Lintwormen komen erg vaak voor bij katten en het kan schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens. Een lintworm besmetting bij katten wordt in de meeste gevallen opgemerkt aan een veranderde ontlasting. Als je kat besmet is met een lintworm, dan zie je vaak witte of gelige stukjes terug in de ontlasting. Het lijken rijstkorreltjes, maar het zijn stukjes die afgebroken zijn van het achtereinde van de lintworm. Omdat een lintworm bij katten verder haast geen symptomen heeft, is het belangrijk dat je regelmatig de ontlasting van je kat onderzoekt.
Wat zijn de oorzaken van een lintworm bij katten?
Een lintworm is een parasiet. Dat wil zeggen dat de lintworm een gastheer nodig heeft om te kunnen overleven. Ratten, vlooien, muizen, eekhoorns en katachtigen zijn ideale gastheren voor de lintworm. Katten zijn wilde dieren en zullen dus regelmatig een muis verorberen, of er in ieder geval mee in contact komen. Op deze manier krijgt je kat dus de eitjes binnen en deze zullen in de darmen ontwikkelen tot lintwormen. Het opeten van besmette ontlasting van andere dieren kan ook de oorzaak zijn van lintwormen bij katten.
Hoe kun je een lintworm herkennen?
Lintwormen bij katten hebben een plat en wit uiterlijk. Als lintwormen (of segmenten ervan) net uit de anus is gekropen, kunnen ze nog bewegen. Ze zijn dan ongeveer 1 centimeter groot. Als ze eenmaal opgedroogd zijn aan de buitenlucht verschrompelen ze. Het lijken dan kleine witte rijstkorrels. Deze segmenten van de lintworm bevatten enorm veel eitjes. Je kat kan deze eitjes door het hele huis verspreiden en terecht komen in bijvoorbeeld je vloerbedekking. Een goede hygiëne is dus heel erg belangrijk.
Besmetting via vlooien
Katten raken in de meeste gevallen besmet door vlooien. Vlooien vermeerderen razendsnel. Ze leggen eitjes in en om het huis, nadat een vlo een bloedmaaltijd heeft gehad. Een bloedmaaltijd krijgen ze binnen nadat ze een dier hebben gebeten. Vlooien komen overal terecht. In de vloerbedekking en alle hoeken en gaten. Als je eenmaal een vlooienplaag hebt in je huis kom je er niet meer zo gemakkelijk vanaf. Per bloedmaaltijd produceert een vlo tot wel 100 eitjes. Zelfs bij een goede stofzuigbeurt blijven er altijd nog wel een paar eitjes over.
Van vlooienmade tot lintwormlarve
Uit eitjes van vlooien komen naast vlooienmaden ook lintwormeitjes. In de vlo made ontwikkelt dit lintwormeitje zich tot lintwormlarve. Zodra de vlooieneitjes zijn gelegd duurt het nog 6 tot 8 weken totdat ze uitkomen. Vervolgens zullen ze, inclusief lintwormlarve, op je kat springen. Zijn er geen huisdieren aanwezig, dan springen ze op mensen. Je kunt een vlooienbeet herkennen aan rode plekjes op je benen, die vaak erg jeuken.
De besmetting
Zodra de besmette vlo je kat bijt, wordt het lintwormlarfje overgebracht. Deze gaat door het lichaam heen totdat het in de darmen terecht komt. In de darmen hecht de lintworm zich vast en begint het met het produceren van eitjes. Gelukkig zijn katten erg bedreven in het verzorgen van hun vacht, de meeste vlooien worden door het wassen wel weggejaagd. Maar een goed anti vlo middel is zeker geen overbodige luxe.
Hoe kun je een lintworm infectie bij een kat behandelen?
Katten hebben een grote kans om regelmatig besmet te raken met een lintworm infectie. Het is daarom erg belangrijk om je kat regelmatig te ontwormen. Het is het beste om dit standaard vier keer per jaar te doen, ook als je kat geen tekenen heeft van worden. Voorkomen is immers beter dan genezen. Door je kat regelmatig te ontwormen bescherm je hem of haar ook gelijk tegen andere infecties, zoals haakwormen, zweepwormen en spoelwormen. Omdat vlooien vaak besmet zijn met lintworm infecties is het ook aan te raden om je kat regelmatig te behandelen met een anti vlo middel.
Het bestrijden van lintwormen
Wormtabletten zijn het meest voorkomende bestrijdingsmiddel tegen lintwormen. Ook een pasta kan goed helpen. Echter is het belangrijk dat je weet hoe je kat besmet raakt, zodat je de bron weg kunt nemen. Preventief ontwormen is zeker aan te raden. Voor jonge dieren geldt eens per twee maanden, dit omdat jonge dieren een groeiachterstand kunnen oplopen bij een wormbesmetting en ze een minder goede weerstand hebben. Zodra ze volwassen zijn is vier keer per jaar voldoende.
