Psycholoog Dagmar Versmissen, gynaecoloog Tinneke De Souter en verpleegkundige Nathalie Berghmans stellen in hun praktijk dagelijks vast dat er nog heel wat taboes bestaan rond het krijgen van kinderen en wat dat met jou als vrouw doet. In hun gloednieuwe boek ‘Roze wolken & tequila’ ontkrachten ze daarom 21 mythes die te maken hebben met het moederschap. Wij mogen er de komende weken drie met jullie delen. Vandaag: bevallen is niets om bang voor te zijn.
‘Wedden dat je nog nooit in de buurt van een bevalling geweest bent op het ogenblik dat je die twee streepjes op de zwangerschapstest ziet verschijnen? Afstotelijke horrorverhalen vol wansmakelijke details heb je ongetwijfeld wel al gehoord. En de uitspraak ‘zodra je baby er is, ben je die pijn zo weer vergeten’ doet je het ergste vermoeden. Dat we dus angstig worden bij het idee van een bevalling valt perfect te verklaren en geldt voor het merendeel van de vrouwen en hun partners. Een wereldwijde studie toonde echter aan dat deze angst bij veertien procent van alle vrouwen buitenproportioneel is en dat er sprake is van een pathologische
angst voor het bevallen. Deze angst noemen we tokofobie. We kennen fobieën vooral door
mensen met een extreme angst voor dieren – zoals spinnen of honden – voor hoogtes of voor
kleine ruimtes. Maar je kunt dus ook een extreme angst hebben voor bevallen. Buiten het feit dat je met deze term misschien ooit punten kunt rapen bij een quiz, is er weinig leuks aan tokofobie. Primaire tokofobie is de pathologische angst voor bevallen bij vrouwen tijdens of voorafgaand aan een eerste zwangerschap. De meesten onder ons kijken de bevalling met een gezonde portie spanning tegemoet. Dat is helemaal normaal. Indien er sprake is van extreme angst, start deze doorgaans reeds voor de zwangerschap. Iedere vrouw kan deze angst ontwikkelen. Vrouwen met een verleden van seksueel misbruik lopen echter een aanzienlijk groter risico om tokofobie te ervaren. De realiteit leert ons dat dit helaas niet om een handvol vrouwen gaat. Een recent grootschalig onderzoek bij meer dan vijfduizend personen aan de
UGent legde de brute realiteit bloot. In ons land hebben twee op de vijf vrouwen ooit te maken gehad met fysiek seksueel geweld, en zestien procent van de vrouwelijke bevolking werd
ooit verkracht. Al deze vrouwen komen met een extra rugzak de verloskamer binnen en verdienen het, net als iedere andere vrouw trouwens, om te allen tijde het gevoel van controle
tijdens de bevalling te behouden om het trauma uit het verleden niet onnodig op te rakelen. De wetenschap dat pijnbestrijding ingezet kan worden tijdens de bevalling helpt niet tegen deze angst, aangezien het merendeel van de vrouwen niet uitsluitend bang is voor de pijn, maar voor de volledige ervaring. Interessant om te weten is dat je tijdens de bevalling natuurlijke pijnstilling aanmaakt, endorfine. Maar wanneer je angstig bent, ga je ook adrenaline aanmaken, wat de werking van endorfine tegengaat. Net als de werking van oxytocine trouwens, wat maakt dat je ontsluiting minder vlot zal verlopen. Stuk voor stuk goede redenen om voor je bevalling met de angst aan de slag te gaan en die te verwerken.’
