Witte tanden, ze zijn niet meer weg te denken uit onze hedendaagse maatschappij. Van zodra je je sociale media opent, word je om de oren geslagen door influencers die pronken met hun parelwit gebit. De norm lijkt hoe witter, hoe beter te zijn. Maar zijn die standaarden wel realistisch? En hoe schadelijk is je tanden bleken voor je gebit? Professor Tandheelkunde en erkend gerechtelijk expert Roeland De Moor stond ons te woord.
‘Allereerst moeten we een verschil maken tussen bleaching en whitening’, steekt professor De Moor van wal. ‘Je tanden zijn opgebouwd uit twee delen. Vanbinnen heb je de dentine – die je tandkleur bepaalt –, vanbuiten heb je het glazuur. Dat laatste kan je vergelijken met een glasplaat. Bij bleaching gaan we door de glasplaat heen de moleculen die de kleur van je dentine bepalen in kleine stukjes knippen. Naarmate die moleculen kleiner worden, verandert de kleur van je tanden. Bij whitening gaan we oppervlakkig de tanden goed reinigen en polijsten, zodanig dat de originele tandkleur hersteld wordt. Je moet dus goed onthouden dat je bij bleaching echt de tandkleur zélf gaat veranderen, terwijl bij whitening de tandkleur hetzelfde blijft, maar je wel oppervlakkige vlekken verwijdert.’
Hoe schadelijk is het?
Enkele jaren geleden werd de Europese regelgeving omtrent de tanden bleken verstrengd. ‘Vandaag de dag kan je enkel nog je tanden laten bleken bij de tandarts, waar het veilig gebeurt’, vertelt professor De Moor. ‘In het verleden ontstonden er te vaak problemen, waardoor niemand anders het nog mag doen. Tandartsen moeten zich aan de strikte regel houden die zegt dat ze niet meer dan 6% waterstofperoxide – het middel dat de tanden bleekt – mogen gebruiken. Dat is bijvoorbeeld véél minder dan wat kappers hanteren om haar te bleachen. Producten die onder de 0,1% liggen, mogen vrij verkocht worden, al zal je daarmee nauwelijks tot geen resultaat zien. Tegenwoordig zijn bleeklepeltjes heel populair. Dat is een vorm waar je een blekende gel in aanbrengt. Vervolgens draag je de bleeklepel als een soort van beugel. Heel belangrijk daarbij is dat de bleeklepel op jouw gebit afgestemd is. Wanneer dat niet het geval is, kan het zijn dat de randen van de bleeklepel op de wortel van je tand liggen. Daardoor ontstaan problemen zoals tandgevoeligheid en die wil je uiteraard vermijden.’
Het resultaat
‘Hoe wit je de tanden uiteindelijk krijgt, hangt af van enkele factoren’, zegt professor De Moor. ‘Zo bepaalt de basiskleur van je tand een groot deel van het resultaat. Tanden zijn van oorsprong geelachtig, oranje of grijs, en dan heb je er nog met een antibioticaverkleuring. In die opgesomde volgorde zijn ze van makkelijk naar moeilijk te ontkleuren. Je moet weten dat je een oranje tand nooit helemaal wit gaat krijgen. Je kan de structuur van de tand immers niet veranderen. Mensen kijken vaak naar influencers buiten Europa en denken: wauw, die hebben echt een supermooi resultaat. Bij ons is dat niet realistisch, omdat wij gebonden zijn aan die strenge maximumdosis van 6% en zij niet. Verder mag je niet vergeten dat kleur dynamisch is. Tijdens het ouder worden veranderen er zaken binnen in de tand. Zo wordt licht op een andere manier opgenomen of weerkaatst en dat bepaalt ook mee de kleur.’
Het onderhoud
Wie dacht dat tanden voor eeuwig wit blijven na het bleken, moeten we jammer genoeg teleurstellen. ‘Wanneer je kiest voor bleeklepels dan heb je daar tijd voor nodig. Bij tanden met een lichtgele verkleuring zie je doorgaans na twee tot drie weken resultaat, maar heel vaak zien we ook een kleine relapse. Je moet altijd een kleine marge nemen’, gaat professor De Moor verder. ‘Als je de procedure lang genoeg – bijvoorbeeld vier tot zes weken – gedaan hebt, dan ben je daar meestal twee tot drie jaar goed mee. Patiënten die oorspronkelijk een zware verkleuring hadden, raad ik aan om één keer per jaar een kleine onderhoudsdosis toe te passen, want bleken is niet permanent.’
Enkele voorwaarden
Ondanks het feit dat je bij tandartsen je tanden veilig kan laten bleken, is het toch niet voor elk gebit geschikt. ‘Bleken is enkel zinvol in een gezonde mond’, geeft professor De Moor nog mee. ‘Als je bij wijze van spreken meer vulling hebt dan tand, valt er niet veel meer te bleken. Er zijn veel patiënten die erosies hebben, mensen die gemakkelijk overgeven, personen die ooit een stukje tand verloren zijn door een slag . Bij deze personen moet er eerst grondig bekeken worden of bleken wel een optie is.’
