Oma’s en opa’s zijn fantastisch, daar hoeven we je niet meer van te overtuigen. Ze zijn altijd in de weer en zouden alles doen om hun kleinkind te verwennen. Nieuw onderzoek wijst uit dat grootouders die tijd met hun kleinkind doorbrengen veel gezonder zijn. Wanneer gaan we nog eens naar oma en opa?
Ze hebben gezondere hersenen
Door tijd met hun kleinkinderen door te brengen blijft hun denkvermogen scherp en gezond. Meer zelfs, de kans op ziekten zoals Alzheimer verlaagt aanzienlijk. Grootouders blijven mentaal scherp en kunnen meer van het leven genieten. Ze voelen zich verbonden met elkaar en zijn blij met de betekenisvolle taak die ze gekregen hebben.
Ze zijn gelukkiger
Grootouders die tijd doorbrengen met hun kleinkinderen zijn gelukkiger. Ze komen niet in een sociaal isolement terecht en ervaren het leven als prettig en betekenisvol.
Ze krijgen meer lichaamsbeweging
"Kleinkinderen houden een mens jong" wordt weleens gezegd. Nieuw onderzoek bevestigd dat dit ook echt waar is. Grootouders die bij hun kleinkind zijn worden meer aangemoedigd om fysiek actief te zijn. Hierdoor verkleinen ze hun kans op hart- en vaatzieken, diabetes en een beroerte aanzienlijk. Het effect van beweging op de gezondheid mag niet onderschat worden. Beweging kan je weldegelijk ‘verjongen’.
Grootouders én kleinkinderen hebben minder kans op een depressie
Kinderen die een goede band hebben met hun grootouders hebben veel minder kans om later een depressie te krijgen. Hoe beter de band tussen grootouder en kleinkind, hoe kleiner de kans op een depressie. Dat geldt ook voor de grootouders zelf. Grootouders die hun kleinkind vaak zien zijn gelukkiger en hebben minder kans om depressief te worden. Als dat geen reden is om oma en opa nog eens te gaan bezoeken weten we het niet meer!
Ouders krijgen meer tijd voor zichzelf
Ouders die hun kinderen even achterlaten bij de grootouders krijgen de tijd om op adem te komen. En dat is belangrijk! Ze doen niet alleen hun kinderen en hun ouders een plezier, ze zullen zichzelf ook beter voelen.
