Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

M/V/X? Alles wat je wil én moet weten over gender

Nona Heremans
9 min read

Van ons geboortebewijs tot openbare toiletten en klerenwinkels … Zowat alles in onze maatschappij is opgedeeld in twee hokjes: mannelijk en vrouwelijk. Geen probleem als je je thuis voelt in een van die twee categorieën, maar niet zo simpel als dat label je niet op het lijf is geschreven …

‘Terwijl sekse het biologische geslacht is, de lichamelijke kenmerken waarmee je geboren wordt, gaat gender eerder over de culturele rollen en verwachtingen die we daaraan geven’, vertelt Melanie Verbeke. ‘Die genderrollen zijn sterk bepaald door cultuur en tijd.’ Verbeke is medewerker bij het Transgender Infopunt of TIP. Dat ontstond in 2012 als pilootproject van prof. dr. Guy T’Sjoen, het diensthoofd van het Centrum voor Seksuologie en Gender, en coördinator prof. dr. Joz Motmans. Het TIP is een centrale en neutrale plek in Vlaanderen waar iedereen terecht kan met vragen over het transgenderthema en waar je steeds een wetenschappelijk onderbouwd en correct antwoord krijgt. ‘Transgender is in feite een parapluterm voor personen bij wie het geslacht dat werd toegewezen bij de geboorte niet of niet helemaal overeenkomt met hoe zij zich voelen. Dat wil uiteraard niet per se zeggen dat al die personen ook de stap zetten richting een transitie.’

Genderrevolutie

Het was de Nieuw-Zeelandse psycholoog en seksuoloog John Money die het woord ‘gender’ als eerste introduceerde in de jaren ’50. De wetenschapper deed als een van de eersten onderzoek naar genderidentiteit. Wil dat zeggen dat er voordien geen ‘genderproblemen’ waren? ‘Helemaal niet’, antwoordt Verbeke. ‘Er waren altijd al personen die zich niet goed voelden bij het geslacht dat werd toegekend bij de geboorte. Het spijtige is dat die personen destijds alles alleen moesten verwerken, omdat het niet bespreekbaar was in de maatschappij. ’Zeventig jaar na Moneys genderonderzoek staan we al een stuk verder, maar hebben we ook nog een lange weg voor de boeg. ‘Vooral de laatste jaren kreeg het thema gender een enorme boost, met 2018 als absoluut hoogtepunt onder invloed van onder anderen Bo Van Spilbeeck.’ 

Die genderrevolutie is ook duidelijk te zien in het aantal wijzigingen van de officiële geslachtsvermelding in het rijksregister. Van januari 1993 tot december 2021 lieten 3.262 Belgen hun geslacht veranderen in de akten van de burgerlijke stand. Opvallend is dat dat er tot 2016 jaarlijks nooit meer dan 100 waren. In 2017 waren het er 110 en in 2018 veranderden maar liefst 741 (!) personen officieel van geslacht. Dat heeft ook te maken met een wet uit datzelfde jaar. Vanaf dan was het namelijk niet meer nodig om vergaande medische aanpassingen te ondergaan alvorens van geslacht te mogen veranderen in de akten van de burgerlijke stand. Sinds 2018 zakte het cijfer niet meer onder de 400. Kunnen we spreken over een hype of rage? Is transgender zijn ‘in de mode’? En stimuleert de media die genderrevolutie niet (te) veel? De antwoorden op deze vragen zijn ingewikkeld. Volgens Verbeke gaat het echter niet per se over de antwoorden, maar eerder over hoe we de vragen stellen. ‘Laat ik het anders zeggen: is het erg dat meer mensen in transitie (of geslachtsverandering) willen? En is het niet juist goed dat mensen over zichzelf kunnen reflecteren?’, aldus Verbeke. ‘Neem nu de aflevering van Taboe met Philippe Geubels over gender (seizoen 2, aflevering 7, nvdr.). Na afloop kregen wij enorm veel telefoons van mensen die zich in de verhalen herkenden. Hoe mooi is het dat zoveel personen zichzelf door die aflevering beter begrijpen? Wil dat dan zeggen dat het programma ervoor zorgde dat er meer transgenders of genderfluïde personen zijn? Neen, want ik keek er ook naar en ik had niet de neiging om van geslacht te veranderen. De media prikkelen dus voornamelijk personen die er al mee bezig zijn. Door herkenbare verhalen te zien, kunnen ze reflecteren, zich laten ondersteunen en vallen voor velen de puzzelstukjes in elkaar.’

Hokjes en labels

Voel je je niet thuis in hokje M of V? Geen probleem, dan krijg je van de maatschappij de keuze uit de hokjes ‘transgender’, ‘non-binair’ of ‘genderfluïde’. Toch passen de verschillend genderidentiteiten niet in die vijf verschillende hokjes. ‘Ik zou bijna durven zeggen dat er oneindig veel genders zijn’, aldus Verbeke. ‘Tijdens een onderzoek bij transpersonen werd gevraagd hoe zij zichzelf identificeren. Daaruit alleen al kwamen 90 verschillende termen naar boven.’ Maar zijn die hokjes wel nodig? Kunnen we niet beter allemaal mens zijn? ‘Ik snap dat transpersonen niet graag van het ene hokje in het andere geduwd worden, maar aangezien we nog steeds in de genderrevolutie zitten, hebben we die hokjes nog even nodig om de bevolking uit te leggen waarover het precies gaat. Die verschillende labels zijn op dit moment goed voor de zichtbaarheid van het probleem, maar in een ideale maatschappij doet je geslacht of gender er helemaal niet meer toe en wordt er zelfs niet meer naar gevraagd.’

