker in de kijker plaatsen, niet het gevoel geven dat ze hun lijden minimaliseren.’

Aantasting van de waardigheid

Naast de totale machteloosheid en grote dreiging voor de fysieke of psychische integriteit bevat een trauma vaak nog een derde element: de aantasting van de waardigheid. ‘Een traumatische ervaring valt steeds op wie je bent. Bedrogen worden door je partner is voor de ene een bijzonder onaangename ervaring die hij niet zal vergeten, maar kan voor een ander de bodem uit het bestaan wegslaan, waardoor het bedrog een traumatische lading krijgt. Er zijn mensen die een verkrachting, seksueel misbruik of fysieke mishandelingen meemaken en daar mettertijd zonder veel restverschijnselen uitkomen. Anderen ontwikkelen na dezelfde feiten een posttraumatisch stresssyndroom. Vroegere ervaringen, temperament, genetische troeven of belastingen en steun en liefde vanuit de omgeving bepalen hoe ervaringen verwerkt worden en of ze al dan niet traumatisch worden. Dat neemt niet weg dat er vreselijke gebeurtenissen bestaan die je confronteren met de meest wreedaardige trekken van een ander en omzeggens iedereen veranderen. Het verblijf in een concentratiekamp, fysieke of psychische marteling en allerlei andere situaties waarbij dood of verminking bijna onvermijdelijk is, kunnen niet doorgemaakt worden zonder veel gevolgen. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe destructief het bewust afnemen van iemands waardigheid kan werken.’

Als bevroren

We kennen allemaal het fight-flight mechanisme bij gevaar. ‘Die reacties worden bijna automatisch geactiveerd wanneer we een gevaarlijke situatie niet kunnen beheersen met intermenselijke communicatie’, zegt Van Steenkiste. Denken we dat ‘vechten’ een kans op slagen heeft, dan gaan we in de aanval. Is dat te gevaarlijk, dan wordt de vluchtreactie geactiveerd. ‘Zijn geen van deze reacties mogelijk, dan stijgt de angst. Het risico op een slechte en eventueel fatale afloop is veel groter en we schakelen over naar een mechanisme dat evolutionair veel ouder is: bevriezen. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen twee soorten freeze-reacties. Bij de eerste ben je uiterlijk verlamd, maar is je systeem binnenin volledig geactiveerd. Je hartslag blijft hoog, je spieren staan extreem gespannen en je blijft hyperalert waarnemen wat er gebeurt.’ De tweede freeze-reactie komt met een volledige verlamming waarbij handelen of zelfs bewegen niet meer mogelijk is. ‘Het lichaam reageert niet meer, er kan verlies van stoelgang of urine zijn en naar buiten toe is er een volledige onderwerping aan de situatie. Het hart begint heel traag te slaan, de bloeddruk daalt, de spieren worden slap… Het lichaam bevindt zich in een bijna vegetatieve staat. De blik wordt glazig, het bewustzijn komt in een gedissocieerde en een tranceachtige toestand terecht en er is tijdelijke ongevoeligheid voor pijn. In extreme gevallen lijkt de persoon in kwestie dood te zijn. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom deze toestand in de evolutie is ingebouwd. Roofdieren zijn nu eenmaal niet echt tuk op het verorberen van lijken. deze toestand is een ultieme poging om het leven te redden. Het is van essentieel belang te weten dat deze reactiepatronen zonder tussenkomst van de bewuste wil in gang schieten. Wie dat niet begrijpt, reageert soms zeer onrechtvaardig, bijvoorbeeld door traumaslachtoffers te verwijten dat ze zich niet verdedigt hebben? Dat verwijt vertrekt vanuit het idee dat het om een bewuste en controleerbare actie gaat, maar niets is minder waar. Dat neemt niet weg dat het soms inderdaad veiliger is om zich bewust te onderwerpen aan de situatie, maar dan gaat het over iets anders dan over deze bevriezing’.

Innerlijke dood

Angstaanvallen, flashbacks, dissociaties en allerlei fysieke klachten zoals hoofdpijn, spijsverteringsstoornissen, hormonale ontregelingen, nachtmerries, aandachts- en geheugenproblemen… ‘In de meeste gevallen houden posttraumatische stressreacties een aantal weken of maanden aan, maar de symptomen kunnen zich ook als een olievlek uitsmeren over heel de persoonlijkheid van het slachtoffer. Er ontstaat dan een totale verandering van de persoon en hoe hij in de wereld staat. Bijzonder verraderlijk is de toestand waarbij de bevriezing lang aansleept en langzamerhand de hele persoon bepaalt. Slachtoffers worden dan bijna onbereikbaar. ze spreken nog weinig, komen nog weinig tot actie, hebben amper interesse en lijken door niets meer echt geraakt te worden. In de klinische praktijk word dit vaak verward met depressie. Een antidepressivum voorschrijven is om meerdere redenen verkeerd. De meest evidente is natuurlijk dat dit ziektebeeld absoluut geen depressie is, al kun je er wel depressief van worden. De tweede reden is dat veel antidepressiva een subtiele emotionele vervlakking veroorzaken. Wie zich zeer slecht voelt, kan door die vervlakking de indruk krijgen dat hij of zij zich beter voelt. Maar bij iemand die in een aanhoudende psychische en fysische bevriezing leeft, zal zo’n medicament de toestand eerder verergeren dan verbeteren.’

