Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Knarsetanden: wat is het en hoe stop je ermee? De tandarts legt uit

Sien Vanneste
4 min read

8 tot 10% van de volwassenen knarsetandt. Bij kinderen loopt dat zelfs op tot 40%. Maar wat gebeurt er juist wanneer je knarsetandt, waarom doen we het en wat is de schade? Wij gingen te rade bij tandarts Frank Herrebout.

Frank Herrebout: ‘Als we spreken over knarsetanden, bedoelen we soms ook klemmen. Bij klemmen zet je je tanden heel hard op elkaar vast. Dat gebeurt meestal na een heftige sportinspanning. Ook mensen die gespannen zijn, kunnen hun tanden op elkaar klemmen. Knarsetanden gaat nog iets verder, want dan schuif je ook met je tanden over elkaar. Het wordt veelal ’s nachts gedaan, maar kan ook overdag voorkomen. Wanneer iemand knarsetandt, hoor je dat vaak. Daarom kan je partner er bijvoorbeeld ’s nachts ook wakker van worden.’

Waarom doen we het?

‘Stress en vermoeidheid liggen aan de oorzaak van beide. Kinderen kunnen ook knarsen, maar dat heeft meer te maken met het wisselen van de tanden. De mond verandert door de groei. De melktanden willen nog blijven zitten, maar de definitieve tanden duwen in de kaak en proberen die melktanden eruit te duwen. Je hebt heel wat tegenstrijdige krachten die op de tanden en mond inwerken. Een andere reden die wordt genoemd is het gebruik van drugs. Daarbij wordt de zenuwgeleiding verstoort, waardoor er een prikkel ontstaat die aanleiding geeft tot knarsetanden. Bij klemmen zien we dat vooral sportinspanningen een grote rol spelen.’

Is het schadelijk voor je tanden?

‘Klemmen geeft minder schade aan de tanden dan knarsen, daarbij ga je vooral last krijgen van de spieren in je aangezicht en het kaakgewricht. Door de enorme spierspanning, krijg je een soort kramp in je aangezichtsspier. Je hebt het gevoel dat je je mond niet meer goed kunt opendoen. Daarnaast kunnen je tanden ook gevoelig zijn, wanneer je harder moet bijten. Ook bij knarsen krijg je die spanning, maar daarbij komt ook dat het tandglazuur wegslijt of afbrokkelt. Eerst knars je de knobbeltjes van je tanden weg, maar geleidelijk ga je verder en verder. Sommige patiënten knarsen tot bijna aan hun tandvlees. Dat is uiteraard een probleem, want ook je snij- en kauwfunctie valt dan weg.’

Wat kun je doen?

‘Het is moeilijk om er zelfs iets tegen te doen, net omdat je het vaak onbewust doet. Bij kinderen gaan we daar niks aan doen. Wanneer de mond volgroeid is, stopt meestal ook het knarsetanden. Ook bij volwassenen gebeurt het meestal maar tijdens een bepaalde periode. Als die voorbij is, stopt ook het knarsetanden vanzelf. Maar bij sommigen is het een blijvend fenomeen en dan kun je opteren voor een opbeetplaat: een beugel die ervoor zorgt dat het kaakgewricht in een rustpositie wordt gebracht. Ga je toch nog klemmen of knarsen, dan verslijt die beugel en niet meer je eigen tanden. Je kunt dit gewoon bij je tandarts laten maken. Is het eerder spiergerelateerd, dan kan er ook met kinetherapie gewerkt worden. Ook spierontspanners worden gegeven wanneer iemand klemt. Dan heb je wel maar een tijdelijke relaxatie, terwijl zo’n opbeetplaat zinvoller is op de langere termijn.’

Wat als je niet weet of je zelf knarsetandt?

Slaap je alleen en weet je dus niet of je knarsetandt ’s nachts? Dan kun je eens kijken naar andere factoren. Frank: ‘Het kan uitstraling geven naar omliggende gebieden, denk aan: nekpijn, schouderpijn of hoofdpijn. Maar al te vaak wordt het gebit over het hoofd gezien als mogelijke oorzaak van deze klachten. Je kunt eerst een afspraak maken bij je huisarts, maar ga zeker ook langs bij je tandarts. Het blijft belangrijk om jaarlijks op controle te gaan, zodat je tandarts je gebit regelmatig kan controleren en je ook zelf je zorgen op tafel kunt leggen.’

Door Sien Vanneste

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…

Lees Meer ...

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…