De geboorte van een baby is een van de hoogtepunten in het leven van de ouders. De roze wolk bestaat echt, zeker de eerste maanden. Een volgend hoogtepunt is wanneer de baby tegen de ouders gaat lachen en er dus voor het eerst sprake is van interactie. Maar bij al deze wonderlijke en mooie momenten horen ook een aantal praktische zaken. Op een gegeven moment wil je graag dat de baby gaat aangeven wanneer ze moet poepen of plassen. En vervolgens ontstaat de periode van de gang naar het potje. Dit allemaal is een kwestie van trainen. Trainen en blijven oefenen. Zeker als je van de training een leuk spel maakt zal je kind eerder zindelijk worden.
Wanneer kun je beginnen met zindelijkheidstraining
Het is grappig wanneer je bedenkt dat de leeftijd waarop kinderen niet over de gehele wereld het zelfde is. Het hangt af van de cultuur en van de leefomgeving en leefsituatie. In het westen echter gaat men uit van een leeftijd tussen de 2 en 4 jaar waarop een kind zindelijk wordt. Uiteraard is de leeftijd voor elk kind anders want ook bij ons geldt dat de leefsituatie wel degelijk van invloed is op de zindelijkheid van kinderen.
Duidelijk en regelmaat bij zindelijkheidstraining
In de loop van de laatste tientallen jaren is een trend ontstaan waarbij ouders hun kinderen veel vrijheid willen geven. Deze ruimte wordt ook gegeven aan kinderen wanneer het gaat om de zindelijkheid. Het beste is echter wel degelijk dat een kind duidelijkheid en regelmaat ondervindt bij de training.
De eerste stappen richting zindelijkheid
De eerste periode van het leven zal je kind de behoefte doen in de luier. Dat komt omdat de ontwikkeling van het zenuwstelsel nog niet zo ver is dat je kind weet wanneer het moet poepen of plassen. Op een gegeven moment zal het je opvallen dat je kind aangeeft dat ze gaat poepen of plassen. Dat is het moment dat je kunt beginnen met je zindelijkheidstraining. Als je er voor zorgt dat je een potje bij de hand hebt kun je je kind snel op het potje zetten. Ook al ben je te laat en heeft het kind de behoefte al in de luier gedaan is het toch belangrijk om je kind op het potje te zetten. Je kind associeert dan de komende behoefte aan het gebruik van het potje.
A. Poepen en plassen moet een feestje zijn
In de natuur, en dus ook bij de mens, werken de meeste processen het beste als er een beloning tegenover staat. We belonen onze hond ook als hij bij je komt als je hem roept. Een koekje of een aai over de kop kan al volstaan. Bij kinderen is dat net zo het geval. Op het moment dat je je kind op het potje zet moet er iets tegenover staan. Een favoriet spelletje doen met je kind of een stukje voorlezen uit een boek dat je kind leuk vindt. Het zitten op het potje wordt dan geassocieerd met iets leuks. Dat moet wel iets zijn dat je reserveert voor het op het potje zitten. De televisie aanzetten voor een film is niet zo handig omdat er andere momenten zijn dat dit ook gebeurd en is het niet meer verbonden met de zindelijkheidstraining. Het is ook belangrijk om je enthousiasme als je kind iets op het potje doet niet onder stoelen of banken te verbergen. Laat je kind meegenieten van je eigen enthousiasme.
B. Oefenen voor het slapen gaan
Op een gegeven moment merk je dat je kind overdag droog blijft. Dat is de tijd om langzamerhand ook te proberen om je kind ’s nachts zindelijk te krijgen. De eerste stap is om je kind voor het slapen gaan op het potje of misschien zelfs al op de wc te zetten. Het maakt niet uit of het kind een behoefte heeft of niet, de regelmaat zorgt er voor dat die behoefte wel komt voor het slapen gaan.
C. Terugval in zindelijkheid
Veel kinderen kennen op een gegeven moment een terugval in de zindelijkheid. Dat kan een aantal oorzaken hebben:
- Beginnende blaasontsteking
- Spanning, voor een vakantie bijvoorbeeld
- Stress omdat het kind op school wordt gepest
- Een belangrijke gebeurtenis zoals het krijgen van een broertje of zusje
- Een verandering van regelmaat wanneer het naar de crèche gaat
In al deze gevallen is het belangrijk dat je als ouder rustig blijft en vooral zorgt dat er geen druk op het kind ontstaat. In de meeste gevallen gaat deze periode vanzelf over.
