Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Spectaculaire toename van bijziendheid bij kinderen en jeugd. En dat gaat serieuze gevolgen hebben

Mick Van Loon
5 min read

In Europa is nu de helft van alle twintigers bijziend – ze kunnen niet goed zien in de verte. Nederlandse cijfers tonen een toename van bijna 400 procent bij kinderen jonger dan zeven in nauwelijks enkele jaren. Als de huidige trends zich voortzetten, zal de helft van de wereldbevolking in 2050 bijziend zijn. Waarom gebeurt dit? En waar zullen de gevolgen van deze trend erger zijn dan een pak meer mensen die een bril of lenzen moeten dragen?

In Europa is nu de helft van alle twintigers bijziend. In de VS is het bijna de helft van alle Amerikanen jonger dan 53. Hoe groot het probleem in België is, is niet echt duidelijk. Cijfers uit Nederland zijn wel verontrustend. De jaarlijkse oogscreening die ze daar doen in scholen was door de coronapandemie twee jaar opgeschort. Toen ze weer hervatte, bleek dat jongere kinderen van 6 tot 8 jaar veel vaker bijziend waren geworden dan in de voorgaande jaren.

Het grootste verschil was te zien bij de groep jonger dan zeven jaar, waar van 2015 tot 2019 tot 6 procent bijziend was. Dit is met bijna 400 procent toegenomen tot ruim 21 procent van de kinderen ondertussen. Bij de 7- en 8-jarigen was een toename te zien van 200 procent, tot 40 procent van de kinderen. Van de oudere kinderen was al 80 procent bijziend, maar de mate van bijziendheid was ook bij hen toegenomen.

Trend was al langer zichtbaar in Azië

De trend hier werd al eerder opgemerkt in Oost- en Zuidoost-Azië. Daar is het aandeel tieners en jongvolwassenen met bijziendheid in iets meer dan een halve eeuw gestegen van ongeveer een kwart tot meer dan 80 procent. In China komt bijziendheid zo vaak voor dat het een zorg voor de nationale veiligheid is geworden; Het leger heeft er bijvoorbeeld problemen bij het rekruteren van voldoende scherpzinnige piloten. En ook daar: pandemische lockdowns lijken het gezichtsvermogen van Chinese kinderen nog erger te hebben gemaakt.

In het begin deden veel experts de stijgende myopiecijfers in Azië af als een afwijking. Ze voerden aan dat Aziaten genetisch vatbaar zijn voor bijziendheid en beweerden dat er iets mis was met de methodologie van de studies die daar werden uitgevoerd. Maar uiteindelijk werd het onmogelijk om de omvang van het probleem en de snelheid van verandering te ontkennen. En zitten we er hier nu dus ook mee.

Oorzaak lijkt voor de hand te liggen, maar blijkt verrassend moeilijk te bewijzen

De oorzaak van deze opmerkelijke verslechtering van ons gezichtsvermogen lijkt misschien voor de hand liggend: het feit dat de jongste generatie steeds meer tijd (en vanaf steeds jongere leeftijd) spendeert met smartphones, tablets, laptops en de schermen van de tv’s en monitors waar ze urenlang videogames op spelen. Het idee is overigens niet nieuw dat lang kijken naar iets centimeters van je gezicht slecht is voor het zicht op afstand. Vier eeuwen geleden concludeerde de Duitse astronoom Johannes Kepler al dat zijn verslechterend gezichtsvermogen de schuld was van alle uren die hij aan zijn studie besteedde.

Wie dus (te) veel tijd spendeert aan het lezen van teksten of kijken naar afbeeldingen recht voor zijn neus, wordt bijziend. Alleen: dat blijkt verrassend moeilijk om te bewijzen. Het optellen van het aantal uren dat voor een boek of scherm wordt doorgebracht, lijkt het begin of de progressie van bijziendheid niet te verklaren.

Slechts gedeeltelijk genetisch

Inmiddels zijn wetenschappers voorbij de verkeerde veronderstelling dat bijziendheid puur genetisch is. Dat idee kreeg voet aan de grond in de jaren ’60, toen studies van tweelingen aantoonden dat identieke tweelingen meer vergelijkbare patronen van bijziendheid hadden. DNA speelt inderdaad een rol bij bijziendheid weten we nu, maar slechts gedeeltelijk.

Misschien is het niet de nabijheid van het werk zelf dat de ogen ruïneert, maar het feit dat het kinderen de tijd buitenshuis ontneemt. ‘Buiten spelen, in het volle daglicht, is de enige behandeling waarvan bewezen is dat ze het ontstaan van bijziendheid kan voorkomen. Hoe dat komt, is weer een andere vraag’, gelooft professor Ingele Casteels van UZ Leuven.

Wetenschappers die pleiten voor het belang van meer buiten spelen om bijziendheid te voorkomen, zijn trouwens ook alweer verdeeld. Er zijn er die geloven dat fel zonlicht een goede ooggroei bevordert, terwijl anderen geloven dat grote open ruimtes dat doen.

Waarom het een probleem is

Bijziende ogen worden op middelbare leeftijd vatbaar voor ernstige problemen zoals glaucoom en netvliesloslating, aandoeningen die op hun beurt permanente blindheid kunnen veroorzaken. De risico’s nemen exponentieel toe en hoe jonger bijziendheid begint, hoe slechter de vooruitzichten. Het gaat dus verder dan het ongemak om een bril te dragen of lenzen.

Door Mick Van Loon

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…

Lees Meer ...

Logo Gezond

Meest gedeeld

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…