Misschien doe je deze maand mee aan Tournée Minérale en drink je in februari geen wijn. Maar wat als je er terug invliegt in maart? Klopt het dat je dan sneller dronken wordt omdat je tolerantie voor alcohol is verminderd? En klopt het dan ook dat wie vaak en veel drinkt effectief er beter tegen kan?
Ja dus. Regelmatig een bepaalde hoeveelheid alcohol drinken kan wel degelijk leiden tot een verhoogde tolerantie. Dat komt omdat je hersenen zich aanpassen aan de effecten van alcohol, en na verloop van tijd is er meer alcohol nodig om dezelfde effecten te bereiken. Of: je moet steeds meer drinken om dezelfde initiële buzz te krijgen. Tolerantie is dan ook een kenmerk van verslaving. Maar het kan zich ook ontwikkelen bij regelmatig alcoholgebruik bij sociale drinkers.
Na een periode van verminderd alcoholgebruik of onthouding, kan de alcoholtolerantie afnemen tot niveaus vóór regelmatig gebruik. Dat betekent dat je hersenen en lichaam out of practice zijn wat betreft het verwerken en reageren op alcohol. Alcoholtolerantie kan via verschillende mechanismen worden verklaard, hier zijn de vier belangrijkste:
Functionele tolerantie
Functionele tolerantie zorgt dat de gevoeligheid voor alcohol afneemt door veranderingen in het centrale zenuwstelsel. Als we in de loop van een avond drinken, neemt de hoeveelheid alcohol in onze bloedsomloop toe, wat leidt tot langzamere reactietijden, verminderde remmingen en een verminderd beoordelingsvermogen. Grote hoeveelheden alcohol veroorzaken onduidelijke spraak, gebrek aan coördinatie en wazig zien. Mensen die regelmatig een willekeurige hoeveelheid alcohol drinken, kunnen tolerant worden voor al deze dingen en vertonen uiterlijk weinig tekenen van intoxicatie – zelfs als er grote hoeveelheden alcohol in hun bloed zitten. Als deze drinkers stoppen of hun alcoholgebruik verminderen, kan deze tolerantie verloren gaan.
Maar als ze weer op hun oude niveau gaan drinken, zullen alcoholgerelateerde stoornissen in cognitie en gedrag terugkeren – zij het na kleinere hoeveelheden alcohol.
Omgevingsafhankelijke tolerantie
Tolerantie kan zich veel sneller ontwikkelen als alcohol altijd in dezelfde omgeving wordt gedronken – bijvoorbeeld als je tijdens de lockdown alleen thuis dronk. Dit komt omdat bekende “signalen” die je hersenen krijgen – zoals je thuissituatie – herhaaldelijk gepaard gaan met de effecten van alcohol. Dit leidt tot een geconditioneerde compenserende reactie in je hersenen. Deze reactie gaat de nadelige effecten van alcohol tegen en we voelen ons daardoor misschien niet zo dronken.
Maar wanneer we drinken in een nieuwe omgeving – zoals voor het eerst in zes maanden naar de kroeg gaan – wordt de compenserende reactie niet geactiveerd, waardoor we vatbaarder worden voor het ervaren van de effecten van alcohol. Dus zelfs als je tijdens de lockdown thuis nog steeds grote hoeveelheden alcohol hebt gedronken, kan het zijn dat je de effecten van alcohol sterker voelt wanneer je dezelfde hoeveelheid drinkt als normaal maar op café of op restaurant.
Aangeleerde tolerantie
Het ontwikkelen van tolerantie kan worden versneld als we herhaaldelijk dezelfde taak of activiteit uitvoeren onder invloed van alcohol. Studies met ratten hebben aangetoond dat dieren die waren getraind om door een doolhof te navigeren terwijl ze dronken waren, eigenlijk beter presteerden en toleranter waren voor de effecten van de alcohol dan degenen die geen alcohol kregen tijdens de training.
Bij mensen kan dit type tolerantie worden aangetoond in het uitvoeren van spelletjes die onder invloed van alcohol worden gespeeld. Bijvoorbeeld, een persoon die normaal gesproken nuchter biljart speelt, zal waarschijnlijk slechter spelen als hij dronken is. Maar als een persoon regelmatig drinkt tijdens het biljarten, kan vanwege zijn aangeleerde tolerantie geen aan alcohol gerelateerde beperkingen ervaren.
Metabolische tolerantie
Terwijl de andere drie soorten tolerantie zich richten op de effecten van alcohol op de hersenen, verwijst metabole tolerantie in plaats daarvan naar de snelle eliminatie van alcohol uit het lichaam na langdurig of zwaar alcoholgebruik.
Herhaaldelijk alcoholgebruik zorgt ervoor dat de lever ‘efficiënter’ wordt in het verwijderen van alcohol uit het lichaam. Dit resulteert in een vermindering van alcohol in de bloedsomloop, en dus ook een vermindering van de bedwelmende effecten. Net als bij functionele tolerantie, is er bij het ontwikkelen van metabole tolerantie een almaar grotere hoeveelheid alcohol nodig om dezelfde effecten te ervaren als in het begin.
Dus wanneer je minder gaat drinken of tout court stopt met alcohol te drinken, betekent dat dat je lever minder effectief is in het ‘opruimen’ van alcohol uit het lichaam. Als gevolg hiervan zal je je dus sneller dronken voelen als je opnieuw begint te drinken. En het werkt dus ook omgekeerd: een verhoogd alcoholgebruik tijdens een periode kan leiden tot een verhoogde metabole tolerantie.