Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Liefde anno 2022: is monogamie nog realistisch? Wij vroegen het aan de antropoloog

Nona Heremans
10 min read

We kennen het sprookje allemaal: de knappe prins op het witte paard redt de lieve prinses. Ze worden verliefd, trouwen, krijgen kinderen en leven nog lang en gelukkig. Veel mensen dromen van een soortgelijke relatie, maar is dat anno 2022 nog een realistische benadering van de liefde? Wij spraken met Roanne van Voorst, antropoloog en auteur van ‘Met z’n zessen in bed’, over de toekomst van relaties.

Noem me gerust een romanticus, maar ik vind liefde het belangrijkst wat er is. Bijna ieder sprookje, maar ook elke film, lied en boek gaat erover. Liefhebben is enorm persoonlijk en tegelijkertijd het meest universele gevoel. Je bent het gelukkigst als de liefde meezit en zit het diepst als ze tegenwerkt. We zetten door liefde nieuw leven op de wereld, maar plegen er ook moorden voor. Dat is altijd zo geweest en zal waarschijnlijk ook altijd zo blijven. Maar de manier waarop we liefhebben, de liefde bedrijven en liefdesrelaties aangaan, verandert wel. Zo is onze maatschappij meer geseksualiseerd dan ooit, maar hebben jongeren steeds later seks. In België eindigt vier op de tien huwelijken in een echtscheiding en één op drie relaties krijgt te maken met overspel. Het aantal polyamoristen (personen die meerdere liefdes relaties tegelijkertijd aangaan) groeit, maar tegelijkertijd doet de groep sologamisten (bewuste singles) dat ook. Wat is er aan de hand? Zijn we massaal onze weg op vlak van liefde kwijt? Of moeten we anno 2022 op zoek naar nieuwe relatievormen?

The big 5

De ware vinden blijft ook vandaag voor velen het ultieme levensdoel. Om de oorsprong van dat cliché te verstaan, moeten we terug naar enkele tienduizenden jaren geleden. Met de uitvinding van landbouw en veehouderij verdween de nomadische levensstijl. We vestigden ons voortaan in dorpen en bewerkten het land. Mannen en vrouwen vergaarden hierdoor eigen bezittingen, zoals stukken grond, een huis, voedsel en vee. Voor het eerst in de geschiedenis konden we ook na onze dood iets achterlaten, liefst aan de eerstgeboren zoon. Om te verzekeren dat de erfenis bij de juiste persoon belandde vonden we het huwelijk uit. Nog iets later moest een vrouw maagd blijven tot ze getrouwd was, zodat er geen verwarring kon ontstaan over de vader van haar kinderen. En ergens tijdens de middeleeuwen voegde de Kerk er nog wat regels aan toe, tot we aan het klassieke monogame huwelijk kwamen zoals we dat nu kennen.

Nieuwe trends en uitvindingen, zoals landbouw in dit geval, hebben dus niet alleen invloed op onze manier van leven, maar ook op onze relaties. Met de technologische vooruitgang die we vandaag meemaken, doen we in principe hetzelfde. We stellen het klassieke monogame huwelijk steeds meer in vraag en gaan op zoek naar andere verbintenissen. ‘Volgens sommige wetenschappers gaat monogamie ooit zelfs volledig verdwijnen’, vult Roanne van Voorst aan. ‘Toch heb ik het gevoel dat monogamie ons ook veel bijbrengt. Het zorgt voor stabiliteit en eenvoud en het is een relatief makkelijke relatievorm. Wat ik op termijn wel zie verdwijnen, zijn de onechte verwachtingen die we aan relaties stellen.’

De lat ligt hoog

Laat dat nou precies het probleem zijn de dag van vandaag: we verwachten te veel van relaties. Trouwde je zo’n honderd jaar geleden, dan was de enige verwachting dat je samen met je partner het huishouden deelde. Als het dan ook nog eens klikte, was dat mooi meegenomen. De verwachtingen waren dus een stuk minder hooggespannen, waardoor het ook niet zo’n probleem was als het minder spannend werd. ‘Daar zouden we nu een stapje terug in mogen nemen’, vindt Roanne van Voorst. ‘We staan strenger tegenover relaties dan ooit tevoren. We verwachten alles bij één partner te vinden; een beste vriend, een lieve vader of moeder voor je kinderen en een goede sekspartner. Dat legt de druk enorm hoog. Daarnaast eisen we ook dat hij of zij nooit meer gevoelens krijgt voor een ander en niet te intiem met iemand anders omgaat.’

‘Het meest problematisch vind ik dat we helemaal geen waardering meer hebben voor het rustig bij elkaar zijn’, gaat van Voorst verder. ‘De paniek die we nu voelen als het even wat saaier is, vind ik verontrustend. Terwijl er niets mis is met een lang relatie waar veel vertrouwen in zit, maar minder seks. We gaan ervan uit dat een liefdesrelatie hetzelfde blijft als de eerste paar maanden, wanneer je halsoverkop verliefd bent. Logisch, want dat is het beeld dat we nog steeds in de films te zien krijgen: de zielige singles vinden elkaar eindelijk en het verhaal eindigt bij het huwelijk. Maar in het echte leven begint het dan pas en moet je nog jaren samenleven. Er zijn maar weinig films die de sleur van een getrouwd koppel tonen.’

Vreemdgaan = polygamie?

