Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Meer eetstoornissen door corona: de expert legt uit hoe dat komt en wanneer je best hulp inschakelt

Nona Heremans
7 min read

Het aantal eetstoornissen is sinds het begin van de coronacrisis zorgwekkend gestegen. Waarom corona ons nu massaal eetproblemen oplevert en hoe jij kunt helpen? An Vandeputte, coördinator van het Vlaams kenniscentrum voor eet- en gewichtsproblemen Eetexpert, legt uit.

‘Eten is iets wat iedereen moet leren, net zoals je moet leren stappen en lezen’, begint An Vandeputte. ‘Zie het als een trein die veel perrons en haltes passeert. Iedereen leert die verschillende haltes stap voor stap kennen, op zijn eigen tempo. Als allereerste leer je bijvoorbeeld aan de verschillende smaken te wennen. Gaandeweg leer je ook om gevarieerd en gestructureerd te eten. In totaal hebben we vier belangrijke eetcompetenties die we moeten ontwikkelen. We noemen ze ook wel de vier G’s: genoeg, gevarieerd, gestructureerd en gezellig eten. Door de coronacrisis zien we dat sommige mensen – een van de – de vier G’s uit het oog verliezen, waardoor ook hun eetgedrag verandert.’

Drie stappen tot eetstoornis

Toch spreken we niet meteen van een eetstoornis. Het is namelijk een breed begrip en vaak wordt het niet altijd juist gebruikt. Ann Vandeputte legt uit hoe een eetstoornis tot stand komt: ‘Als je eetstoornissen over een langere periode bekijkt, zie je dat ze bestaan uit drie fases. Eerst heb je haperend eetgedrag, nadien problematisch eten en dan pas volgt een eetstoornis. Er is een belangrijk onderscheid tussen deze drie stappen. Met haperend eten bedoelen we normaal eten dat tijdelijk een beetje onder druk staat. Dat ons eetgedrag tijdens deze crisis wat verstoord geraakt, is normaal. De tweede stap, problematisch eten, is een vervolg op haperend eten. Dat wil dus zeggen dat het haperend eten een langere tijd aanhoudt. De eetmomenten lopen daardoor moeilijk: je eet te veel of net te weinig of je eet nogal krampachtig. Als die eetproblemen ook een invloed hebben op hoe je je voelt, dan zitten we dichter bij een eetstoornis. Bij een eetstoornis lopen dus niet alleen de eetmomenten moeilijk, maar ook alles daarbuiten. Iemand met een eetstoornis voelt zich vaker down, angstig, slecht in zijn of haar lichaam en slaapt niet goed.’

Coronakilo’s

‘Corona is een moeilijke en bizarre tijd voor iedereen. We zoeken massaal naar manieren om met die onvoorspelbaarheid, oncontroleerbaarheid, eenzaamheid en angst om te gaan. Eten dient op zo’n moment niet alleen om te groeien, maar ook als emotionele strategie. Het helpt ons om met onze emoties om te gaan. Het is ook een van de eerste dingen die we als kind leren: als we wenen, worden we getroost met eten. Gaandeweg leren we ook andere strategieën om met emoties om te gaan, zoals onder een dekentje kruipen met een goed boek, onze kwaadheid afreageren of praten met vrienden. Maar net nu er zoveel emoties op ons afkomen, kunnen we niet meer afspreken met vrienden of ons afreageren tijdens een sport. Daarom grijpen veel mensen terug naar die eerste strategie om zichzelf te troosten: voeding.’

‘De vier eetcompetenties waar ik het daarnet over had – de 4 G’s -, worden dus overhoop gehaald tijdens de crisis. Gevarieerd eten is een probleem, want in de winkel is niet alles meer op voorraad, vooral tijdens de eerste lockdown was dit een probleem. Ook gestructureerd eten wordt moeilijk, want we zitten vaker thuis en eten daardoor ook uit verveling. Gezelligheid valt een stukje weg door de angst en onzekerheid die we ervaren. Door al deze situaties gaan we dus emotioneler eten. Tegelijkertijd krijgen we constant de boodschap vanuit de media dat we obesitas te allen tijde moeten vermijden. Je merkt dat mensen dus veel meer gefocust zijn op eten en gewicht. Over wat normaal gezien natuurlijk loopt, denken we nu heel hard na.’

