Vrijwel iedereen krijgt in zijn leven wel eens te maken met een infectie. Maar welke soorten infecties bestaan er, en hoe verloopt de behandeling?
Virussen zijn altijd lichaamsvreemd
Bij een infectie treden vreemde organismen het lichaam binnen om zo schade te berokkenen. Virussen zijn altijd lichaamsvreemd, dat wil zeggen dat ze niet vanzelf in het lichaam aanwezig zijn. Virussen vermenigvuldigen zich in ons lichaam door hun genetisch materiaal in onze cellen af te geven, wat tot een ziekte kan leiden. Sommige virussen hebben een voorkeur voor bepaalde delen van het lichaam. Zo heb je bij griep, bijvoorbeeld, last van hoofdpijn en spierpijn.
Naast de griep, is ook het coronavirus een bekend voorbeeld van een virale infectie. Je kan besmet raken met het coronavirus door iemand die het al heeft. Wanneer die persoon niest of hoest, komen er druppeltjes met het virus vrij. Door die druppeltjes in te ademen, word je ziek. De organismen in de besmette druppeltjes zijn dus niet vanzelf in je lichaam aanwezig.
Bepaalde bacteriën zijn van nature aanwezig in ons lichaam
Bacteriën kunnen zowel lichaamsvreemd als lichaamseigen zijn. In onze darmen zijn er altijd bacteriën aanwezig. Die bacteriën vormen onze darmflora. Ze kunnen groeien door zich in twee nieuwe cellen te splitsen. We spreken van een bacteriële infectie wanneer lichaamsvreemde bacteriën ons lichaam binnendringen of wanneer er te veel lichaamseigen bacteriën aanwezig zijn. Een bekend voorbeeld van een bacteriële infectie is salmonella.
Hoe kunnen infecties worden behandeld?
Meestal zijn bacteriële infecties ernstiger dan virale. Bij bacteriële infecties kan er wel antibiotica worden gebruikt. Bij virussen heeft antibiotica geen enkel effect, maar een vaccin wel. Vaccins bestaan uit dode of afgezwakte ziektekiemen, stoffen die door ziektekiemen aangemaakt worden of onderdelen van ziektekiemen. In een griepvaccin zitten er bijvoorbeeld verschillende soorten dode of afgezwakte griepvirussen. Door toediening van het vaccin wordt het lichaam gestimuleerd om antistoffen aan te maken tegen een bepaald griepvirus.
Voor het coronavirus bestaat er nog geen vaccin omdat het virus nog maar sinds kort bij mensen voorkomt. Een specifiek vaccin is dus nog nooit nodig geweest. Het zal waarschijnlijk een anderhalf jaar duren vooraleer er een vaccin op de markt komt. Het ontwikkelen van een vaccin duurt op zich niet zo lang, maar vooral de test- en productiefase zullen tijd in beslag nemen. Er moet worden nagegaan of het lichaam effectief antistoffen aanmaakt en of het werkende vaccin vlot in grote hoeveelheden geproduceerd kan worden.