Met welke psychische problemen kun je allemaal geconfronteerd worden? En wanneer moet je professionele hulp zoeken? Psycholoog en psychotherapeut Zoë Goedertier geeft tekst en uitleg.
Depressie
Wat is het?
‘Depressie wordt ook wel eens de ziekte van onze tijd genoemd. Mensen die een depressie hebben, zijn neerslachtig, voelen zich lusteloos, piekeren veel, hebben soms ook verdriet, weinig concentratie en slapen te veel of net te weinig. Ze hebben weinig of geen zin of motivatie om iets te doen en blijven vaak in bed liggen.’
‘Soms vind ik het jammer dat psychologische termen gebruikt worden in een alledaagse context. Mensen zeggen bijvoorbeeld: ‘Ik voel me depri.’ Een depressie is echter heel erg zwaar en voelt soms aan als een zwart gat waar iemand moeilijk uit raakt. Iedereen kan gedurende zijn of haar leven een depressie ontwikkelen, maar we zien dat er factoren zijn die de ene persoon kwetsbaarder maken dan de andere, waaronder genetica.’
Hoe behandelen?
‘Heb je een genetische kwetsbaarheid? Dan ben je het meeste gebaat bij een combinatie van therapie en medicatie. We merken dat deze personen, als het goed gaat, leren om met deze kwetsbaarheid om te gaan en hun leven er ook aan aanpassen. Een soort ‘omarmen’ van wat is of hoe ze in elkaar zitten. Heb je ooit een depressieve periode gehad? Dan is de kans dat het terugkomt reëel. Eén vierde van de Belgen neemt antidepressiva. Dat is gigantisch veel. Wat wil dat zeggen over onze maatschappij en het tempo waaraan we leven? Steeds meer mensen vallen uit de boot. Dat is echt een probleem. Twijfel zeker niet om professionele hulp in te schakelen.’
Angst- of paniekstoornis
Wat is het?
‘Bij angstproblematieken denk ik vooral specifiek aan paniekstoornissen. Jongeren benoemen het als anxiety, een soort onrust. Vaak gaan angststoornissen gepaard met stemmingsstoornissen. Mensen met een angstproblematiek piekeren heel veel en zijn voortdurend angstig, in die mate dat hun level bepaalt. Zo durven ze soms niet meer naar buiten te gaan of zich in een sociale context te begeven. Angstaanvallen kunnen ook gepaard gaan met paniekaanvallen, waarbij het zenuwstelsel overprikkeld raakt. Een paniekaanval kerken je onder andere aan het warm krijgen, beginnen te zweten, een druk op je borst te krijgen en moeite hebben met ademen. Sommige mensen denken dat ze een hartaanval krijgen, stikken of het bewustzijn verliezen, waardoor ze nog angstiger worden. Dit kan gepaard gaan met hyperventileren. Ik beschouw een paniekaanval als een krachtig signaal van het lichaam dat het zo niet langer kan; dat iemand fysiek of mentaal over de eigen grenzen is gegaan.’
Hoe behandelen?
‘Heb je een paniekaanval? Probeer dan te kijken waar die vandaan komt. Wat is er aan de hand? Waarom voel je je zo? Waarom gebeurt het? Waren er specifieke triggers? Vaak ontdekken we tijdens een therapiesessie dat er een logische verklaring voor is. Sommige mensen zijn angstiger van nature – onder andere door hun opvoeding, gebeurtenissen uit het verleden of biologische factoren – en daardoor kwetsbaarder. Angststoornissen zijn goed behandelbaar, afhankelijk van de duur en de ernst.’
Eetstoornissen
Wat is het?
‘De meest voorkomende eetstoornis die ik zie in mijn praktijk is boulimia. Cliënten met boulimia hebben meestal een normaal gewicht, krijgen eetbuien en gaan vervolgens compenseren door over te geven, laxeermiddelen te nemen of te sporten. Ze zijn voortdurend bezig met eten. Het neemt hun hele leven over. Jammer genoeg heeft dat ook een invloed op hun omgeving. Zo gaan ze vaak sociale gelegenheden waarbij er gegeten of gedronken wordt uit de weg. Verder zijn ze ook voortdurend bezig met wat anderen over hen denken en bang om veroordeeld te worden. Eetstoornissen hebben vaak te maken met een gevoel van controle. Iemand die het gevoel heeft geen vat meer te hebben op zijn of haar leven focust zich soms op wat hij of zij wél kan bepalen: wat en hoe hij of zij eet. Boulimia is soms moeilijk te herkennen, omdat het voor de buitenwereld niet opvalt. Eetstoornissen verschuiven vaak: er zijn periodes van ondergewicht, normaal gewicht en soms overgewicht. Bovendien zijn eetstoornissen stoornissen met hoge sterftecijfers. Alertheid is dus aan te raden!’
Hoe behandelen?
‘Een eetstoornis is meestal chronisch. ‘Volledig genezen’ is moeilijk, omdat patiënten er hun hele leven gevoelig aan blijven. Zeker als het even wat slechter gaat, komt de focus op eten vaak terug. Daarom is het belangrijk om tijdig hulp te zoeken. Bij zware gevallen is een opname soms de beste optie.’
DSM-5
‘Diagnoses worden meestal gesteld aan de hand van de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, nvdr.)‘, aldus Zoë Goedertier. ‘Daarbij moet je gedurende een bepaalde periode aan verschillende criteria voldoen. Zelf ben ik niet zo’n grote fan van dat systeem. Mensen zijn immers heel complex. Stel: je moet aan tien criteria voldoen om een bepaalde diagnose te krijgen. Wat als je er ‘maar’ aan negen voldoet? Ik vind de DSM-5 soms dus wat te kort door de bocht. Tot 1974 was homoseksualiteit overigens een van de diagnoses in de DSM en werd dat dus ook gezien als een mentale stoornis.’
‘Begrijp me niet verkeerd: diagnoses kunnen zeker ook positief zijn. Ze geven mensen een houvast en een verklaring waarmee ze aan de slag kunnen. Er zijn in de praktijk psychologische problemen die vaker voorkomen dan andere. Het is belangrijk om te beseffen dat iedere persoon anders is, dat elke casus en elk verhaal uniek is, dat symptomen zich anders kunnen uiten én dat het allemaal veel complexer is dan het soms lijkt.’