10 Goede tips voor wie start met zwemmen

Zwemmen is een prettige bezigheid die goed is voor lichaam en geest. Als je begint met zwemmen of lange tijd niet hebt gezwommen kan het toch een flinke uitdaging zijn om weer het water in te gaan. Misschien heb je jaren geleden je diploma’s gehaald, maar is je kennis een beetje weggezakt. Ook kan het zijn dat je zo lang niet hebt gezwommen dat je je toch wat onzeker bent gaan voelen. Voor je eigen veiligheid is het daarom belangrijk om het zwemmen weer rustig op te bouwen.

Bouw het zwemmen rustig op

Meteen als een dolle baantjes gaan trekken is een slecht idee. Niet alleen omdat je lichaam niet in de juiste conditie is, maar ook omdat dit het risico op blessures flink vergroot. En als je eenmaal een blessure hebt, ben je hier vaak wel een tijdje zoet mee. Wij geven je tips:

• Begin ermee om 1 keer in de week te gaan zwemmen. Als je merkt dat je lichaam hieraan begint te wennen kun je dit rustig op gaan bouwen naar twee keer per week of meer.
• Begin met een afstand van 150 meter en breidt deze uit aan de hand van een trainingsschema. Zo voorkom je dat je in het begin de afstanden niet aan kunt en in de problemen komt. Dankzij het schema zal je het steeds beter volhouden en dus ook verder kunnen zwemmen.
• Zwem in een tempo wat je goed bevalt. Laat je niet door medezwemmers verleiden tot een tempo wat niet goed voelt voor je lichaam. Het is beter om rustiger te zwemmen en dit langer vol te houden dan snel te zwemmen en in een mum van een tijd uitgeput raken. Het zwemmen moet immers wel leuk blijven.
• Zorg dat je genoeg gedronken hebt voordat je gaat zwemmen. Je hebt het niet in de gaten maar ook tijdens het zwemmen verlies je flink wat vocht met zweten. Om je vochthuishouding op peil te houden moet je dus goed gehydrateerd zijn.
• Eet anderhalf uur van tevoren een lichte maaltijd die koolhydraatrijk is. Ga nooit zwemmen met een lege maag. Zwemmen is een zware lichamelijke inspanning, als je niet genoeg energie in je lichaam hebt kun je jezelf in gevaar brengen in het water.
• Als je het gevoel hebt dat je uitgeput raakt moet je onmiddellijk rust nemen, doorzwemmen is gevaarlijk. Je kunt hierdoor bijvoorbeeld kramp krijgen.
• Als je tijdens het zwemmen een blessure oploopt moet je nooit doorzwemmen. Blijf net zolang uit het bad tot de klachten zijn verdwenen. Houden de klachten langer dan een paar dagen aan? Raadpleeg dan zo snel mogelijk een arts.
• Begin je zwemsessie altijd rustig en bouw het langzaam op naar een sneller tempo. Je spieren moeten namelijk nog opwarmen. Als je dit niet doet loop je het risico dat je klachten krijgt.
• Ook als je klaar bent met zwemmen moet je altijd rustig ‘uitzwemmen’ om het lichaam af te laten koelen. Hiermee voorkom je stijfheid en spierpijn. Beweeg rustig door het water en strek en buig je armen en benen.
• Ook als je niet in het zwembad bent kun je werken aan je zwemconditie door oefeningen te doen die de spieren versterken. Activiteiten zoals wandelen en fietsen zijn hier heel geschikt voor.