Je kindje dat vaste voeding begint te eten, het is een spannende periode. Zeker als je opeens merkt dat sommige voedingsstoffen een allergische reactie uitlokken bij je zoon of dochter. 6 tot 8 procent van de kinderen heeft een voedselallergie. Dit moet je weten over voedselallergie bij baby’s.
Als je kindje tussen de 4 en 6 maanden oud is, heeft het de leeftijd bereikt om al eens te experimenteren met vaste voeding. Zelfs als je baby een verhoogd risico op allergieën heeft (bijvoorbeeld door erfelijkheid), is dit de periode waarin je de eerste hapjes groenten en fruit oefent. Doe dit wel steeds in overeenstemming met je huisarts.
Zorg dat je kindje de tijd heeft om aan de nieuwe voeding te wennen door het telkens één ingrediënt per drie dagen te laten proeven. Geef echter wel nog steeds flesvoeding, want dat blijft de belangrijkste voedingsbron voor je baby in die periode. Als je borstvoeding geeft, wacht je trouwens beter tot 6 maanden om met de eerste hapjes te beginnen. Dat beschermt (onder andere) tegen allergie, namelijk eczeem en astma.
Er zijn een aantal zaken waarop je moet letten als je met vaste voeding begint en schrik hebt voor mogelijke allergieën. Zoals hierboven al aangehaald, geef je een nieuw voedingsmiddel best één voor één en bij voorkeur drie dagen na elkaar. Bouw de hoeveelheden dan beetje bij beetje op, te beginnen bij 1 à 2 eetlepels per keer.
Een allergische reactie treedt nooit op een eerste contact met een allergeen. Dat gebeurt pas na een tweede contact, wanneer je kind antistoffen heeft aangemaakt tegen dit allergeen. Net daarom is het zo belangrijk om in het geval van nieuwe voeding je kind zeker drie opeenvolgende dagen die voeding te geven. Als er na drie dagen geen reactie optreedt, kan de voeding uitgebreid worden met andere voedingsmiddelen.
Treedt er toch een allergische reacties op, wacht dan met nieuwe voedingsmiddelen tot alle symptomen verdwenen zijn en probeer het een maand later opnieuw. Blijven de symptomen aanhouden, dan kan een bezoek aan de huisarts uitsluitsel brengen.
Koemelkeiwitallergie
Bij een koemelkallergie werkt het immuunsysteem van ons lichaam meer dan het zou moeten. Dat beschermt ons namelijk tegen indringers zoals bacteriën en virussen, maar reageert bij koemelkallergie ook op eiwitten. Je lichaam maakt dan antistoffen aan tegen deze eiwitten en dat zorgt voor allergische reacties. Omdat een baby tijdens zijn eerste maanden bijna enkel melk drinkt, is dit één van de vaakst voorkomende allergieën. Dikwijls groeien baby’s hier nog uit na hun tweede jaar.
Wat zijn de symptomen?
Er zijn verschillende symptomen die kunnen wijzen op een koemelkallergie, maar een onderzoek bij de huisarts of consultatiebureau is altijd nodig om zeker te zijn. Ze kunnen namelijk ook andere oorzaken hebben die niet meteen iets met koemelkallergie te maken hebben. Grondige testen en lichamelijke onderzoeken zijn dus nodig. Volgende klachten bij je baby kunnen misschien wijzen op koemelkallergie:
- Huidklachten zoals eczeem, pukkels en huiduitslag
- Onrustig drinken
- Maag- of darmklachten
- Onrustig en slecht slapen
- Vermoeidheid
- Luchtwegproblemen zoals kortademigheid, hoesten, benauwdheid, piepend ademen
- Neusklachten zoals verstopte neus, loopneus, niezen
- Rode of jeukende ogen
- Groeiachterstand
- Ontroostbaar huilen
Wat zijn de oorzaken?
De oorzaken van koemelkallergie kunnen heel erg verschillen van kindje tot kindje. Het kan daarom ook bij alle baby’s voorkomen. Toch speelt ook erfelijkheid een rol bij het ontwikkelen van een allergie. Als een van de ouders, broers of zussen last heeft of had van eczeem, hooikoorts of een allergie, heeft je kindje een verhoogd risico op de ontwikkeling van een koemelkallergie. Je baby kan natuurlijk ook nog steeds een allergie krijgen die in de familie nog niet voorkwam. Gelukkig komt koemelkeiwitallergie slechts bij 2 à 5% van de kindjes voor.
Wat zijn de mogelijke behandelingen?
Blijkt je kindje een koemelkeiwitallergie te hebben, dan zijn de behandeling en eventuele voedingswijzigingen de taak van een arts en diëtist(e).
Volg steeds nauwkeurig de richtlijnen van je huisarts of diëtist(e) op.
Coeliakie of glutenintolerantie
Coeliakie is niet echt een allergie, maar eerder een intolerantie. Als je lichaam geen gluten verdraagt, raakt het dunnedarmslijmvlies beschadigd. Daardoor neem je de voedingsstoffen niet goed op en dat heeft diarree, constipatie, groeiachterstand en/of vermoeidheid als gevolg. Om volledig zeker te zijn dat iemand coeliakie heeft, is een dunnedarmbiopsie nodig. Dan wordt een klein stukje darmslijmvlies weggenomen en microscopisch onderzocht. Als je via een dunnedarmbiopsie kan bewijzen dat je kindje coeliakie heeft, krijg je de glutenvrije voeding terugbetaald via het RIZIV.
Wat zijn de symptomen?
Mogelijke symptomen van een glutenintolerantie zijn buikpijn, een opgezette buik en diarree in combinatie met meer algemene klachten zoals een ijl gevoel, hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid, gewichtsverlies en bloedarmoede. Je hebt echter pas officieel uitsluitsel na een dunnedarmbiopsie. Daarnaast kan ook een ontsteking van de huid optreden, met een herpesachtig karakter. Ook dit ontstaat door een overgevoeligheid aan gluten, met symptomen als een branderig, stekend gevoel aan ellebogen, knieën, hoofdhuid, billen en rug. Het ziet eruit als kleine groepjes rode en jeukende bultjes. Om zeker te zijn heb je een huidbiopsie en bloedtest nodig van de huisarts.
Wat zijn de oorzaken?
Ook bij coeliakie kan erfelijkheid een rol spelen, maar kinderen van ouders met coeliakie hebben zelf niet altijd de allergie en omgekeerd. Ook broers en zussen van iemand met glutenintolerantie hebben 5 tot 10 procent meer kans op de aandoening. Tot slot hebben ook vrouwen bijna 2 keer zoveel kans op coeliakie dan mannen.
Wat zijn de mogelijke behandelingen?
Net zoals voor een koemelkeiwitallergie geldt bij een glutenintolerantie dat de diagnose gesteld dient te worden door een arts. Schrap nooit zomaar zelf een bepaald voedingsmiddel uit de voeding van je kind. Volg wel de richtlijnen van een arts of diëtist(e) op.
Welke voedingsstoffen kunnen allergieën veroorzaken?
Er bestaan heel wat voedingsmiddelen waaraan je allergisch kan zijn of een intolerantie voor kan ontwikkelen. De vaakst voorkomende allergieën houden verband met deze voeding:
- Koemelk
- Gluten
- Kippeneieren
- Soja
- Pinda
- Noten
- Pitten
- Zaden
- Tarwe
- Vis
- Schaal- en schelpdieren
Pas goed op met deze voedingsstoffen en houd in de gaten hoe je kindje erop reageert. Voedselallergieën bij kleine kinderen moeten goed opgevolgd worden, maar kunnen helaas niet volledig vermeden worden.