Vooral jongeren

‘Cijfers over het aantal eetstoornissen, hebben we niet’, gaat Ann Vandeputte verder. ‘Wat we wel weten is dat het herstel bij mensen die een eetstoornis hadden, nu veel moeilijker is. Dat komt omdat de reddingsboeien die ze hadden om te herstellen, niet meer beschikbaar zijn. We verwijzen bijvoorbeeld naar contacten met vrienden en een regelmatig eetpatroon, maar beide hulpmiddelen zijn door de maatregelen nu moeilijk. Vanuit onze eigen bevragingen weten we ook dat er bij de meeste mensen anders en emotioneler gegeten wordt. Sommige bewegen meer door de crisis, andere juist minder en dat heeft bij veel landgenoten een invloed op het gewicht. Ook eenzaamheid is een hele grote uitlokker van eetstoornissen, iets dat we allemaal wel gevoeld afgelopen jaar.’

‘Vooral bij jongeren komen eetstoornissen nu vaker voor. We zien ook dat de overgang tussen haperend eten en problematisch eten plots heel snel overgaat naar een eetstoornis. Jongeren vallen op een kort tijd veel af en de ernst van de eetstoornis wordt snel heel acuut. Eens ze dan terecht komen bij de hulpverlening, is het probleem vaak al ernstig. Die groep van jongeren is heel duidelijk groter geworden. Wellicht omdat ze het moeilijker hebben met heel de situatie en omdat ze vaker alleen zitten. Ze hebben minder contact met leeftijdsgenoten, iets wat anders corrigerend kan werken. Anderzijds wordt zorg en hulp door de coronacrisis langer uitgesteld. Ouders en jongeren maken niet meteen een afspraak bij de dokter, waardoor de eetstoornis snel kan verergeren.’ 

Helpen

Volgens Ann Vandeputte zoeken we best professionele hulp wanneer je eetmomenten moeilijk verlopen én je ook op andere terreinen hinder ondervindt. ‘Voel je je slecht in je vel? Ga je contacten uit de weg? Kun je je moeilijk concentreren? Of slaap je slecht? Dan moet je zeker een professional inschakelen. Een tweede reden om hulp te zoeken is als het probleem langer aansleept of ernstiger wordt. Als je tijdelijk minder eet, is dat niet meteen een probleem. Maar als je gewicht heel snel, heel veel verandert, dan raadpleeg je best iemand om te helpen.’ 

Heb jij een tiener in huis waarover je je zorgen maakt? Dan moet je volgens Ann Vandeputte vooral een goed contact houden met het kind. ‘Focus niet zozeer op de eetproblemen, maar kijk vooral naar hoe je kind aan het groeien is en zijn eigen weg aflegt. Richt je dus op de zaken die wél goed gaan en zorg ervoor dat niet alle gesprekken over eten gaan. Heb je toch een gesprek over het eetgedrag van je kind? Leg dan uit dat je bezorgd bent, maar stel niet meteen een diagnose en kom ook niet meteen met allerlei mogelijke oplossingen. Het is belangrijk dat het kind de kans krijgt om zélf de overgang te maken. Vaak willen ouders meteen met een oplossing komen, maar is het kind daar nog niet rijp voor. Als je als ouder toch ongerust bent, schakel dan een hulplijn in om te bekijken hoeveel haast en ernst er nodig is.’ 

Eetexpert heeft hulplijn waar ouders en jongeren zelf naar kunnen bellen. Zij verwijzen je dan door naar een expert in jouw buurt. Je vindt op de website ook een duidelijk overzicht van alle signalen waar je als ouder op kan letten.

Door Nona Heremans

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…

Lees Meer ...

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…