Als er sprake is van een verhoogde concentratie cholesterol in je bloed dan spreken medici van hypercholesterolemie. Vaak merk je weinig, of niets, van een verhoogd cholesterolgehalte in je bloed. Je zult het meestal pas te horen krijgen als je bloed is getest of als er zich andere aandoeningen voordoen die in verband staan met verhoogde cholesterolconcentraties in je bloed.
Hypercholesterolemie wordt, in combinatie met een aantal andere aandoeningen ook onder de noemer hyperlipidemieën samengebracht. In het geval van hyperlipidemieën zullen er in je bloed verhoogde concentraties van cholesterol en/of triglyceriden voorkomen. Dergelijke hyperlipidemieën kunnen onder worden verdeeld in primaire- en secundaire vormen:
In alle gevallen zal een arts op de eerste plaats alle secundaire vormen van hyperlipidemie uit willen sluiten, voordat naar eventuele primaire vormen van gezocht gaat worden. Tot de groep van primaire hyperlipidemieën kunnen verschillende erfelijke aandoeningen worden gerekend net zoals enkele aandoeningen, die weliswaar niet alleen erfelijk zijn, maar wel door de levensstijl van een patiënt worden beïnvloed.
Primaire hyperlipidemieën zijn ondermeer:
- familiaire hypercholesterolemie.
- familiair defectief apoB100,
- polygenetische hypercholesterolemie.
Secundaire hyperlipidemieën zijn onder andere:
- diabetes,
- leverziekten,
- nierziekten,
- schildklierziekten,
- het syndroom van Cushing.
Ontstaan en voorkomen van verhoogd cholesterolconcentratie
Een verhoogde concentratie cholesterol in je bloed gaan gepaard met een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Hart- en vaatziekten ontstaan echter niet zozeer als gevolg van deze cholesterolconcentratie maar eerder door andere risicofactoren. Hierbij kun je onder andere denken aan:
- een verhoogde bloeddruk,
- diabetes,
- roken.
Dergelijke risicofactoren zorgen immers voor kleine beschadigingen aan de binnenkant van de bloedvaten in je lichaam. Op deze beschadigde plekken zitten zogenaamde macrofagen die LDL-cholesterol kunnen absorberen waardoor er atheromateuze plaques gevormd kan worden.
Indien je tot de risicogroepen behoort, bijvoorbeeld als je een hoge bloeddruk of diabetes hebt, maar ook als je in het verleden een hartinfarct hebt gehad dan betekent het verlagen van het cholesterol in je bloed ook een verminderde kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten, en dus ook de kans om aan deze ziekten te overlijden. Het nut van een verlaging van het cholesterolgehalte bij personen die verder in goede gezondheid verkeren, is echter nog altijd een veel besproken onderwerp onder deskundigen op dit gebied.
Wanneer je een groter risico loopt om een verhoogd cholesterolgehalte te krijgen dan is het goed om te bedenken dat je eveneens een aantal andere aandoeningen kunt gaan ontwikkelen.
Geneesmiddelen tegen een hoog cholesterolgehalte
Op het ogenblik dat je een te hoog cholesterolgehalte in je bloed hebt dan zal je huisarts soms zogenaamde statines voorschrijven. Doordat er de laatste jaren in verschillende media veel over deze middelen gesproken is kun je hier wellicht een beetje tegenop zien. Het is dan goed dit met je arts te bespreken. Er zijn namelijk verschillende cholesterolverlagende geneesmiddelen beschikbaar al hebben de statines vaak wel de voorkeur van een groot deel van de artsen.
De statines remmen de productie van cholesterol in je lever met als gevolg dat het cholesterolgehalte in je bloed met wel 30 tot 50 procent kan dalen. Een ander gunstig effect van dit geneesmiddel is dat de binnenwand van de slagaders niet zo snel geïrriteerd raken waardoor slagaderverkalking minder snel optreedt.
Van vrijwel elk geneesmiddel is bekend dat deze bijwerkingen kunnen hebben. Dit geldt uiteraard ook voor de statines die bij een verhoogde cholesterolconcentratie voor worden geschreven. De bijwerkingen die bij statines het meest vaak voorkomen zijn:
- vermoeidheid,
- maag- en darmproblemen,
- lichte spierklachten.
Als er sprake is van een ernstig geval dan kan er door statines te gebruiken afbraak van je spieren optreden. Gelukkig is dit een bijwerking die uiterst zelden voorkomt en gepaard gaat met hevige spierpijn en krachtverlies. Op het moment dat je opeens, of zonder reden erge spierpijn krijgt, tijdens het gebruik van statines, dan dien je dat meteen aan je behandeld arts door te geven.