Eén van de Madammen op Radio 2, presentatrice, mama van Lucien en Minnie, dochter, zus, vriendin … Siska Schoeters (39) is het allemaal. Hoe ze haar razenddrukke leven in goede banen leidt en ondertussen ook nog fysiek en mentaal gezond blijft, vertelt ze hier.
Ben jij erg bezig met je gezondheid?
‘Ik denk dat ik een soort van evenwicht probeer te zoeken. Sowieso eet ik gezond. Zeker als ik dat vergelijk met andere mensen. Ik doe het omdat ik merk dat ik ongezond eten niet verdraag. Ik voel mij daar fysiek niet beter van. Als ik een hele periode ongezond eet, voel ik dat aan mijn hele lijf.’
Probeer je die gezonde eetgewoontes ook door te geven aan je kinderen?
‘Ja, met als sidenote dat er natuurlijk af en toe ook gewoon eens lasagne uit een bakje op tafel komt. Mijn zoon Lucien speelt sinds kort hockey. Hij heeft wekelijks drie trainingen en het is niet haalbaar om voor elke training een zelfgekookte maaltijd op tafel te toveren. Maar dan zorg ik er bijvoorbeeld wél voor dat er altijd verse soep in huis is. En als ik denk dat Lucien wat te veel wit brood heeft gegeten – want dat eet hij natuurlijk het allerliefste – haal ik weer even bruin brood in huis. Ik leer mijn kinderen dus wel gezond te eten. Evenwichtige voeding is volgens mij de basis van onze hele gezondheid. Natuurlijk weet ik ook wel dat niet iedereen het geld heeft om elke dag een verse maaltijd te koken. En da’s een groot probleem.’
Zondig je soms ook?
‘Ik kan me heel goed laten gaan met een pak koeken, maar dan voel ik me de dag nadien altijd heel opgedoeft. Ik kan mijn lijf hoe langer hoe meer aanvoelen. Soms voel ik ’s ochtends dat ik de dag ervoor te veel gegeten heb en een opgeblazen buik heb. Dan eet ik bijvoorbeeld niet tot ‘s middags. Sommigen noemen dat intermittent fasting, maar ik niet. Ik luister gewoon naar mijn lichaam.’
Heb je altijd zo gezond geleefd?
‘Nee, dat is met de jaren gekomen. Toen ik op kot zat, woog ik vijftien kilo meer dan nu. Ik ging het huis uit, kon niet koken en had bovendien weinig geld. Het resultaat? Ik haalde pizza’s van één euro bij de Delhaize, dronk veel pinten en werd moddervet.’ (lacht)
Ben je sportief?
‘Ik heb nooit gesport, tot ik enkele jaren geleden doorkreeg dat bewegen écht heel goed voor me is. Ik kom niet écht uit een sportieve familie. ‘t Is te zeggen: mijn broers deden wel aan sport, mijn zus ook, maar bij mij bleef het nooit duren. Ik heb nochtans best veel sporten geprobeerd. Volleybal, paardrijden, ballet, zwemmen, tennis … Maar mensen zeiden me altijd: ‘Gij zijt geen sportieve!’, en zodra ze je dat zeggen, ga je dat geloven. Maar het ding is: iederéén heeft iets sportiefs in zich. Je moet gewoon zoeken naar de juiste manier om te bewegen, naar een sport die écht bij je past. Niet iedereen moet crossfitten. Je kunt ook een wandeling van een uur maken en je daar goed bij voelen.’
Welke sporten beoefen je nu?
‘Twee jaar geleden fietste ik 1.000 kilometer voor Kom op tegen kanker. Ik kreeg toen een koersfiets in bruikleen. Eerst dacht ik: da’s niks voor mij, nu vind ik het zalig. En ja, dat is met klikpedalen en al. (lacht) Ik deed ook al een paar keer mee aan de AG Antwerp 10 miles. Als ik daarvoor train, loop ik een half jaar heel veel. Het is niet mijn doel om snel te lopen of een bepaalde tijd neer te zetten, ik wil die 10 miles dan gewoon uitlopen. Ik ben niet fanatiek. Nu ben ik even niet aan het lopen. Ik heb eigenlijk te brede heupen, waardoor lopen soms lastig voor me is. Ik zou een afspraak moeten maken bij de osteopaat, maar het is er nog niet van gekomen. Ik ben wel van plan om snel terug te beginnen, want ik loop heel graag in de herfst. Dan hangt er precies meer zuurstof in de lucht. Padel vind ik ook leuk. Naast onze deur opende onlangs een padelclub. Een paar vriendinnen vroegen of ik mee wou gaan. Eerst dacht ik dat het niks voor mij zou zijn, maar aangezien ik vroeger nog getennist heb, was ik er snel mee weg. En ondertussen ben ik verkocht. Of ik het vaak doe? (lacht) Nee, ik heb het nog maar twee keer gespeeld, maar dan zeg ik dus wel: ‘Ik padel!’
