Je cholesterolgehalte wordt gemeten door een simpele bloedtest bij je huisarts. Je huisarts zal je daarbij ook advies geven over de aanbevolen maatregelen.
De waarden in de cholesterolmeting
Bij het meten van het cholesterolgehalte wordt er naar 3 verschillende factoren gekeken:
- De totale ratio cholesterol.
- HDL-cholesterolgehalte.
- LDL-cholesterolgehalte.
- Hoeveelheid triglyceriden.
Het cholesterolgehalte wordt uitgedrukt in ‘millimol per liter’ (mmol/L) waarbij de Hartstichting aangeeft dat de streefwaarde voor het totale cholesterolgehalte lager moet zijn dan 5 mmol/L. Binnen deze 5 mmol/L moet er een balans zijn tussen de ‘goede’ HDL-cholesterol (High Density Lipoprotein) en de ‘slechte’ LDL-cholesterol (Low Density Lipoprotein).
De verhouding tussen deze twee typen is belangrijk omdat de HDL-cholesterol de opgehoopte LDL-cholesterol weer ‘los’ kan maken en verwerken. Het HDL-cholesterolgehalte moet dus hoog zijn en het LDL-cholesterolgehalte laag.
Triglyceriden
Een ander soort vet dat door de lever gemaakt wordt en wordt gemeten in een cholesterolmeting zijn triglyceriden. Deze vetten zorgen voor verhoogde energie maar een te hoog gehalte hiervan kan leiden tot een verhoogd risico op beroertes en hartaanvallen. In combinatie met een verhoogd LDL-gehalte leidt dit tot nog hogere risico’s voor de gezondheid.
Gezonde cholesterolwaarden
Een gezond cholesterolgehalte is niet hoger dan 5 mmol/L. *
De aanbevolen LDL-cholesterolwaarden zijn:
- 3mmol/l of minder voor gezonde volwassenen
- 2mmol/l of minder voor volwassenen met een hoog risico
De aanbevolen HDL-cholesterolwaarden zijn:
- 1 mmol/l of daarboven
Meten en monitoren
Cholesterolwaarden zijn niet constant en kunnen schommelen door verscheidene factoren. Het is dus aan te raden om bij het berekenen van je cholesterol twee metingen te doen, met minstens één week ertussen. Voedsel en alcohol hebben invloed op de meting. Om de nauwkeurigste resultaten te verkrijgen moet je nuchter zijn en is het raadzaam om een aantal uur van te voren niet te eten. De cholesterolwaarde kan door factoren als lichaamsbeweging, voedsel of medicatie zo’n 10% variëren. Als je bezig bent met het verminderen van je cholesterolwaarde en je voortgang wil monitoren is het voldoende om 1 keer in de 6 weken of 1 keer in de twee maanden het cholesterolgehalte te meten.
Wat is de oorzaak van goede en slechte cholesterol?
Als je een cholesteroltest hebt gedaan en de resultaten aangeven dat je een verhoogde cholesterol hebt, dan is het verstandig om enkele kleine veranderingen in je levensstijl in te voeren:
- Vermijd voedingsmiddelen rijk aan verzadigd vet: vet vlees, boter, gebak, vette snacks…
- Vervang verzadigde vetten door onverzadigd vet zoals noten, zaden, avocado, margarine (zoals Becel ProActiv) en vette vis.
- Kies voor producten met toegevoegde plantensterolen. De inname van plantensterolen kan je cholesterol na 2 – 3 weken met wel 7 tot 10% verlagen.*
- Beweeg minstens 30 minuten per dag.
* Becel ProActiv bevat plantensterolen. De inname van 1,5 – 2,4g plantensterolen per dag kan het cholesterol na 2 tot 3 weken met wel 7 tot 10% verlagen, mits het onderdeel vormt van een gezonde levensstijl en verantwoorde voeding, met voldoende groente en fruit en een gezonde levensstijl om het carotenoïde gehalte op peil te houden.
