Weet jij – alweer – niet wat te koken? En heb je deze keer écht geen zin om frieten te halen of pizza te laten leveren? Dan redden wij je met veel plezier uit de nood, door drie recepten uit ‘Een ode aan groenten’, het splinternieuwe kookboek van Alice Zaslavsky, te delen.
Ode aan groenten is een kookboek met als hoofdthema (je raadt het al) groenten. Het boek telt honderden unieke recepten die zijn opgedeeld per groentesoort. Niet alle recepten zijn vegetarisch maar zijn ook lekker zonder vlees. Zowel beginners, hobby-koks en sterrenchefs kunnen met die boek aan de slag!
1. Krokante venkel met zure room & zoete chilisaus
Benodigdheden voor 4 tot 6 personen als bijgerecht
- 2 venkels, bewaar de pluimen apart
- 1 teen knoflook, gekneusd
- 1 el ingekookte azijn of wittewijnazijn
- 1½ el zoutvlokken
- 100 g panko
- 150 g bloem
- 1 tl gemalen witte peper
- 2 eieren
- rijst- of zonnebloemolie, om te frituren
- 4 el Indonesische sambal met ananas of sambal uit de winkel
- 2 el golden syrup of vloeibare honing
- zure room, om erbij te serveren
Bereidingswijze
- Snijd de venkels in de lengte doormidden en vervolgens
in parten van 2 cm, over de lengte van de venkel. - Doe de venkelparten met de knoflook, azijn en 1 eetlepel zoutvlokken
in een grote, hittebestendige kom. Schenk er kokend water
op en laat 10 minuten staan om de venkel iets te verzachten. - Bewaar wat venkelpluimen voor de garnering, hak de rest
fijn; je wilt minstens 1 eetlepel vol hebben. - Doe de panko en overgebleven zoutvlokken in een ondiepe schaal. Meng in een andere schaal de bloem met de witte peper. Breek de eieren in
een derde kom en kluts ze even met een vork. - Giet in een diepe (frituur)pan een laag van de door jou
verkozen olie van ongeveer 7 cm en verhit deze tot 180 °C; de
olie is op temperatuur als een pankokruimel in 10 seconden
goudbruin kleurt. - Bekleed een bakplaat met keukenpapier en zet een rek erbovenop.
- Laat de venkel goed uitlekken. Doe steeds één partje per
keer: wentel de parten door de bloem, door het ei en door de
panko. Zorg dat de hele venkel bedekt is met een laagje kruim. - Leg de venkel voorzichtig in de hete olie en bak ze – in porties
– in 3 minuten goudbruin en gaar. - Leg ze daarna op het rek om af te koelen en uit te lekken. Bestrooi ze met wat zoutvlokken terwijl ze nog warm zijn.
- Meng voor een snelle en simpele zoete chilisaus alle sambal met de golden syrup tot een mooie saus.
- Bestrooi de venkelpartjes met het achtergehouden venkelgroen.
- Serveer warm, met zure room en je zelfgemaakte zoete chilisaus om in te dippen.
2. Quiche met lente-ui
Benodigdheden voor 12 personen
- 15 lente-uien
- 50 g boter
- 125 g spek, in blokjes van 1 cm
- 200 ml dikke room
- 8 eieren
- 3 el grofgehakte dille, plus extra om erbij te serveren
- ½ tl gemalen nootmuskaat (of geraspte, verse nootmuskaat)
- 100 g gruyère (of cheddar of Goudse belegen), geraspt
- zeezout
- versgemalen zwarte peper
- bladpeterselie, ter garnering (optioneel)
Korstdeeg
- 250 g bloem, plus extra om te bestuiven
- 100 g gezouten koude boter, in stukjes
- ½ tl zoutvlokken
- ½ tl gemalen witte peper
- 1 eidooier
- 1 el appelciderazijn
Bereidingswijze
- Begin met het korstdeeg. Doe de bloem, gezouten koude boter, zoutvlokken en witte peper in een keukenmachine en laat hem draaien tot het deeg eruitziet als broodkruimels.