‘Primaire tokofobie is de pathologische angst bij vrouwen tijdens of voorafgaand aan een eerste zwangerschap’
‘Het blijkt dat bijna een kwart van de vrouwen die voor het eerst een kind kregen drie jaar later nog met een negatief gevoel terugkijkt op hun bevalling. Bij vrouwen die een tweede of derde kind kregen was dat één op acht. Wanneer een extreme angst voor bevallen ontstaat bij vrouwen die reeds eerder zwanger waren en/of bevallen zijn, spreken we van secundaire
tokofobie. Deze variant wordt vaak veroorzaakt door een eerdere traumatische bevalling. Oké, we geven graag toe dat het woord ‘trauma’ heftig klinkt. Maar de meerderheid van de bevolking maakt ooit een traumatische gebeurtenis mee gedurende zijn of haar leven. De cijfers liggen om en bij de negentig procent. Een trauma is een gebeurtenis die een
lichamelijke of mentale kwetsuur veroorzaakt bij jezelf of een dierbare en die het gevolg is van een ingrijpende levensgebeurtenis. Denk maar aan een ongeval, een aanranding, mishandeling… of een bevalling dus. Let wel, wat voor de ene persoon traumatiserend is, is dat niet per se voor de andere. Een zeer vergelijkbare bevalling kan voor de ene vrouw een nare gebeurtenis zijn en voor de andere traumatisch. Vaak slagen we erin dit trauma na enkele weken (deels) te verwerken. Wanneer je brein echter niet in staat is deze gebeurtenis
te labelen, blijft dit trauma een ernstige impact hebben op je hele zijn. Soms is dit trauma de aanzet voor het ontwikkelen van een posttraumatische stressstoornis, een fenomeen met
een hoge impact op je levenskwaliteit dat behandeling door een psycholoog of psychiater vereist. Het treft ongeveer vier procent van de recent bevallen vrouwen. Een posttraumatische
stressstoornis uit zich in slapeloosheid, nachtmerries, negatieve gedachten, piekeren, herbelevingen, flashbacks, paniekaanvallen of vermijding, zoals niet meer in de buurt van
het ziekenhuis of de gynaecoloog durven te komen. Stuk voor stuk symptomen die je liever kwijt dan rijk bent, zeker wanneer je net een baby op de wereld hebt gezet. Voorkomen is
ook hier belangrijker dan genezen. We proberen je via het bespreken van de volgende mythes voor te bereiden op je bevalling om er op die manier een positieve ervaring van te maken.’
Knippen en scheuren
‘Nog iets waar we collectief bang voor zijn: knippen en scheuren. Een keuze tussen de pest of de cholera, lijkt het wel. Het idee dat je onderkant na je bevalling nooit meer hetzelfde
zal zijn, is er een waar menige vrouw en man ’s nachts badend in het zweet van wakker liggen. Hoe gaat je ‘onderkant’ uit de geboortestrijd komen? Gaaf, gescheurd, geknipt? Er spoken
allerlei gedachten door je hoofd: Waarom wordt er op televisie zoveel reclame gemaakt voor incontinentiemateriaal? En gaat vrijen nadien nog hetzelfde zijn? Jammer genoeg kunnen we
je hier niet dé ultieme tip bezorgen om gaaf te bevallen, wel kunnen we je informeren en geruststellen dat zelfs indien je scheurt of geknipt wordt, dit meestal goed kan genezen en je
er geen blijvende gevolgen van hoeft te dragen.’
‘Gelukkig is het routinematig knippen tijdens een bevalling een modeverschijnsel geweest’
‘Tijdens een bevalling wordt er een klein wezen vanuit je baarmoeder doorheen je vagina en bekkenbodem geduwd. Als je die verhoudingen even kritisch bekijkt, kun je je inbeelden dat dit niet steeds helemaal schadeloos kan gebeuren. Een scheur of ruptuur treedt op om plaats te maken in die kleine ruimte. Gaaf bevallen kan als je weefsels soepel genoeg zijn en ook wanneer je de uitdrijvingsfase tijd kunt geven. Als de baby toch snel geboren moet worden om zuurstofnood te voorkomen of wanneer je bekkenbodem te stug is, kan uitzonderlijk een episiotomie of knip noodzakelijk zijn. Gelukkig is het routinematige knippen tijdens een
bevalling een tijdelijk modeverschijnsel geweest. Zelfs de Wereldgezondheidsorganisatie heeft zich uitgesproken tegen het standaard gebruik van een episiotomie, bij gebrek aan evidentie dat het voordeel ervan ondersteunt. In het verleden dacht men dat knippen een aantal voordelen had, maar geen ervan is bewezen. Zo beschermt een episiotomie bijvoorbeeld de bekkenbodemspiersterkte niet, eerder integendeel. Soms is zo’n knip echter noodzakelijk. Een episiotomie wordt gezet om de uitgang van het geboortekanaal te vergroten en zo de geboorte van de baby te vergemakkelijken. Dit kan dus nuttig zijn wanneer de baby in nood raakt of wanneer er een hulpmiddel gebruikt moet worden bij je bevalling. Daarover lees je later meer. Er bestaan trouwens grote verschillen tussen ziekenhuize en artsen met betrekking tot het aantal knippen die gezet worden. Een ideaal percentage is moeilijk vast te leggen. Of een knip noodzakelijk is, dient individueel te worden bekeken. Vraag eventueel op voorhand na bij je gynaecoloog hoe die tegenover een episiotomie staat. Indien een knip nodig blijkt te zijn op het moment van de bevalling, lijkt de patiëntentevredenheid verhoogd te zijn als dit vooraf mondeling werd meegedeeld (en als er toestemming werd verkregen) én wanneer voldoende pijnstilling werd gegeven. Dit laatste betekent dat wanneer je geen epidurale pijnstilling hebt, er lokaal pijnstillende medicatie wordt gegeven om te verdoven vooraleer de knip wordt gezet.’