‘Ik merk dat veel trans mannen zich afvragen wat ze moeten doen om een échte man te zijn. Daar zouden we wat meer van moeten afstappen. Bestaat er wel zoiets als ‘dé man’ of ‘dé vrouw’? Niemand is 100% man of 100% vrouw. Zoals ik eerder al zei zijn de rollen en verwachtingen die we aan gender koppelen afhankelijk van cultuur en tijd. Ik zag in de hoofdstad van Qatar bijvoorbeeld twee mannen in een lang wit kleed hand in hand lopen. In onze cultuur associëren we een lang wit kleed met vrouwen en is hand in hand lopen iets voor koppels. Daar waren het waarschijnlijk twee zakenpartners.’

Het spectrum

In plaats van gender als twee hokjes te zien, kunnen we er beter naar kijken als één lange lijn; het spectrum. Uiterst links op die lijn staat V en uiterst rechts M. Iedereen ter wereld kan zichzelf op deze lijn plaatsen zonder in een hokje geduwd te worden. Voel je je tijdens een avondje weg, volledig opgemaakt en gemaquilleerd, heel vrouwelijk? Dan plaats je jezelf waarschijnlijk uiterst links. Tijdens een namiddagje mountainbiken voel je je waarschijnlijk nog steeds vrouw, maar misschien een stukje dichter bij M. Iedereen fluctueert wel eens op deze lijn. Zijn we dan allemaal genderfluïde? ‘Niet helemaal. Genderfluïde personen identificeren zich de ene keer eerder als man en de andere keer als vrouw, of als man én vrouw op hetzelfde moment. Voor die mensen is het bijvoorbeeld lastig om een geslacht op hun paspoort te zetten omdat ze het ene moment in hun leven meer naar M neigen en de andere keer naar V. Dat is nog anders dan een non-binair persoon. Die situeert zich steeds tussenin de twee uitersten of pal in het midden van die lange lijn.’

Wie zo’n dertig jaar geleden twijfelde waar op het spectrum hij of zij zichzelf zou plaatsen, kon in de bib hopeloos op zoek gaan naar boeken over het thema. Tegenwoordig is het gemakkelijker; je opent je smartphone en vindt alle informatie ter wereld in slechts enkele seconden. De laatste drie à vier jaar verspreidt de info zich nog sneller met behulp van sociale media als TikTok, Instagram en YouTube. ‘Enerzijds is dat een positieve evolutie, anderzijds ben ik er ook een beetje bang voor en vraag ik me af of de juiste informatie wel bij de juiste persoon geraakt. Een geslachtsverandering doorlopen in België is bijvoorbeeld compleet anders dan in Amerika of Vietnam. Onze gezondheidszorg is anders georganiseerd en ook juridisch liggen de zaken hier anders.’

Genderneutraal opvoeden als oplossing?

Of je gender is aangeboren of aangeleerd? Dat vindt Melanie Verbeke zelf een gevaarlijke vraag. ‘Uit verschillende onderzoeken blijkt dat gender een combinatie is van verschillende factoren. Je kunt het dus nooit als puur aangeboren of puur aangeleerd zien.’ Toch zouden we meer moeten streven naar genderneutraal opvoeden. Daarmee wordt meestal bedoeld dat poppen niet enkel aan meisjes worden gegeven en auto’s aan jongens. Kinderen krijgen bij een genderneutrale opvoeding dus meer vrij spel. ‘Ik denk dat het vooral belangrijk is dat kinderen de vrijheid krijgen om te spelen met wat ze willen. Het is niet zo dat een kind transgender is als het een grote interesse toont in speelgoed voor ‘het andere geslacht’. Kinderen hebben bijna altijd een cross-sekse fase, zonder dat het blijvend is. Er is hier ook een belangrijke rol weggelegd voor scholen. Niet alleen in kleuter- en lagere scholen, maar ook in hogescholen en universiteiten moet er veel meer aandacht aan besteed worden. We hebben dus absoluut nood aan structurele verandering in elke laag van het onderwijs.

‘Het allerbelangrijkste is dat je een kind altijd zichzelf laat zijn. Probeer als ouder ook zoveel mogelijk te sensibiliseren en communiceren over gender. Zeg bijvoorbeeld aan je zoon dat het oké is als hij roze kleren of glitters wil dragen. Geeft je kind écht aan dat het liever een jongen of meisje wil zijn? Geef erkenning en zeg dat het zich zo mag voelen. In België kunnen kinderen zich vanaf negen jaar aanmelden bij het kinder- en jongerengenderteam. Ouders kunnen al voor die leeftijd op gesprek komen om tips en tricks te krijgen om hiermee om te gaan. Toch kan er tot een jaar of negen en voor de pubertijd begint nog veel veranderen. Na die leeftijd zien we dat de keuze om van geslacht te veranderen meestal blijvend is. Maar zolang je kind vrolijk rondloopt en nog met vriendjes speelt, zie ik geen probleem. Is je kind triest en zie je dat het onder de situatie lijdt? Dan kun je er psychologische hulp bij halen. Weet je als ouder niet goed wat te doen of zit je met vragen? Dan kun je steeds terecht bij het Transgender Infopunt.’

Door Nona Heremans

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…

Lees Meer ...

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…