- Voeg de eidooier en appelciderazijn toe en pulseer tot het deeg een bal wordt, voeg 1 theelepel water per keer toe als dat nodig is voor de samenhang van het deeg.
- Maak een schijf van het deeg en verpak het deeg in plasticfolie. Laat het deeg 1 uur of een nacht in de koelkast liggen.
- Verwarm de oven voor tot 220 °C.
- Bekleed een taartvorm met een inhoud van 1,25 liter met bakpapier.
- Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkblad tot een dikte van 5 mm. Bekleed de quichevorm met het deeg, duw het deeg in de randen en laat het deeg over de rand hangen.
- Koel de bodem 15 minuten in de koelkast. Prik met een vork gaatjes in de bodem en snijd het overhangende deeg weg.
- Leg een vel bakpapier op de bodem, vul de taartvorm met bakbonen (of gedroogde rijst of bonen) en bak de bodem 20 minuten blind.
- Verwijder het bakpapier en de bakbonen, bak de taartbodem nog 10 minuten of tot hij goudbruin en krokant is.
- Snijd de witte uiteindes van de lente-uien in dunne ringen, hak de groene stengels in stukken van 1 cm en bewaar de puntjes in hun geheel.
- Smelt de boter in een koekenpan en bak de witte lente-uiringen en de spek 3 tot 4 minuten op matig vuur. Schep ze uit de pan in een kom en laat ze iets afkoelen.
- Voeg de dikke room, eieren, dille, nootmuskaat, gruyère en groene lente-uistengels toe aan het spekmengsel en klop om alles te mengen.
- Breng de vulling op smaak met zeezout en versgemalen zwarte peper. Schenk de vulling op de taartbodem.
- Verlaag de oventemperatuur tot 150 °C. Bak de quiche 40 minuten of tot het ei is opgestijfd.
- Snijd het overgebleven deel van de lente-ui, de topjes, in dunne ringen en strooi ze met de bladpeterselie (als je die gebruikt) en de extra dille over de gebakken quiche.
- Serveer de quiche warm.
3. Gegrilde paksoi met met pindasaus
Benodigdheden voor 2 tot 4 personen
- 4 kleine tot middelgrote minipaksoi, in de lengte gehalveerd
- 170 ml groentebouillon (of water)
- 90 g pindakaas
- 1 el oestersaus
- 1 el sojasaus
- 1 tl rijstwijnazijn
- 35 g rauwe of geroosterde pinda’s
- 2 el gebakken uitjes
- 1 tl fijngesneden lange rode chilipeper (optioneel)
Bereidingswijze
- Verhit een grillpan of BBQ-grillplaat tot hij rookt. (Of gebruik bij wijze van alternatief een grote koekenpan.)
- Week intussen de minipaksoi in een grote kom water, schud om de aarde los te maken en besteed in het bijzonder aandacht aan de buitenste bladeren. Spoel de paksoi af onder de kraan en duw met je duimen de bladeren uit elkaar om nog een keer te controleren op vuil.
- Schud het water van de paksoi zodra de pan rookt, leg de bossen met de snijkant naar beneden in de pan en duw ze aan.
- Gril ze 10 minuten op middelhoog vuur, keer ze zodat ze met de snijkant naar boven liggen en bak ze nog ongeveer 3 minuten tot de stengels licht doorschijnend zijn.
- Meng intussen in een steelpan de groentebouillon met de pindakaas, oestersaus, sojasaus en rijstwijnazijn.
- Zet de pan op matig vuur, breng de saus al roerend aan de kook en voeg meer bouillon toe als het nodig is om de saus te verdunnen.
- Gebruik je rauwe pinda’s, rooster ze dan in een pan tot ze goudbruin zijn. Hak de pinda’s grof.
- Leg de paksoi op een bord, schenk er veel saus over en garneer hem met de pinda’s, gebakken uitjes en rode chili peper, als je die gebruikt.
- Serveer de paksoi met pindasaus warm.