Heb jij ook ongezonde gewoontes?
‘Drinken. Ik ben het alles of niks-type. Eén glaasje of twee, dat kan ik niet. Daarom drink ik nu al meer dan een maand helemaal niet. Ik doe het niet om mezelf aan iemand te bewijzen, maar omdat ik er even genoeg van had en voelde dat ik het iets te hard nodig begon te hebben. Ik merk nu dat ik veel beter slaap. Ik voel me ook frisser en mijn huid ziet er beter uit. Bovendien ben ik ook een beetje afgevallen. Als ik gedronken heb, heb ik geen remmingen meer en vlieg ik in de snoepkast. Of ik het moeilijk vind om niet meer te drinken? Nee, eigenlijk totaal niet. Gisteren had ik afgesproken met enkele vriendinnen en ik kwam totaal niet in de verleiding.’
Ik las in een oud interview dat slaap heilig voor je is. Om welk uur kruip je in bed?
‘Dat varieert, maar als je tegen mij zegt dat ik om 20u moet gaan slapen, vind ik dat absoluut geen probleem. Ik ben zo’n felle dat ik meestal tegen ‘s avonds mijn kruid verschoten heb en echt leeg ben. Vrijdag is het trouwfeest van één van mijn beste vriendinnen. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik niet voor twaalf uur ‘s nachts naar huis mag gaan. Dat kan ik écht niet maken.’ (lacht)
Merk je dat je minder snel recupereert van zo’n avond uit dan vroeger?
‘Natuurlijk merk ik dat, en eerlijk? Da’s heel pijnlijk! Ik begin aan alles te voelen dat ik ouder word. Volgend jaar word ik veertig en ik begin het er stillekesaan moeilijk mee te krijgen. Ik heb nooit eerder problemen gehad met mijn leeftijd, maar nu voel ik dat ik een eerste midlifecrisis heb. Mijn kinderen worden groter. Pas op: ik ben nog lang niet klaar met opvoeden, maar ik kan al wel een paar dingen afvinken waarvan ik vind dat ik ze goed heb gedaan. Binnen dit en tien jaar zit ik ook in de menopauze. Dan krijg ik een dikke pens en zakt en droogt alles uit. Als vrouw ben je op de wereld om kinderen te baren en op te voeden. Zodra die functie wegvalt, moet je terug wat zoeken. Ik kan er wel een beetje kwaad van worden. Da’s dan de feministe in mij die naar boven komt. Ik heb 35 jaar moeten zoeken naar mezelf, naar wie ik eigenlijk ben. Sinds vier jaar weet ik dat een beetje en begint het leven eindelijk plezant te worden. En dan dit …’
Ik denk dat jij momenteel zowat de vrouw bent die ’t meest op de Vlaamse televisie te zien is. Daarnaast maak je ook radio. Ik kan me voorstellen dat het leven hectisch is. Hoe ga je daarmee om?
‘Dat is heel hard zoeken. Ik zou kunnen zeggen dat ik dat makkelijk vind, maar dat is niet het geval. Het blijft een uitdaging. Als ik voel dat ik wat te veel opdrachten heb aangenomen, denk ik goed na en reflecteer ik hoe ik mijn leven draaglijker kan maken, zodat ik er niet onderdoor ga. Dat betekent dat ik goed moet nagaan of ik zélf gelukkig ben en of mijn omgeving nog content is. Ik heb twee heel drukke jaren achter de rug, waarin ik vijf dingen tegelijkertijd deed. Dit najaar is het even wat rustiger. Durf te vragen is achter de rug, dus ik heb momenteel nog maar één job: De Madammen presenteren op Radio 2. Heerlijk.’
Tijdens mijn research kwam ik een artikel tegen waarin je zei dat de balans vinden tussen werken en moeder zijn je grootste uitdaging is. Hoe probeer je die balans te vinden?