Als het dan even saai wordt, zoeken we massaal onze toevlucht in een spannend avontuurtje. Of dat geld toch voor één op vier van de Vlaamse mannen, bij vrouwen is het één op vijf. Of dat cijfer vroeger minder hoog lag, is moeilijk te achterhalen. ‘Ten eerste omdat er niet veel geschreven bronnen over bestaan. En ten tweede omdat het idee rond vreemdgaan sterk verschilt per tijdsgeest’, legt van Voorst uit. ‘Vroeger zagen we mannen nu eenmaal als seksuele wezens, met wie ze het allemaal deden stak niet zo nauw. Nu vinden we een flirt of een platonische relatie al vreemdgaan. Plus, we doen het nu ook op andere manieren. Tegenwoordig kun je liken, chatten en volgen, wat het gemakkelijker en verleidelijker maakt om de grenzen op te zoeken. Ik denk niet dat we per se vaker vreemdgaan, ik denk wel dat het taboe en idee errond verschuift.’

Seks hebben met iemand anders dan je partner is geen moderne uitvinding. Het idee dat het iets verkeerd is wel. Maar dat wil nog niet zeggen dat vreemdgaan en polyamorie het zelfde zijn. Van Voorst verwoordt het duidelijk in haar boek: ‘Vreemdgaan is liegen of stiekem gedrag van iemand die monogaam probeert te zijn, maar daar niet in slaagt. Polyamoristen doen hetzelfde als wat monogamen allang doen, maar dan openlijk.’ En dat is inderdaad iets wat we van polyamoristen kunnen leren, vindt van Voorst. ‘Polyamoristen hebben een realistisch beeld over relaties. Zij beseffen dat het niet zo gek is dat je je aangetrokken voelt tot iemand anders. Zolang het niet stiekem gebeurt.’

Polyamorie 3.0

Volgens de Amerikaanse socioloog Elisabeth Sheff bevinden we ons momenteel in een derde non-monogame golf. De eerste speelde zich af in de 19e eeuw, toen verschillende communes ontstonden waar groepshuwelijken en vrije seks de norm waren. Een tweede golf vond plaats in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, toen voornamelijk hippies experimenteerde met open relaties. ‘Zulke golven zijn reacties op de strenge regels van dat moment. Omgekeerd geldt dat ook. De seksuele revolutie van de jaren zestig en zeventig leidde tot een teleurstelling. Kinderen die toen in woongroepen opgroeiden, gaven later toe dat het er helemaal niet zo gezellig was. Als reactie daarop zijn we in de jaren tachtig, negentig en zelfs 2000 en 2010 terug naar monogamie beginnen grijpen.’

Een derde golf zou nu bezig zijn en is te bewijzen door ons toegenomen online zoekgedrag naar termen als ‘polygamie’ en ‘open relatie’. ‘Er is opnieuw een groep teleurgesteld’, verklaart van Voorst. ‘Door het groeiende aantal echtscheidingen en affaires geloven deze mensen niet meer in monogamie. Ze proberen het vervolgens op een andere manier te doen. Je vindt vaker boeken over polyamorie, je kunt op zoek gaan naar gelijkgezinden of polyamoreuze gezinnen volgen op Instagram. Dat maakt dat polyamorie sneller groeit. Maar ik vind niet dat we echt over een derde golf kunnen spreken. Je ziet inderdaad dat veel mensen online zoeken naar wat polyamorie precies is. Maar in het echte leven is de stijging van polyamorie zeer klein. We weten trouwens ook niet hoeveel mensen er na tien jaar nog steeds in een polyamoreuze relatie zitten. Het zou kunnen dat polyamorie goed past bij bepaalde relaties of fases, maar daarom niet bij de rest van je leven.’

Een realistischer toekomst beeld

Alvorens we allemaal massaal in een polyamoreuze relatie stappen, is het niet onbelangrijk om ook de nadelen ervan te kennen. Polyamorie is volgens van Voorst slechts voor weinig mensen weggelegd. ‘We zijn nu eenmaal opgevoed om zo’n relatie ingewikkeld te vinden. De drang om vrij te zijn en nieuwe dingen te ontdekken is evolutionair bepaald, maar de drang om bezitterig te zijn is dat evengoed. Jaloezie is dus niet enkel aangeleerd, maar ook aangeboren. Weinig mensen kunnen daarom dealen met een polyamoreuze relatie. Zelfs binnen polyamoreuze samenlevingen zien we bepaalde vormen van jaloezie. Daarnaast is het ook wankel en ingewikkeld. Doordat je met meerdere mensen in een relatie zit, gebeurt er ook veel en moet je met meer zaken rekening houden. Die gebeurtenissen triggeren verschillende gevoelens, niet alleen jaloezie, maar ook angst, onzekerheid en zorgen. En dan heb ik het nog niet gehad over de planning die erbij komt kijken. Je moet echt wel veel willen investeren om een polyamoreuze relatie te laten werken.’

‘Wat ik mij wel kan voorstellen, is dat we naar een soort polyamorie light gaan, waarin de verwachtingen van onze partner minder hoog liggen. Zo ga je bijvoorbeeld intieme vriendschappen aan waarmee je veel deelt en zo die vriendschap minder bij je partner zoekt. We evolueren niet per se naar een open relatie, maar eerder naar een openhartige relatie. Daarin kun je eerlijk toegeven dat je iemand aantrekkelijk vindt, zonder dat het iedere keer uitmondt in een drama. Binnen een relatie ben je dus vrijer. Volgens mij zullen we in de toekomst opzoek gaan naar tussenvormen die realistischer zijn. Er ontstaan steeds meer vrijheden en tegelijkertijd verdwijnen meer en meer taboes. Die trend vind ik bijzonder mooi en hoopgevend.’

Meer lezen? ‘Met z’n zessen in bed’ van Roanne van Voorst (Uitgeverij Podium, €20,90)

Door Nona Heremans

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…

Lees Meer ...

Deze artikelen kunnen u misschien ook interesseren…