‘Scheuren tijdens een bevalling kan op verschillende plaatsen gebeuren. Er bestaat een kans op een vaginale scheur, een scheur in de kleine schaamlip of een scheur in het perineum, het stukje huid tussen vagina en anus. De ernst van de ruptuur wordt uitgedrukt in graden. Soms moet een klein scheurtje helemaal niet gehecht worden. Eerste- en tweedegraadsrupturen genezen meestal vlot en probleemloos. Dient een knip of scheur toch gehecht te worden, dan gebeurt dit meestal met verteerbare draad. Deze hechtingen lossen snel op, waardoor de vorming van littekenweefsel beperkt blijft en er nadien geen hechtingen verwijderd hoeven te worden op een toch wel gevoelige plaats. Je hebt in de kraamperiode al genoeg aan je… euh, hoofd. De snelheid van genezen hangt deels af van de uitgebreidheid van de ruptuur, het hechtwerk van de verloskundige, maar ook je eigen littekenvorming. Sommige vrouwen helen nu eenmaal vlotter dan anderen.’
‘Als een bepaalde hechting toch pijnlijk blijft enkele dagen na de bevalling, dan kan je zelfstandige vroedvrouw die eventueel losmaken. Doorgaans is een knip of scheur genezen na
een tweetal weken, maar ga ervan uit dat het litteken langere tijd gevoelig blijft. Tijdens de postpartumcontrole zal de gynaecoloog nakijken of alles mooi geneest. Als dat niet het
geval is, kan het op een later tijdstip herbekeken worden. Pijn aan het perineum, spontaan of bij het vrijen, kan langere tijd aanwezig zijn, maar moet echt wel verdwijnen. Aanhoudende
pijn na een bevalling die langer dan drie tot zes maanden aanwezig is, moet je bespreken met je gynaecoloog want dat is niet normaal.’
‘Net zoals een versteld kledingstuk niet meer even sterk is als een nieuw item, heeft een knip of scheur ook een effect op de sterkte van je bekkenbodem. Om de sterkte van je bekkenbodemspier te verbeteren contacteer je het best een (bekkenbodem)kinesist. Met gepaste oefeningen en tijd kan deze spier zich grotendeels herstellen. Stel dit niet uit. Er zijn symptomen die echt wel een ernstig effect hebben op je levenskwaliteit. Denk aan urine- of stoelgangincontinentie, of het niet meer kunnen ophouden van windjes na de bevalling. Allemaal het gevolg van een verzwakte bekkenbodem. Door die te trainen, kunnen deze klachten weer verdwijnen. Sommige vrouwen hebben amper last van hun bekkenbodem,
maar ook dan is het toch aan te raden postnatale kinesitherapie te volgen, want de bekkenbodem is na een zwangerschap en bevalling hoe dan ook verzwakt. Soms uit zich dat pas in klachten tijdens of na een volgende zwangerschap of op latere leeftijd.’
‘Kun je scheuren voorkomen? Door sommigen wordt perineummassage aangeraden in de weken voor de bevalling. Het kan helpen om je perineum soepeler te maken, maar het is
niet bewezen dat het je beschermt tegen scheuren. Het is het proberen waard en misschien kan je partner wel een handje helpen zodat het een leuke activiteit wordt. Een gecontroleerde
geboorte van het hoofd is eveneens belangrijk om tijd te geven aan het perineum om op te rekken. Sommige vroedvrouwen of artsen masseren het perineum tijdens het persen als voorbereiding of plaatsen warme kompressen. Natte kompressen doen het perineum enigszins verweken, wat kan zorgen voor meer souplesse. Hetzelfde effect heb je bij bevallen in bad. Ook de bevalhouding kan mogelijk enige invloed hebben: op handen en knieën is er minder druk op het perineum dan in ruglig of zittend op een kruk.’