Het koken van pasta is iets wat iedereen kan. Toch? Je stopt de pasta in een pan kokend water, zet de wekker en na zo’n 10 minuten is het klaar. Toch kan er bij het koken van pasta aardig wat fout gaan. De pasta is te hard of juist te zacht, of de spaghetti kleeft aan elkaar. Wil je echt de perfect gekookte pasta maken, dan zal je toch met wat meer dingen rekening moeten houden. Hieronder 10 gouden regels voor het koken van pasta!
Zorg voor genoeg water
Kook de pasta altijd in ruim water. Gebruik minstens 1 liter water voor 100 gram pasta.
Hoog vuur
Breng altijd het water aan de kook op hoog vuur.
Zout
Voeg zoet toe zodra het water kookt. Wacht vervolgens tot het zout is opgelost en voeg dan pas de pasta toe.
Wacht tot het water écht kookt
Voeg de pasta pas toe als je zeker weet dat het water kookt. Wacht tot er grote bubbels in het water verschijnen.
Laat de pasta heel
Breek de pasta niet voordat je deze in de pan doet. Hiermee zal je menig Italiaan ernstig mee kwetsen!
Goed roeren
Roer, vooral de eerste minuten, de pasta goed door. Anders zal deze aan de onderkant van de pan blijven plakken.
Let niet op de tijd
Gebruik bij het koken van pasta geen kookwekker, de tijd die op de verpakking staat is vaak maar een indicatie. Wil je de perfecte pasta koken, is het beter om op je gevoel af te gaan. Proef de pasta en zo merk je vanzelf wanneer deze gaar is.
Al dente
Pasta is het best wanneer deze al dente is. Dit houdt in, niet te hard en niet te zacht. Wanneer je erin bijt moet de pasta nog wel enige weerstand geven. Zo is deze het lekkerst!
Gebruik een vergiet
Wanneer de pasta klaar is, giet je deze af in een vergiet. Om te voorkomen dat je pasta breekt kun je ook een vergietschep gebruiken.
Olijfolie
Om te voorkomen dat de pasta aan elkaar gaat plakken, kun je er na het afgieten een scheutje olijfolie bij gieten. Dit komt ook nog eens de smaak ten goede!