‘Door tijd te maken voor dingen die mij rust geven. Dat is soms gewoon een wandeling maken, maar ik ga ook regelmatig naar een psycholoog.’
Hoe lang ben je al in therapie?
‘Al vier jaar. Ik ben in therapie gegaan omwille van de job die ik doe. Iedereen die in de media zit, doet iets tegennatuurlijks. In wezen zijn de meesten van ons heel onzeker, maar toch treden we op de voorgrond. En alleen mensen die in de media zitten, snappen dat. In een gewone wereld kunnen je ouders, broers of zussen of vriendinnen, zeggen: ‘Amai, ge hebt een schoon rokske aan!’ of ‘Oei, ge ziet er vandaag een beetje moe uit.’ Maar als je bekend bent, laten mensen alles aan je weten. Het negatiefste eerst. Omdat ze vinden dat ze dat mogen. En die commentaar uiten ze op elke mogelijke manier. Via sociale media, via de app van Radio 2 … Elke dag wilt er wel iémand iets aan mij laten weten. Dat kan goede feedback zijn, maar ook slechte. Dan krijg ik commentaar op de manier waarop ik praat of beweeg of op de manier waarop mijn mond staat. Zo word ik verplicht om heel veel stil te staan bij mezelf. Als je in de media zit, moet je goed voor jezelf zorgen, bijvoorbeeld door dus regelmatig met een professional te gaan praten. Anders blijf je deze job niet doen.’
Wat haal je uit die sessies met je psycholoog?
‘Ik ben heel gelukkig opgegroeid, heb geen trauma’s overgehouden aan mijn kindertijd, maar terugkijken naar mijn jeugd is een heel waardevolle en belangrijke leerschool. Hoe komt het dat ik op een bepaalde manier reageer? Waarom kan ik iets niet verdragen? Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. Mensen die niét aan die zelfreflectie doen, kunnen mijn vrienden niet zijn.’
Je had het daarjuist over sociale media. Heb je ooit overwogen om met pakweg Instagram te stoppen?
‘Nee, want ik vind dat een heel tof verlengstuk van mijn persoonlijkheid. Het ding is ook: op mijn sociale media héb ik geen haters. Natuurlijk krijg ik af en toe wel eens een shitmail, maar de reacties zijn overwegend positief. Ik denk dat dat ook te maken heeft met wie ik ben. Ik relativeer mezelf heel hard en dat is herkenbaar voor veel mensen.’
Hoe groot was de impact van de coronacrisis op jou?
‘Dat viel eigenlijk heel goed mee. Op professioneel vlak zeker. Ik kon gewoon doorwerken. Durf te vragen schoof wel wat op, maar eigenlijk heb ik tijdens de crisis heel hard gewerkt. Op persoonlijk vlak voelde ik heel hard wie ik miste. Vroeger was ik een feester. Wilde ik het liefst altijd zo veel mogelijk volk rond mij. Maar tijdens de lockdowns waren er eigenlijk maar een stuk of vijf vriendinnen met wie ik écht wou Facetimen. Die vijf, da’s mijn inner circle, en dat zijn vandaag ook nog de mensen die ik heel graag dicht bij mij houd. Ook aan feesten heb ik nog geen behoefte. Festivals en concerten? Het zegt me weinig. Ik heb nog geen zin in grote mensenmassa’s.’
Nog een laatste vraag: je had het daarjuist even over Durf te vragen. In het programma komen vaak gezondheidskwesties aan bod. Een hersenletsel hebben, doof of slechthorend zijn, psychische kwetsbaarheid … Hadden die onderwerpen ook een impact op hoe je omgaat met je éigen gezondheid?
‘Die onderwerpen zetten me wél soms aan het denken, ja. Zo zat er in de aflevering over de hersenletsels een man die een hersenbloeding kreeg op de verjaardag van zijn dochter. Dan denk ik: holy shit, het zal je maar overkomen. Maar ik denk ook dat je daar niet té hard stil mag bij staan. Ik kan straks op straat mijn enkel verzwikken en onder een auto terechtkomen, maar als ik daar bang voor moet zijn … Sommige onderwerpen kwamen wél heel hard binnen. Bijvoorbeeld de getuigenissen van de mensen met psychische kwetsbaarheid. Zoals ik net al benadrukte, vind ik mentale gezondheid heel belangrijk, dus die aflevering heeft mij bijzonder hard geraakt.’
Mij ook, Siska, en het was sowieso alweer een prachtreeks van Durf te vragen. Bedankt voor het gesprek.