Waarom praten niet altijd het antwoord is

Waar vroeger gedacht werd dat het voor herstel essentieel was om een traumatische gebeurtenis in detail te herinneren, is de therapeutische kijk vandaag anders. ‘Traumatherapie is gericht op de toekomst en vooral op de integratie van de symptomen, niet het herbeleven van wat er gebeurd is. Puur verbale therapieën en rationele inzichten hebben bijna geen invloed op traumatische herinneringen en symptomen.’ Een en ander heeft te maken met de manier waarop een trauma in het geheugen opgeslagen wordt. ‘Uit neurobiologisch onderzoek weten we wat er gebeurt op het moment dat de hersenen aan ernstige traumatiserende omstandigheden blootgesteld worden. De hersengebieden die instaan voor de taalvorming (het gebied van Broca) worden inactief, terwijl de visuele cortex, dat beelden genereert, hyperactief wordt. Er ontstaat zelfs een algemene daling van de activiteit in de linkerhersenhelft, die vooral instaat voor de rationele en logische functies. Een traumatische ervaring wordt dus niet talig beleefd en zo ook niet opgeslagen. Je kunt jaren blijven spreken over trauma zonder dat er ook maar iets verandert. In het slechtste geval doet een aaneenschakeling van zeer heftige herbelevingen de toestand zelfs eerder verergeren dan verbeteren. Mensen kunnen compleet ontregeld geraken wanneer ze ondergedompeld worden in hun traumatische verleden. Voorzichtigheid is in zo’n gesprekken altijd geboden.’

De terugkeer

Wanner je door het bewuste toedoen van een ander lijdt, wordt alles waarin je gelooft en waarop je vertrouwd onderuit gehaald. Alles wat een zinvol leven mogelijk maakt wordt vernietigd. ‘Naast de vaak invaliderende symptomen van angst, is er de kwellende ervaring niet meer in verbinding te geraken met de flow van het leven. Bij traumaslachtoffers treedt vaak een intense negativiteit op die alle kanten uitschiet. Velen leven in een diepe eenzaamheid, ook al lijkt het tegendeel soms waar.’ Om opnieuw aansluiting te vinden bij het leven is een grote beweging nodig.

‘De terugkeer’, zoals Van Steenkiste het noemt. ‘ Opnieuw betekenisvolle banden scheppen met anderen en verlangens naar liefde en verbondenheid omarmen zijn moeilijke processen. Niet kunnen en niet willen lopen soms onontwarbaar door elkaar.’ Eén therapeutische benadering die posttraumatische toestanden kan helen bestaat niet ‘Daarvoor is het verschijnsel veel te complex en divers. Lichaamsgerichte therapieën, EDMR, klassieke analytische therapieën, gedragstherapie en ACT, creatieve therapie en dramatherapie… Ze zijn elk in meerdere of mindere mate geschikt om bepaalde posttraumatische verschijnselen aan te pakken’. Ook de hernieuwde aandacht voor psychedelische middelen opent mogelijk nieuwe wegen in traumabehandeling.

Mindfulness kan een belangrijk instrument zijn om te leren omgaan met angstgevoelens, vermijdingsgedrag en flashbacks. En ook compassietraining kan je kracht geven om in een liefdevolle relatie te komen met jezelf en het leven. ‘Kiezen voor liefde en mededogen brengt meer zachtheid en waarde in de wereld, maar kan onmogelijk lijken voor wie het kwaad in de ogen gekeken heeft. Het is een moeilijk proces waarbij vaak hulp nodig is. In ieder geval moeten we dit onthouden: welke benadering het meest geschikt is, moet individueel bekeken worden. Therapie is een mogelijkheid, maar niet de enige. Voor iedereen die helpt, is het een voortdurende opgave om geloof, hoop en liefde levend te houden.

Meer lezen? ‘Leven met trauma’ van Marc Van Steenkiste, (Borgerhoff & Lamberights, € 29,99)

Door Lynn Guillaume

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…

Lees Meer ...

Logo Gezond

Meest gedeeld

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…