Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

WERELD AUTISMEDAG tips om beter om te gaan met autisme

Lisa Piotti
5 min read

Vandaag is het Wereld Autismedag. In België heeft ongeveer één procent van de bevolking een autismespectrumstoornis. Zowel voor de patiënt als voor de omgeving is het niet altijd gemakkelijk om situaties correct in te schatten en gepast te reageren. Kinder- en jeugdpsychiater Edward Debbaut geeft tips over hoe patiënten en hun omgeving beter kunnen leren omgaan met autisme.

Wat is autisme?

‘Autisme is een gedragsdiagnose waarbij problemen of beperkingen worden vastgesteld met betrekking tot communicatie, sociale wederkerigheid en het aangaan van relaties. Daarnaast is er ook een patroon van repetitief of stereotiep gedrag en een andere manier van omgaan met zintuiglijke prikkels uit de omgeving.’

‘Het is belangrijk om te beseffen dat autisme breed geïnterpreteerd kan worden. Vandaag vallen alle verschillende vormen van autisme onder één entiteit: autismespectrumstoornis. Dat wordt vrij breed omschreven. Mensen die voldoen aan die beschrijving, kunnen onderling sterk verschillen. De term ‘autismespectrumstoornis’ is dus heel breed, en binnen die beschrijving is er veel variatie mogelijk.’

‘Die variatie wordt veroorzaakt door de kenmerken van autisme zelf, die zich op verschillende manieren uiten. Ook de eigenschappen van de persoon in kwestie hebben een invloed op die variatie, ondanks het feit dat ze los staan van het autisme zelf. Je zal bijvoorbeeld helemaal anders omgaan met iemand die autisme heeft en hoogbegaafd is, dan iemand met autisme die een verstandelijke beperking heeft.’

‘Omdat elke situatie zo hard kan verschillen van een andere, is het moeilijk om een concrete oplossing te bieden. Wel zijn er enkele algemene tips – zowel voor de persoon in kwestie als zijn of haar omgeving – die de omgang kunnen vergemakkelijken.

Tips voor mensen met autismespectrumstoornis

  1. ‘Het kan al heel wat helpen als je zelf zo open mogelijk communiceert over het feit dat je autisme hebt. Bij sommige mensen met autisme valt het redelijk snel op dat zij een beetje anders zijn. Je omgeving zal zich daar ook vragen over stellen. Het loont vaak meer om ervoor uit te komen in plaats van het te proberen maskeren, zeker op langere termijn. Communiceren opent altijd deuren. Voor veel mensen helpt het om je gedrag te kunnen kaderen. Dat zorgt automatisch voor meer geduld en begrip. Natuurlijk communiceer je alleen open over je autismespectrumstoornis met mensen die je vertrouwt, mensen die belangrijk zijn in jouw leven. Je hoeft zeker niet iedereen die je tegenkomt op de hoogte te brengen.’
  2. ‘Benoem wat autisme voor jou betekent in je dagelijks leven. Sommige mensen interpreteren het gedrag van anderen vaak verkeerd. Om misverstanden en ruzies te voorkomen, kan het helpen om te benadrukken dat je veel uitleg en duiding nodig hebt. Iemand anders raakt dan weer helemaal overprikkeld door een overvloed aan omgevingslawaai. Daar is het belangrijk om geluidsoverlast en drukke omgevingen te beperken. Je moet kijken naar de problemen waar je zelf dagelijks op stoot en daar een oplossing voor zoeken.’
  3. ‘Ontwikkel een band met iemand die je vertrouwt en goed kan leren kennen. Vaak helpt het om iemand te hebben die niet alleen op de hoogte is van je diagnose, maar ook weet hoe je voor de rest functioneert. Iemand die samen met jou de dingen op een rijtje zet en advies kan geven met de kennis die hij of zijn heeft over je persoonlijkheid.’

Tips voor de omgeving van de persoon met autismespectrumstoornis

  1. ‘Leer de persoon achter de diagnose kennen. Neem daar gerust je tijd voor en laat je verrassen. Hoe is die persoon, los van zijn of haar autismespectrumstoornis? Je mag er niet vanuit gaan dat als iemand autisme heeft, je weet hoe die persoon in elkaar zit.’
  2. ‘Communiceer helder en duidelijk. Soms zal je heel expliciet moeten zeggen wat je bedoeling is. State the obvious. Als we met iemand een gesprek aangaan, worden onze intenties vaak meteen duidelijk. Voor mensen met autisme kan het verhelderend zijn als je dat doel meteen meegeeft. Wil je het hebben over een specifiek onderwerp of wil je gewoon even babbelen voor de gezelligheid? Geef mee wat de bedoeling van het gesprek is en twijfel niet om evidente zaken te benoemen.’
  3. ‘Probeer te doseren. Doseer je verwachtingen en de hoeveelheid aan zintuiglijke en sociale prikkel. Beperk ook de lengte van je gesprekken. Durf een gesprek af te ronden, ook al loopt het goed. Het kan zijn dat die persoon toch op zijn limiet zit, maar dat niet goed kan aangeven. Less is more!’ 
Door Lisa Piotti

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…

Lees Meer ...

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…