Hartaandoeningen zijn wereldwijd verantwoordelijk voor zo’n 9 miljoen sterfgevallen per jaar. Een dieetverandering die vaak door experts wordt aanbevolen om hartproblemen te voorkomen, is om minder verzadigde vetten te eten – en in plaats daarvan meervoudig onverzadigde vetten te consumeren, die als gezonder worden beschouwd. Maar nieuw onderzoek suggereert dat in plaats van alleen aandacht te besteden aan de hoeveelheid verzadigd vet die we consumeren, we ook moeten kijken naar uit welke voedselbronnen het verzadigde vet afkomstig is.
In het onderzoek is gekeken naar de cardiovasculaire gezondheid van bijna 30.000 mensen van middelbare leeftijd in tien Europese landen. Er werd geen algemeen verband gevonden tussen de hoeveelheid verzadigde vetten die deelnemers consumeerden en hun risico op het ontwikkelen van hartaandoeningen. Maar dat beeld veranderde toen werd gekeken naar voedingsmiddelen die typische bronnen van verzadigde vetten zijn.
De onderzoekers ontdekten dat mensen die meer verzadigde vetten uit rood vlees en boter aten, meer kans hadden op hartaandoeningen. Het tegenovergestelde gold voor degenen die meer verzadigde vetten uit kaas, yoghurt en vis aten.
Meer dan de som der delen
Waarom? Voedingsmiddelen zijn meer dan alleen de som der delen. Ze bevatten veel verschillende voedingsstoffen, vitamines, mineralen en eigenschappen die samen kunnen werken om bepaalde ziekten te voorkomen of te veroorzaken. Zo bevatten kaas en yoghurt weliswaar verzadigde vetten, maar ook voedingsstoffen als vitamine K2 en probiotica. Elk van deze voedingsstoffen kan het risico op hart- en vaatziekten beïnvloeden via verschillende onderling verbonden routes, zoals door hun effecten op de bloedsuikerspiegel, het cholesterolgehalte of ontstekingen.
Eerdere studies hebben ook aangetoond dat verschillende verzadigde vetten verschillende risiconiveaus met zich meebrengen als het gaat om hartaandoeningen. Zo komt palmitinezuur (een subtype van verzadigd vet) vaker voor in rood vlees dan in kaas en yoghurt. Onderzoek toont aan dat het een nadelig effect kan hebben op het cholesterolgehalte dat in ons bloed circuleert – een bekende risicofactor voor hartaandoeningen. Daarentegen wordt pentadecaanzuur (een ander subtype van verzadigd vet dat vaak in zuivel wordt aangetroffen) over het algemeen in verband gebracht met een lager risico op hartaandoeningen.
