Zijn er dit jaar meer verkoudheden? Zijn ze erger? En zo ja, waardoor wordt dit veroorzaakt? Zit het coronavirus er voor iets tussen? En is elke valling hetzelfde? Laten we het allemaal even op een rijtje zetten.
Zijn alle verkoudheden hetzelfde?
Ten eerste is het belangrijk om te weten dat een verkoudheid niet wordt veroorzaakt door een enkele ziekteverwekker. Ongeveer de helft van de verkoudheden wordt veroorzaakt door rhinovirussen, één op de tien door coronavirussen, één op de tien tot twintig door griepvirussen en één op de twintig door respiratoir syncytieel virus (RSV) en para-influenzavirussen. Deze virussen bestaan meestal uit verschillende stammen die seizoensgebonden circuleren, vaker voorkomen in de winter en meestal de bovenste luchtwegen infecteren.
Kunnen sommige verkoudheden veel erger zijn dan andere?
Ja, sommige verkoudheden kunnen erger zijn dan andere. Dit hangt van verschillende dingen af, waaronder welk virus de verkoudheid veroorzaakt, de leeftijd van de persoon, hoe goed zijn of haar immuunsysteem in staat is om de verkoudheid te bestrijden en ook of mensen bestaande antilichamen tegen dat specifieke virus hebben.
Wat zijn de symptomen en hoe lang duurt een verkoudheid?
Symptomen van verkoudheid duren ongeveer zeven dagen, maar in sommige gevallen kunnen ze tot drie weken aanhouden. Afhankelijk van het virus en de leeftijd van de persoon en zijn immuunsysteem, kunnen de symptomen enorm variëren. Ze omvatten doorgaans milde symptomen zoals keelpijn, hoofdpijn, vermoeidheid, verstopte neus of loopneus en niezen en hoesten. Maar bij sommige mensen kunnen de symptomen veel erger zijn. Ze kunnen zich uitbreiden naar het middenoor, de sinussen of de longen (waardoor longontsteking ontstaat) of een secundaire bacteriële infectie veroorzaken (iets wat vaker voorkomt bij mensen met een verzwakt immuunsysteem, zeer jonge of oudere mensen). Verkoudheidsvirussen kunnen ook bepaalde bestaande luchtwegaandoeningen verergeren, waaronder astma en chronische obstructieve longziekte (COPD).
Hebben anti-COVID-maatregelen, zoals het dragen van maskers en fysieke afstand houden, invloed gehad op onze weerstand tegen verkoudheid?
Anti-COVID ‘niet-farmaceutische interventies’ om de verspreiding van het virus dat COVID veroorzaakt (SARS-CoV-2) te verminderen, omvatten sociale afstand, onnodige drukte vermijden, verbetering van de ventilatie binnenshuis, thuiswerken, schoolsluitingen, reisbeperkingen en het gebruik van maskers. Vanaf begin 2020 was duidelijk dat deze maatregelen ook de overdracht van andere luchtweginfecties verminderden.
Als mensen als gevolg van deze maatregelen niet worden blootgesteld aan verkoudheidsvirussen, kan een gebrek aan immuniteit opbouwen en de komende maanden en jaren leiden tot een toename van luchtweginfecties. Dit wordt vooral belangrijk wanneer die niet-farmaceutische interventies verdwijnen en mensen opnieuw beginnen samen te komen.
In wezen is er deze winter een grotere groep kwetsbare mensen. En een meer kwetsbare groep loopt het risico op ergere infecties. Naast verkoudheidsvirussen is er ook bezorgdheid dat er deze winter een toename van het aantal influenzavirusinfecties kan zijn, vandaar de focus op griepvaccincampagnes.
Dus, als we opnieuw maskers gaan dragen, zal dat helpen tegen verkoudheden?
Mondkapjes of chirurgische maskers, indien correct gedragen (ze moeten mond én neus bedekken), verminderen de overdracht van respiratoire virussen. Ze fungeren als een barrière, beschermen anderen tegen de kleine druppeltjes in de adem van de maskerdrager en beschermen de drager ook gedeeltelijk tegen die van anderen.
Maar deze bescherming is gedeeltelijk, aangezien er meestal openingen zijn rond de zijkanten van gezichtsbedekkingen. Desalniettemin: het dragen van maskers in drukke ruimtes is een maatregel die de overdracht van verkoudheid deze winter kan voorkomen. Ook andere maatregelen zijn belangrijk, waaronder handhygiëne.
Wordt SARS-CoV-2 uiteindelijk ook gewoon een verkoudheidsvirus?
We weten niet wat er zal gebeuren met SARS-CoV-2 op termijn, maar de seizoensgebondenheid van de verkoudheidscoronavirussen suggereert hoe de overdracht ervan zich zou kunnen aanpassen na de pandemie. Op dit moment kunnen mensen met een SARS-CoV-2-infectie geen symptomen hebben, symptomen hebben die lijken op verkoudheid of, voor sommigen, leiden tot een ernstige infectie (zoals een longontsteking).
We weten ook niet hoe lang antilichamen actief blijven tegen SARS-CoV-2, maar bewijs uit onderzoeken naar andere coronavirussen – zoals degene die SARS en MERS veroorzaken – suggereert dat mensen een tot twee jaar beschermd zijn voordat de bescherming begint te verminderen. Wat nog niet bekend is, is welk “niveau” van SARS-CoV-2-antilichamen vereist is voor bescherming (immuniteit) en of er tests zijn voor andere delen van de immuunrespons op het virus die beter kunnen beslissen of iemand beschermd is of niet.
Verkoudheden zijn seizoensgebonden en komen meestal vaker voor in de wintermaanden. Alle virussen passen zich in meer of mindere mate aan en muteren – het is essentieel voor hun overleving, en SARS-CoV-2 is daarop geen uitzondering. SARS-CoV-2 kan zich mogelijk aanpassen aan de seizoenscirculatie.
In het verleden hebben andere virussen die pandemieën veroorzaakten eerder circulerende seizoensstammen vervangen en zijn daarna overgegaan van een pandemie naar een seizoensgebonden infectiepatroon. Wat na de pandemie veranderde, was het verschijningspatroon (seizoensgebonden) en de mate van immuniteit in de bevolking. Wat niet veranderde, was de variabiliteit in symptomen geassocieerd met deze virussen – ze behielden hun vermogen om ernstige infecties te veroorzaken en symptomen van verkoudheid te veroorzaken.
Het spectrum van SARS-CoV-2-infectie zal dus waarschijnlijk blijven, wat betekent dat sommige mensen symptomen van verkoudheid zullen krijgen en een kleiner aantal mensen ernstige infecties zoals longontsteking. Als SARS-CoV-2 echter een seizoensgebonden winterpatroon aanneemt dat circuleert met andere respiratoire virussen (zoals griep en RSV), zou dat grote gevolgen hebben voor de zorgdiensten wereldwijd die elke winter continu worstelen met capaciteit.